Bever opent zaterdag in Utrecht een nieuw, duurzaam winkelconcept. Een laboratorium voor innovatie, zegt director marketing Marjolein Vendrig over de nieuwe vestiging, waar alles draait om anders produceren en consumeren.

In de winkel, waar voorheen de enige Bever-outlet zat, wil de outdoorketen vooral veel experimenteren met nieuwe retailmodellen. Zo bestaat 50 procent van de winkel uit circulaire concepten zoals 2e Buitenkans-producten, gerepareerde items en verhuur-, onderhoud- en reparatieservices. Daarnaast koopt Bever outdoorproducten terug om te voorkomen dat ze ongebruikt in de kast blijven liggen.

“Het wordt een beetje onze testwinkel”, zegt Vendrig. “We proberen er nieuwe concepten uit die we bij succes willen uitrollen naar andere winkels.” Een daarvan is onderhoud en reparatie, die in de nieuwe winkel op een opvallende en vooral inspirerende manier onder de aandacht wordt gebracht. 

Wegwerpmaatschappij

“We leven in een wegwerpmaatschappij”, zegt Vendrig. “Onderhoud vinden we lastig of niet leuk en zien we als iets functioneels. Wij willen dat veranderen door onderhoud leuk en aantrekkelijk te maken. Daarom hebben we in de winkel een plek gecreëerd waar je items kunt laten personaliseren, bijvoorbeeld door een scheur in je jas te repareren met een opvallend gekleurd lapje of door een rits te vervangen door een andere kleur. Zo wordt het gerepareerde item nog unieker dan het origineel.”

Tekst loopt door onder foto

Bewustere keuzes

Bever wil met de nieuwe winkel consumenten vooral stimuleren om bewustere keuzes te maken in wat ze kopen en hoe ze met spullen kunnen omgaan. Eerder zette de outdoorspecialist al de toon met For Future Fridays’ als alternatief voor Black Friday en was de keten een van de eerste die oude kleding inzamelde en reparatie- en onderhoudsservices aanbood.

Afgelopen zomer werd het terugkoopprogramma ‘Bever Koopt Terug’ gelanceerd en startte de retailer met het verhuren van buitenuitrusting. “Nu kopen we een product, en na 1 keer gebruiken we het niet meer en gooien we of geven we het weg. Maar waarom zou je een volledige kampeeruitrusting kopen als je maar één keer per jaar gaat kamperen?”

In de rij voor gratis onderhoud

De transitie naar een duurzamer consumptie- en retailmodel is er een vol uitdagingen, erkent Vendrig. “Het is niet altijd eenvoudig om de consument mee te krijgen. En iets als duurzaamheid is vaak moeilijk uit te vragen. Soms moet je dingen echt uitproberen en ervaren om te zien of iets aanslaat. Zoals we deden met onze ‘For Future Fridays’, waarbij we gratis onderhoud aanboden. Ik was daar in het begin zelf best sceptisch over, maar uiteindelijk stonden mensen er voor in de rij.”

De outdoorspecialist is zich ervan bewust dat een volledig circulaire bedrijfsvoering niet per definitie de beste oplossing is. “Soms is een nieuw product gewoon de beste keuze, afhankelijk van de situatie”, zegt Vendrig. “Maar we geloven dat er in veel gevallen alternatieven zijn – huren of tweedehands kan net zo goed werken. Of stel, je koopt een product wel nieuw en je gebruikt het na 1 keer niet meer, dan kun je het naar Bever brengen en krijg je de waarde van het product terug. Met deze nieuwe vestiging hebben we nu 1 winkelplek gecreëerd met een goede mix aan al die opties, waardoor consumenten autonomer en flexibeler zijn in hun aankoop.”

Tekst loopt door onder foto

Pionieren

Uiteindelijk wil Bever dat er minder nieuwe producten in omloop worden gebracht, om de afvalberg te minimaliseren. Vendrig: “Minder produceren is de meest duurzame keuze. Dat staat enigszins haaks op het traditionele businessmodel van inkopen en weer verkopen. Wij willen bewijzen dat het echt anders kan door een toekomstbestendiger model te creëren.”

Bever wil met de winkel niet alleen consumenten inspireren, maar ook andere retailers uitdagen om over nieuwe duurzame bedrijfsmodellen na te denken. “Wij geloven echt dat dit model de toekomst is”, zegt Vendrig. “Tegelijkertijd moeten we zelf ook nog uitzoeken wat werkt en wat niet. Pionieren dus. Pas door het te doen kunnen we het daadwerkelijke consumentengedrag meten en zien of we het op voorhand goed hebben bedacht.”