Vaak wordt gedacht dat elektrische auto’s een moderne uitvinding zijn, die uit nood geboren is. Fossiele brandstoffen zijn immers aan het opraken en er moet een eind komen aan de uitstoot van schadelijke stoffen, zoals stikstof. Dat is een misvatting. In de eerste auto’s die ooit werden ontwikkeld was het de bedoeling om een elektromotor als krachtbron te gebruiken. Een voorbeeld daarvan is de Baker Green Victoria uit 1907. Citroën heeft in de jaren dertig en zeventig ook elektrische modellen gemaakt, zoals de TUB Fenwick en de Ami. Mede door een gebrek aan oplaadpunten en goede accu’s hebben deze auto’s het niet gered.

Simpele techniek
Bij moderne elektrische auto’s blijkt, dat de keuze voor een elektrische aandrijflijn niet zo’n gek idee was. Elektromotoren hebben veel minder bewegende onderdelen dan verbrandingsmotoren. Daardoor slijten ze minder snel en gaan ze minder vaak kapot. Ook het onderhoud aan elektrische auto’s is gemakkelijker. Het is echter vooral te danken aan de betere technieken om krachtige batterijen te maken, dat de elektrische auto nu populair aan het worden is. Want de grote, zware batterijen met weinig capaciteit van een eeuw geleden was de voornaamste reden waarom de eerste elektrische auto’s maar beperkt konden worden ingezet.

Modificeren
Voor de liefhebbers van klassieke auto’s, die allemaal een verbrandingsmotor hebben, is de ontwikkeling in de richting van meer elektrische auto’s niet een prettige ervaring. Uiteindelijk zal dat ertoe leiden dat de prijzen van de brandstoffen voor hun hobby sterk gaan stijgen. Er zijn echter liefhebbers van klassieke auto’s, die aan de slag gaan om hun klassieke auto te modificeren. Ze gebruiken moderne accu’s en motoren om een nieuwe aandrijflijn in hun klassieker te bouwen. Daardoor is de auto weliswaar niet meer helemaal origineel, maar kunnen ze nog steeds op een milieuvriendelijke manier in hun klassieke model blijven rondrijden.

Nieuwe infrastructuur
Van een gebrek aan oplaadpunten is nu geen sprake meer. Nagenoeg elke eigenaar van een elektrische auto gaat er meteen toe over om een voorziening bij de woning te bouwen waarmee de accu kan worden opgeladen. Dat is kostentechnisch het meest voordelig. Als er zonnepanelen op de woning liggen is het onder bepaalde voorwaarden zelfs mogelijk om de auto geheel gratis op te laden. Ook laadpalen die bij bedrijven staan maken vaak van deze mogelijkheid gebruik. Bedrijven kunnen hun werknemers dan voor heel lage kosten in een auto laten rijden.

Laadpalen
De publieke laadpalen die overal in het land op parkeerplaatsen te vinden zijn, worden ook gevoed door groene energie. Jammer genoeg merkt een klant daar niets van. Die moet een standaard tarief betalen om zijn elektrische auto bij zo’n laadpaal op te laden. Toch vallen de kosten van het opladen in vergelijking met het voltanken van een tank benzine nog best mee. Wie echter gebruikmaakt van voorzieningen voor snelladen, zal met benzine vergelijkbare prijzen betalen voor het laden. De meeste bezitters van een elektrische auto zullen deze optie alleen gebruiken als ze onderweg met een bijna lege accu staan.