De Nederlandse detailhandel kan volgend jaar een omzetgroei van 2,5 procent tegemoetzien. Dat is een procentpunt minder dan dit jaar, blijkt uit een nieuwe voorspelling van het ING Economisch Bureau. 

De dalende groei is zowel te zien bij foodretailers als non-foodspelers en zowel on- als offline. Consumenten hebben weliswaar uitzicht op meer koopkracht in 2019, maar toch daalt de koopbereidheid. Dat is een gevolg van het afgenomen consumentenvertrouwen.

Non-foodverkopers groeien naar verwachting met 1,5 procent, een half procentpunt minder dan dit jaar. Door de krapte op de huizenmarkt zien woonwinkels en dhz-zaken hun omzetgroei afzwakken. Winkels in persoonlijke verzorging weten hun groei wel vast te houden. Daar tegenover staan veel sectoren met weinig tot geen groei, waaronder fashion, consumentenelektronica en speelgoed. 

De omzet van voedingswinkels stijgt in 2019 eveneens met 1,5 procent, tegenover drie procent dit jaar. Winkeliers zullen de btw-verhoging van zes naar negen procent naar verwachting in hun prijzen doorrekenen en dat remt de toename van de verkopen. Terwijl supermarkten nog marktaandeel weten te winnen in 2019, moeten speciaalzaken rekening houden met krimp. In beide kanalen neemt het belang van online toe.

Webshops blijven met een groei van 13,5 procent in de dubbele cijfers. De groei van etailers nam tussen 2016 en 2018 al stapsgewijs af van 18,5 naar vijftien procent.

De voorspelling is opvallend, omdat ING eind augustus nog rekende op een hogere omzetgroei van vier procent in 2019. De gestegen koopkracht werd daarbij als belangrijkste factor genoemd. Bovendien werden de prijsverhogingen als gevolg van het hogere btw-tarief toen nog als mogelijke omzetdrijver genoemd.