Hudson’s Bay is vlak voor zijn faillissement twee keer beroofd. Eén keer door een uitzendkracht, die voor 70 duizend euro aan spullen uit de vestiging in Almere meenam. Ook ging er een transporteur met 45 duizend euro aan Dior-goederen vandoor. Dat blijkt uit het derde faillissementsverslag van de curatoren.

Wat door de transporteur en de uitzendkracht precies is meegenomen, vermeldt het verslag niet. De curatoren zijn tot dusver niet bereikbaar voor een toelichting. De uitzendkracht is door het Openbaar Minsterie aangehouden en een gedeelte van de goederen is teruggevonden, deze kunnen door de curatoren alsnog verkocht worden. De uitzendkracht wacht een strafzaak.

Het transportbedrijf heeft de verdwijning van de goederen bekend. Met Dior heeft Hudson’s Bay de afspraak gemaakt dat het luxemerk de onverkochte goederen terug mag nemen, in ruil voor het terugstorten van de facturen. Een gedeelte van de geretourneerde partij is ontvreemd door een medewerker van het transportbedrijf.

Gordon Brothers
Verder meldt het faillissementsverslag dat met Gordon Brothers, een Brits concern dat de leegverkoop van de Hudson’s Bay-panden begeleidde, een overeenkomst is gesloten. De curatoren vonden de vordering van 6,7 miljoen euro die Gordon Brothers had ingediend te hoog. Het Britse bedrijf stapte daarom naar de rechter. Uiteindelijk hebben de curatoren 800 duizend euro korting weten te krijgen bij de rechter.

Eind 2019 ging Hudson’s Bay failliet. Het Canadese warenhuis kwam in 2017 naar Nederland, maar had het vanaf dag één al lastig. Het bedrijf leed 275 miljoen euro verlies in ons land.