Modeketen H&M zegt zich 'grote zorgen' te maken over de omstandigheden van fabrieksarbeiders in Myanmar. Tientallen gevallen van uitbuiting in de fabrieken worden onderzocht, zegt de modeketen tegen Reuters. 

Business & Human Rights Resource Center, een Britse mensenrechtenorganisatie, meldde onlangs in een rapport 156 gevallen van uitbuiting in H&M's fabriek in Myanmar. Die gevallen zouden tussen begin 2022 en 2023 hebben plaatsgevonden. In de meeste gevallen ging het om te lage lonen, oneerlijk ontslag en gedwongen overuren. H&M zegt deze gevallen nu serieus te onderzoeken. 

"We maken ons grote zorgen over de laatste ontwikkelingen in Myanmar en we zien toenemende uitdagingen om onze activiteiten uit te voeren volgens onze normen en vereisten", aldus de Zweedse retailer.

Het is niet voor het eerst dat het Business & Human Rights Resource Center de moderetailer van slechte arbeidsomstandigheden in Myanmar beschuldigt. Een jaar geleden werd melding gemaakt van de discriminatie van zwangere fabrieksarbeiders. Ook zouden zij geen verlof krijgen. 

Zara's moederbedrijf Inditex kondigde eind juni een 'geleidelijke' exit aan uit Myanmar, als reactie op aantijgingen van mensenrechtenorganisaties. H&M heeft het nog niet over een mogelijke exit.