Het aantal Nederlandse huishoudens dat spullen met elkaar deelt komt dit jaar uit op ongeveer een miljoen. Dat voorspelt het Economisch Bureau van ING in een rapport over de ontwikkeling van de deeleconomie.
Vorig jaar heeft acht procent van de huishoudens iets tegen betaling afgenomen of uitgeleend binnen de deeleconomie. Op den duur zou meer dan een kwart van alle huishoudens een product of dienst tegen betaling willen gebruiken, en wil één op de drie iets uitlenen, aldus de bank. Ouderen hebben weinig behoefte om producten te delen omdat ze waarde hechten aan eigendom. Vooral consumenten onder de 35 jaar en mensen met een hoog inkomen en een hoog opleidingsniveau zijn enthousiast over de deeleconomie.
Consumenten delen vooral gereedschap, huizen en auto’s. Voor vragers in de deeleconomie wegen financiële motieven zwaar om producten te lenen. Aanbieders noemen ‘verspilling tegengaan’ als belangrijkste reden.
Tien procent van de aanbieders ontvangen gezamenlijk tachtig procent van alle gespendeerde euro’s in de deeleconomie. Het geld komt vooral terecht bij huizenbezitters die hun huis tijdelijk ter beschikking stellen aan anderen. De opbrengsten voor de andere aanbieders bedraagt per jaar enkele tientallen euro’s.
Vanwege de geringe omvang van de deeleconomie, is er nu nog nauwelijks sprake van invloed op de totale economie, stelt ING. Consumenten zien echter hun keuzemogelijkheden toenemen en de prijzen dalen in de sectoren waarin de deeleconomie opkomt. Zo komen doe-het-zelfretailers in toenemende mate onder druk te staan omdat klanten gereedschap delen in plaats van te kopen. In Frankrijk speelt bouwmarktketen Mr Bricolage hier op in met zijn deelplatform La Dépanne. Hier kunnen klussers onderling materiaal huren en verhuren.
Reacties 0