'Bart's Retail wil voorbeeld stellen met kort geding'

Bart’s Retail heeft de huur- en franchiseovereenkomst van de vestiging van Bakker Bart aan de Grote Markt in Groningen opgezegd. Begin december werd een einde gemaakt aan de contracten met ondernemers Halbe en Aaltine de Jong, omdat hun schuld zou zijn opgelopen tot ruim een ton. Omdat zij weigeren het pand te verlaten, komt de zaak voor de rechter.

Naast het filiaal in Groningen verkeren nog zeventig van de 189 franchisewinkels van Bakker Bart in zwaar weer, stelt De Jong. Met een ingewikkelde huurconstructie en het duur inkopen van deegwaren zou het hoofdkantoor op oneerlijke wijze concurreren met zijn eigen franchisenemers. Bakker Bart heeft bij de rechter het verzoek tot het laten ontruimen van het pand ingediend. “Met dit kort geding probeert Bart's Retail een voorbeeld stellen tegenover de overige franchisenemers, met als doel de bodemprocedure te beïnvloeden", aldus De Jong.

Volgens Bart’s Retail heeft de franchisenemer sinds 2012 selectief betaald. De ondernemers, die naast de bakkerszaak een zwemschool runnen, zouden geld dat bestemd was om de rekeningen van Bakker Bart te betalen, hebben geïnvesteerd in de verbouwingen en exploitatie van hun zwemschool. De Jong ontkent dit met klem en stelt dat de financiele problemen zijn ontstaan door ‘een communistisch prijs- en huurconditiestelsel’ dat in 2009 is ingevoerd.

In december hebben tientallen franchisenemers van onder meer Bakker Bart gezamenlijk aangifte gedaan tegen hun moederbedrijven. Ze willen dat het Openbaar Ministerie in totaal zeven franchisegevers, waaronder ook Op=Op Voordeelsop, vervolgt wegens oplichting. Faillissementen van franchisenemers zouden onderdeel uitmaken van het verdienmodel van de franchisegevers. De concerns zouden bewust valse prognoses hebben gegeven en de ondernemers daarmee in grote financiële problemen gebracht hebben.