De provincie Utrecht wil met gemeenten en marktpartijen komen tot een gezamenlijke aanpak van de groeiende leegstand in winkelcentra. Aanleiding is een rapport van Q&A Research & Consultancy, waarin naar voren komt dat de provincie over te veel detailhandelsmeters beschikt.
Er is volgens het rapport onvoldoende rekening gehouden met belangrijke ontwikkelingen aan zowel de vraag- als aanbodzijde. Het economisch functioneren van de detailhandel staat hierdoor te veel onder druk. Hoewel de problematiek minder groot is dan in overige provincies - de leegstand ligt 1,4 procent onder het landelijke gemiddelde - zullen de cijfers de komende jaren oplopen als gevolg van technologische ontwikkelingen en veranderend consumentengedrag.
In Utrecht wonen relatief jonge mensen, waardoor er een grotere afvloeiing is naar het online kanaal. Q&A schat in dat alleen al door verdere toename van internetaankopen de komende jaren minimaal tien procent van het aantal fysieke verkooppunten verdwijnt. Dit is met name te zien in de aankoop van niet-dagelijkse producten. Daarin is het omzetaandeel van online gestegen van elf naar zestien procent. De verwachting is dat deze lijn de komende tien jaar doorzet naar een aandeel van circa 25 procent.
Het omzetpotentieel zal op zowel korte als lange termijn per gemeente sterk verschillen, als gevolg van bijvoorbeeld bevolkingssamenstelling. De onderzoekers verwachten dat Veenendaal, Nieuwegein, Utrecht, Amersfoort en Zeist kunnen rekenen op meer bezoekers uit andere gemeenten en dit zal ten koste gaan van de retail in andere gemeenten.
De provincie Utrecht wil het komende half jaar met gemeenten en marktpartijen een gezamenlijke aanpak ontwikkelen. Belangrijke thema’s zijn het opstellen van een retailvisie, het bepalen van concentratie- en ontwikkelgebieden, het inbedden van online retail en een beleid ten aanzien van meters en de periferie.
Reacties 0