Steeds meer retailers trekken naar het zuiden van België om in Wallonië de markt te verkennen. Zo lanceerde bol.com onlangs een Franstalige app, zet etailer T.O.M. een eerste stap op de Franse markt en ook 123inkt vertaalde voor Wallonië zijn website. Is er sprake van een trend? En wellicht belangrijker nog: wat zien Nederlandse retailers in dat gebied tussen Vlaanderen en Frankrijk?

Het is niet voor het eerst dat retailers uit ons land zich vestigen in Wallonië. Grote namen als HEMA, Blokker, Action en Sligro hebben zich in de loop der jaren al naar het Franstalige deel van België begeven. Afgelopen jaar is de lijst met Nederlandse retailers in Wallonië echter flink gestegen. Coolblue, bol.com, T.O.M. en 123inkt hebben hun weg naar het Franstalige België gevonden. De kans is groot dat die lijst de aankomende jaren alleen maar langer wordt, als je het vraagt aan Rodrigo dos Santos, economisch adviseur van de Wallonia Export Agency bij de Belgische ambassade in Den Haag. “De Nederlandse retailers die nu actief zijn in Wallonië zijn groot en hebben veel kapitaal en vermogen. Er is ruimte voor kleinere spelers. De concurrentie binnen Nederland is groot, retailers zijn op zoek naar een uitbreiding van hun markt en die vinden ze in het buitenland.”

Handelen met voorkennis
Wallonië heeft 3,5 miljoen inwoners en in Brussel spreekt negentig procent van de inwoners Frans. Dat is een van de voornaamste argumenten van retailers om naar het zuiden van België te trekken en die vertaalslag te maken. Voorwaarde is dan wel volgens Dos Santos om lokaal personeel in de winkel neer te zetten. “Het kan met een Nederlandse manager die Frans spreekt, of met een Waalse manager die Nederlands spreekt. Maar retailers hebben iemand nodig die de cultuurverschillen kan overbruggen.” Al zijn het maar kleine verschillen, het is handig om te weten hoe Walen denken en reageren. Die kennis is belangrijk bij het starten van een onderneming in dit Franstalige gedeelte van België.

Veel van de Nederlandse retailers die de Waalse markt betreden, zijn eerder al actief geweest in het noordelijke, Vlaamse deel van België. En dan is het logistiek gezien een begrijpelijke keuze om naar Wallonië te trekken, stelt retailexpert Els Breugelmans van de KU Leuven. “Als je al Vlaanderen belevert dan is de uitbreiding naar Wallonië niet zo heel moeilijk, maar juist heel overzichtelijk.” Op productniveau is het een ander verhaal, want je moet alle producten die je levert vertalen naar het Frans. “Op het moment dat retailers die stap zetten, dan is het wel een investering die op de langere termijn zou kunnen renderen, aangezien daardoor de internationale markt en Frankrijk ook interessant worden en bereikbaar zijn.”

Crossborder-shoppen
Breugelmans vraagt zich af of de Walen wel affiniteit hebben met de Nederlandse retailer. “Crossborder-shoppen is in België behoorlijk groot. Afhankelijk van waar je woont ga je crossborder-shoppen in het noorden of het zuiden”, vertelt de retailexpert. Zo zijn Vlamingen bekend met Albert Heijn en Jumbo, en gaan Walen eerder naar Frankrijk voor de hypermarkten van Auchan. “Ik denk dat de Nederlandse retailer minder bekend zal zijn voor de Walen, en ze zijn het niet gewend om daar te winkelen.”

Weet je hoe de markt in Wallonië werkt, dan is de overstap naar Frankrijk klein. De website en producten zijn al vertaald naar het Frans. Niet alleen is Frankrijk vlakbij, ook staan de Walen dichter bij de Franse cultuur dan dat de Vlamingen en kun je als retailer dus al kennismaken met die cultuur. “Zij kijken vaak naar de Franse tv en kennen de Franse politiek vrij goed”, vertelt Dos Santos. Wallonië wordt daarom door veel bedrijven als springplank gebruikt naar de Franse markt. Al stelt de economisch adviseur dat er wel grenzen zijn aan die expansie. “Het heeft zin voor Luxemburg en het noorden van Frankrijk. Maar het heeft niet zoveel nut om Wallonië te gebruiken als je naar Lyon of Bordeaux wilt gaan, dan worden de verschillen te groot. Tot Parijs is het makkelijk, ook door de goede verbindingen met de trein, de auto en de boot.”

Naast dat het een springplank is voor retailers, ziet Breugelmans dat retailers België ook als testland gebruiken voor hun producten. Mede door de dubbele verpakkingen met de twee talen erop, maar ook de andere mentaliteit van het Vlaamse gedeelte, dat wat meer naar het Nederlands toe neigt, en het zuidelijke gedeelte dat wat meer naar het Franse leunt. Op die manier krijgen ze een goede indicatie van hoe hun product wordt ontvangen. “We zijn een heel fijn land om dat in te testen. Diversiteit is daar in ons voordeel.”