Een discounter die met een eigen lijn komt die bij de Bijenkorf niet zou misstaan. Het klinkt vreemd, maar toch belooft Dekbed Discounter niets minder dan dat met zijn nieuwe merk Presence. Niet omdat de snelgroeiende online beddenshop nu plotseling opschuift naar een hoger segment, maar omdat het een wat andere kijk heeft op discount, zo legt oprichter Niels Verwij uit.
De beslissing van Dekbed Discounter om eigen luxeproducten in de markt te zetten, is niet bepaald uit luxe genomen. De etailer kreeg het niet voor elkaar om leveranciers, met name uit het hogere segment, aan zich te binden. “Zij vinden dat ze een merk hebben en willen dat niet aan een discounter verkopen”, stelt Verwij. “Ze vinden het vervelend als wij hun producten te grabbel gooien. Dat zouden we natuurlijk nooit doen, maar zo zien zij dat.” De zogenoemde Presence-lijn van de webwinkel bestaat in eerste instantie uit dekbedovertrekken, lakens en kussenslopen. Verwij verwacht dat de verhouding tussen ingekocht en zelf geproduceerd, die nu al fifty-fifty is, verder zal verschuiven. Externe leveranciers werpen te veel ristricties op, verklaart hij....
Een discounter die met een eigen lijn komt die bij de Bijenkorf niet zou misstaan. Het klinkt vreemd, maar toch belooft Dekbed Discounter niets minder dan dat met zijn nieuwe merk Presence. Niet omdat de snelgroeiende online beddenshop nu plotseling opschuift naar een hoger segment, maar omdat het een wat andere kijk heeft op discount, zo legt oprichter Niels Verwij uit.
De beslissing van Dekbed Discounter om eigen luxeproducten in de markt te zetten, is niet bepaald uit luxe genomen. De etailer kreeg het niet voor elkaar om leveranciers, met name uit het hogere segment, aan zich te binden. “Zij vinden dat ze een merk hebben en willen dat niet aan een discounter verkopen”, stelt Verwij. “Ze vinden het vervelend als wij hun producten te grabbel gooien. Dat zouden we natuurlijk nooit doen, maar zo zien zij dat.” De zogenoemde Presence-lijn van de webwinkel bestaat in eerste instantie uit dekbedovertrekken, lakens en kussenslopen. Verwij verwacht dat de verhouding tussen ingekocht en zelf geproduceerd, die nu al fifty-fifty is, verder zal verschuiven. Externe leveranciers werpen te veel ristricties op, verklaart hij. “Doordat ze producten te duur maken kunnen wij ze niet verkopen voor een prijs die volgens ons goed is.”
De nieuwe luxelijn betekent ook dat Dekbed Discounter het woord ‘discount’ nieuw leven inblaast, legt Verwij uit. “De slaapkamer is altijd het domein geweest van een aantal hele grote spelers die enorme marges pakken." Een product dat bij Dekbed Discounter bijvoorbeeld veertig euro kost, verkoopt een concurrent als Vandyck voor 250 euro. “Exact hetzelfde artikel uit dezelfde fabriek”, zegt Verwij. En hoge marges zijn volgens Verwij nergens voor nodig. In ieder geval niet om winst te kunnen maken, want daarvoor heeft ook Dekbed Discounter inmiddels voldoende schaal bereikt. “We zijn een rendabel bedrijf. Enorm veel winst maken we niet, want we sturen voornamelijk op groei en dat kost altijd een hoop geld.” Ter illustratie: Dekbed Discounter groeide in vier jaar tijd van een half miljoen naar twintig miljoen euro omzet, en verwacht nog jaren achter elkaar te kunnen verdubbelen.
Geen tussenschakel
De start met een eigen label, roept de vraag op of Dekbed Discounter die ook via andere retailers wil verkopen. Een shop-in-shop bij de genoemde Bijenkorf is wellicht niet de meest voor de hand liggende optie, maar de webwinkel wordt soms wel benaderd door retailers, zegt Verwij. Echt enthousiast is hij daar niet voor te krijgen. “Onze kracht is die lage marge. Bij de partijen die ik net als voorbeeld noemde, is ergens in de keten een tussenpersoon betrokken. Als wij een retailer tussen ons en de consument zetten, moeten we ook meer marge rekenen. Dat maakt het lastig.”
Sinds eind vorig jaar verkoopt Dekbed Discounter niet alleen producten, maar is de etailer ook gestart met het verhuren van boxsprings. Eind volgend jaar hoopt Verwij op honderdduizend aanvragen voor een lease te zitten. Hij is blij met de ontwikkeling van de nieuwe dienst. “We zijn tevreden over de aantallen en de leasebedden krijgen goede reviews.” Hoe de verhouding tussen verhuren en verkopen zich zal ontwikkelen, durft hij niet te zeggen. “We zien dat het allebei goed loopt, ik verwacht niet dat het of/of wordt. Leasen zal wel steeds meer geaccepteerd zal raken, dus de absolute aantallen zullen toenemen.”
Fysieke winkels
Dekbed Discounter legt momenteel de laatste hand aan een showroom bij zijn hoofdkantoor in Gouda. Klanten kunnen daar de bedden en matrassen uitproberen en advies krijgen over beddengoed, zij het alleen op afspraak. Bovendien woont nu eenmaal niet iedereen in de buurt van Gouda, dus hoopt Dekbed Discounter volgend jaar ook op te duiken in de winkelstraat. Daarvoor denkt Verwij aan meerdere vestigingen op A-locaties in grote steden. “Als je in elke grote stad een winkel hebt, heb je een duidelijke start. Je komt gelijk goed binnen.” Een stuk of zes à zeven winkels lijkt hem reëel, waarbij hij Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven als potentiële vestigingslocaties noemt. "Gelijk vol gas, zoals we eigenlijk met alles doen."
De etailer omschrijft zich als de grootste webshop voor beddengoed in de Benelux. Om de focus niet te verliezen, denkt Verwij op korte termijn nog niet aan andere landen. “Eerst willen we hier stabiliteit bereiken met onze webshop en straks de winkels. Als je te veel dingen tegelijk gaat doen, worden je bedrijfsprocessen behoorlijk op de proef gesteld, zeker als je zo snel groeit.” Maar mocht over een maand of zes à zeven alles op de rit staan en de cijfers er nog altijd rooskleurig uitzien, dan komt de stap wellicht toch, zij het ‘of in één keer heel goed of helemaal niet’. “Iedereen kijkt dan al snel naar Duitsland. Het is een megaland en daardoor een grote kans, maar ook een bedreiging. De cultuur is anders, de mensen reageren anders. Mijn gevoel zegt dat het tricky is.” Dat Dekbed Discounter de stap aan zou kunnen, lijdt voor hem geen twijfel. “Maar eerlijk gezegd denk ik dat we het nu niet zouden moeten willen. Als je te snel gaat, behaal je nooit het maximale resultaat.”