Jaarlijks verdwijnen zo’n honderd non-foodkramen van Nederlandse markten. Het aantal foodverkopers neemt juist met hetzelfde aantal per jaar toe, blijkt uit onderzoek van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH).
Vooral marktkramen in textiel en kleding hebben het moeilijk. In de afgelopen tien jaar zijn er in totaal zo’n vijfhonderd verdwenen. Ook zijn er driehonderd minder tweedehandskramen op de markten. De foodbranche is daar juist sterk gegroeid, met zo’n duizend bedrijven in de afgelopen tien jaar. Wekelijks zijn er in totaal zo’n duizend markten in Nederland met ongeveer elfduizend verkopers.
Ambulante handel is in totaal goed voor twee miljard euro omzet per jaar, zo’n twee procent van de totale detailhandel. Aan het begin van deze eeuw was dat nog 2,8 miljard euro, ongeveer vier procent. Foodondernemers zijn volgens CVAH doorgaans positiever over hun omzetontwikkeling dan non-foodspelers. De afgelopen jaren beoordeelde vaak meer dan de helft van die laatste groep zijn omzetontwikkeling ten opzichte een voorgaand kwartaal als negatief, blijkt uit een peiling.
Om te overleven moet de markt volgens CVAH veranderen in ‘een plaats van proeven en ontmoeten waar speciaal de standaard is’. Lokale overheden moeten in hun marktbeleid meer ruimte geven voor innovatie en de ontwikkeling van nieuwe activiteiten en functies, zegt voorzitter Henk Achterhuis. “De signalen staan niet meer automatisch op groen, de markt is voor veel consumenten al lang niet meer de meest logische plek voor het kopen van goedkope producten.” Dat komt volgens hem vooral door het steeds completere aanbod en de ruimere openingstijden van supermarkten en discounters.
Reacties 0