Een juridisch conflict tussen Unilever en dochterbedrijf Ben & Jerry's is opgelost. Dat meldt het voedingsmiddelenconcern in een eenregelig persbericht. Unilever wil niet zeggen wat de oplossing inhoudt.

IJsmerk Ben & Jerry's kondigde juli vorig jaar aan te stoppen met de verkoop van ijs in nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, omdat dat niet zou stroken met de waarden van het bedrijf. Moederbedrijf Unilever besloot daarop de Israëlische tak te verkopen aan een lokale licentiehouder, die de verkoop van het ijs in Palestijns gebied kon voortzetten.

Het activistische merk sleepte toen zijn eigen moederbedrijf voor de rechter om de deal tegen te houden. Afgelopen zomer wees de rechter de bezwaren van Ben & Jerry’s af. Het ijsmerk liet het daar niet bij zitten en spande opnieuw een zaak aan. Volgens Ben & Jerry's schendt Unilever de overeenkomst die in 2000 werd gesloten, toen het merk onderdeel van Unilever werd. Het ijsmerk kreeg toen verregaande vrijheid om zelfstandig beleid te blijven maken.

"Ik ben blij dat de rechtszaak tussen Unilever en het onafhankelijke bestuur van Ben & Jerry's is opgelost", zegt licentiehouder Avi Zinger in een verklaring aan persbureau Bloomberg. Hij voegt eraan toe dat er niets is veranderd aan de overeenkomst die hij met Unilever sloot. "Ik kijk ernaar uit om het heerlijk smakende Ben & Jerry's ijs onder de Hebreeuwse en Arabische handelsmerken in heel Israël en de Westelijke Jordaanoever tot ver in de toekomst te blijven produceren en verkopen."

Ben & Jerry's heeft nog niet gereageerd.