Door Hans Verstraaten (columnist)
Bron: RetailTrends 11

Het zou natuurlijk beter zijn als deze column over luxueuze retail in New York zou gaan of hippe retail in Londen of chique retail in Milaan. Nou, mooi niet mensen, deze column gaat over retail in Tiel, de zelfverklaarde hoofdstad van De Betuwe, tevens thuisbasis van Flipje en het gelijknamige Flipje-museum, dat u vooral niet moet bezoeken (want er is wel erg weinig te beleven). Niet te vergeten: Tiel is mijn woonplaats, ik woon en werk in de binnenstad, in een pand uit de zeventiende eeuw. Tiel zelf is nog wat ouder: 1160 jaar.

Maar anno 2017 is Tiel vooral een van de vele provincieplaatsen waar de winkelleegstand hoog is en jaar na jaar alleen maar toeneemt. Ik schat de leegstand in de binnenstad momenteel op zo’n 25 procent. Treurig, want Tiel doet er toch alles aan om het centrum levendig te houden. Zo is er het jaarlijkse Appelpop, met onder meer De Jeugd Van Tegenwoordig, Racoon en Kensington (ruim 125 duizend bezoekers), de jaarlijkse Ronde van Tiel, ditmaal met bijvoorbeeld Tom Dumoulin en Dylan Groenewegen (ruim dertigduizend bezoekers) en het jaarlijkse Fruitcorso, ook dit jaar weer met een heleboel fruit (ruim honderdduizend bezoekers). 

De binnenstad is het hele jaar door voorzien van feestelijke verlichting en versieringen. Elk weekend trekt een orkest door de binnenstad, er vinden smartlappenfestivals plaats, diverse Flipjes delen gratis fruit uit, zeemanskoren treden met grote regelmaat op en er zijn minstens vijf grand cafés met grote terrassen. Op het marktplein – dat verder één groot terras is – bevinden zich maar liefst vijftien restaurants, waaronder minstens zes erg goede én betaalbare. Van het marktplein is het slechts vijf minuten lopen (hé, het lijkt wel of ik een folder schrijf in opdracht van de gemeente Tiel, nee hoor) naar De Waal: ’s lands grootste, machtigste rivier. Je kunt het pontje nemen (slechts 140 eurocent!) en dan ben je meteen in de vrije natuur. Of een tijdje op een van de stranden vertoeven (ja, net als Miami Beach en Saint-Tropez hebben wij stranden). Aan de andere kant van de stad ligt De Linge, een rivier die zich lieflijk door het landschap meandert (dat ik dit allemaal uit mijn keyboard krijg, zeg, terwijl ik toch echt niet per cliché word betaald en, nogmaals mensen, geen eurocent van de gemeente Tiel ontvang).    

Parkeren kan overal en kost bijna niks. De binnenstad is vanaf de A15 goed bereikbaar en aan die A15 ligt het grootste Van der Valkhotel van het land. Op de zestiende etage heb je een prachtig uitzicht over De Betuwe, De Linge en De Waal. Tiel heeft volgens mij weinig te duchten van andere steden in de buurt. Oké, van Den Bosch kun je niet winnen, maar Den Bosch ligt drie autokwartieren verderop en heeft wel een parkeerprobleem. Geldermalsen ligt dichterbij, maar wordt in De Betuwe aangeduid als ‘Tokkietown’. Vergeet ik nog wat? Ja, Blijdestein, een van de grootste en beste highend-modezaken van het land, midden in die binnenstad, sinds 1833.  

Nu u dit gelezen heeft, spoedt u zich natuurlijk naar uw partner met dit voortreffelijke voorstel:
‘We gaan lekker een lang weekend weg!’
‘Gewéldig! Berlijn? Barcelona?’
‘Ik dacht aan, euh, Tiel.’
‘Tiel?’
‘Ja, lees die column van Hans maar.’
Vijf minuten later: ‘Wow! Tiel!’

Het stikt in Tiel van de brainstorms, meetings en overleggen tussen ambtenaren, retailers, parkeerbeheerders en onroerendgoedhandelaren om verdere winkelleegstand tegen te gaan. Voor zover ik een paar van de betrokkenen ken, zou ik ze willen omschrijven als: enthousiast, intelligent, creatief. Maar die winkelleegstand wil maar niet minder worden. Integendeel.

Daarom deze oproep: retailers van Nederland, pak op een vrijdag de auto en rijd met uw partner naar het Van der Valkhotel te Tiel (slechts 82 euro per nacht!). Parkeer vervolgens bijna voor niks op die grote parkeerplaats aan die mooie, machtige Waal. En shop u vervolgens te barsten in onze binnenstad. Na uw shopping spree bent u van harte welkom bij mij thuis voor een heerlijk Betuws glaasje appelsap of – kan ook – een dubbele Jack Daniels.

Als zelfs dit niet helpt, dan weet ik het ook niet meer.