RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: Gijsbregt Brouwer, oprichter van horecaplatform de Buik en co-host van Bekt Lekker de Podcast, over de overname van Dunkin’ door Van der Valk.  
 

De familie Van der Valk kondigde vorige week een overname aan van fikse proporties: de hotelketen heeft een meerderheidsbelang genomen in Dunkin’. Alle 76 vestigingen in Nederland en België van de Amerikaanse to go-keten zijn nu in handen van de hotelfamilie. Donuts en hotelkamers, gaat dat wel samen?  

Wat vind jij van die combinatie?

“Eigenlijk vind ik het wel logisch. Van 2 kanten: Van der Valk heeft het kapitaal en de locaties om Dunkin' in Nederland en in België te laten groeien. Aan de andere kant biedt Dunkin’ Van der Valk een sterk merk. Dat is niet zo gek, want je ziet dat steeds meer horecagiganten in consumentenmerken stappen .” 

Leg eens uit.

“Met name grote horecamerken die niet in de traditionele horeca zitten zijn op zoek naar consumer facing merken, die al veel locaties hebben en goede naamsbekendheid hebben. Denk aan Albron en Coffee Company, en Vermaat en Stach. Al die ketens zijn op zoek naar meer touchpoints. Maar het gaat ze vooral om consumentenkennis op kleinere schaal. Als je als Vermaat alleen gewend bent om met ziekenhuizen te onderhandelen over wat er in kantines komt te liggen, weet je niet hoe het is om zelf klanten te bedienen of ze van straat te plukken. Dit soort bedrijven moeten leren om mensen vast te houden. Dat kunnen ze niet, of ze hebben het product er niet voor.” 

Met dit soort overnames lijkt het erop dat er meer ketenvorming gaat plaatsvinden in de horeca.

“Klopt, de horeca gaat de kant op van de supermarkten, toen 50 jaar alle buurtsupers opgeslokt werden door de giganten uit de branche, zoals Albert Heijn. Dat zie je nu heel voorzichtig gebeuren in de horeca. Dat duurt nog wel lang hoor; de horeca is ontzettend versnipperd. Echt grote jongens heb je niet, los van de Starbucks’ en McDonald’s in de wereld. Maar op de achtergrond worden de krachten steeds vaker gebundeld.” 

Zorgt de combinatie tussen Dunkin’ en Van der Valk voor zo’n groot horecablok?

“Wereldwijd is Dunkin’ echt 1 van de mooiste merken in de daghoreca. In de VS is het een van de weinige merken die Starbucks wist aan te vallen, en ook in Europa doet de keten het verrassend goed. Aan de andere kant heb je met de familie Van der Valk een partij met een goede bankrekening en idem landelijke dekking. Er is weinig horeca in ons land die steviger staat dan Van der Valk.”

Op bijna elke straathoek kun je als consument een kop koffie scoren. Is er dan wel voldoende ruimte voor nog eens 60 Dunkin’-locaties?

“Dat is lastig te zeggen. We gaan een grote shake-out in de horeca zien. Er staat veel leeg en veel partijen staan op omvallen. Je kunt je dus afvragen of het wel zo slim is om allemaal locaties te openen. Aan de andere kant is het de vraag hoeveel last Dunkin’ – en daarmee Van der Valk – daarvan heeft. Als je een to go-formule ontwikkelt voor 10 vierkante meter, met 20 verschillende soorten donuts en 10 koffiesoorten, en 1 verkoper op zo’n locatie, maak je nauwelijks kosten. Het kan ook hartstikke slim zijn voor Van der Valk om allerlei shop-in-shops van Dunkin’ om en in het hotel te openen, zoals bij het ontbijtbuffet. Daarmee kan je echt mensen aan je binden.” 

Van der Valk bedrijft zelf natuurlijk ook horeca. Is de markt voor to go-concepten zo aan het groeien dat dit een slimme stap is?

“Zeker. Kijk, traditioneel gezien hadden we 3 eetmomenten. Het ontbijt met een goede boterham, een bammetje ’s middags met oude kaas en ’s avonds een bord eten. Met een augurk bij de borrel was dat het wel. Koffie was in die tijd een commodity: je had een pot filterkoffie, met suiker en een kuipje melk. Nu eten mensen de hele dag door, in kleinere hoeveelheden. Grazing, zoals dat in mooi Engels heet. Een donut of sandwitch hier, een wrap of gevulde koek en een appel: zo vullen de we dag en blijven we continu met eten bezig. En goede koffie. 

Die verschuiving begon toen we niet meer naar de fabriek gingen, en is versterkt sinds we ook niet meer naar kantoor hoeven. Daardoor zijn mensen een beetje ontheemd geraakt. Vaste eetmomenten zijn aan vaste eetplekken gekoppeld, en die zijn we kwijt. We kunnen overal eten, en dat willen we ook. Dat zie je in de stad: 20 jaar geleden hadden we tot 60 procent minder horeca; nu zijn er veel meer plekken waar je iets kunt snaaien. Die ontwikkeling gaat hand in hand: meer horeca betekent ook dat mensen vaker buiten de deur eten.

En dus is het de vraag wie de winnaar in die markt wordt: AH to go, Stach, Spar, Coffee Company of Bagels & Beans? In Amerika en in het Verenigd Koninkrijk is die trend al veel zichtbaarder, met allerlei ketens die koffieabonnementen aanbieden. Daar zijn ze al veel meer bezig met out of home.” 

Eerder zei je al dat een goed merk veel waard is. Over hoeveel hebben we het dan? Heeft zo’n consumer brand veel omzetpotentieel?

“Ik denk dat Dunkin’ voor Van der Valk veel potentie heeft. Met dit merk, en nieuwe locaties in of bij de hotels, kunnen ze meer gaan verkopen dan op hun eigen koffie en appeltaart. Ook zorgt het voor meer in- en uitloop in de hotels en meer to go-klanten. Mensen nemen een kop koffie en donut als ontbijt, bijvoorbeeld, of willen het meenemen voor in de auto naar huis. Dat, plus al die plekken met veel traffic – zoals snelweglocaties – maakt dit een no-brainer. Ik kan me voorstellen dat mensen dan eerder de afslag nemen voor een Van der Valk en Dunkin’, dan dat ze afslaan naar een Shell om iets te halen bij een Starbucks.”