Het is inmiddels alweer ruim een maand geleden sinds Pieter Pot op de fles ging. Deze week werd gemarkeerd door 2 sleutelmomenten: de deadline van de crowdfunding en het verschijnen van het eerste faillissementsverslag. Wat is inmiddels bekend, en wat blijft nog gissen? 4 punten. 

1. Dit gebeurde er vóór het faillissement 

De eerste jaren kenmerkten zich door groei. Keiharde groei, want al in 2021 haalde Pieter Pot 9 miljoen euro groeigeld op. Ter vergelijking: dat is net zoveel als de totale omzet in 2021 – het beste jaar dat het bedrijf tot zijn faillissement gedraaid heeft. 
 

Pieter Pot scheurde uit zijn hemd, wat bleek toen de e-commercemarkt na (en deels tijdens) de coronapandemie instortte. De investeerders trokken zich terug, en stopten met de broodnodige financiële steun. Steun die Pieter Pot keihard nodig had. Al in 2021 zei oprichter Jouri Schoemaker dat het bedrijf te maken had met dubbele vervoerskosten, aangezien de weckpotten en -flessen heen en weer moesten worden gereden. En dat kost geld. 
 

Het jaar erna, in 2022, bleek dat het slecht ging met het bedrijf. Pieter Pot kampte met bezorgproblemen: bestellingen werden te laat of helemaal niet afgeleverd. Er werden tientallen medewerkers ontslagen. 
 

Pas begin vorig jaar werd echt duidelijk hoe nijpend de situatie was. Uit een brief (die in handen is van RetialTrends) bleek dat schuldeisers werd gevraagd om geduld te hebben, en genoegen te nemen met een percentage van de openstaande vorderingen. Jordan Koppelle en Dominique Rommers, bekend van De Delicatessenfabriek, werden aandeelhouders van het bedrijf en namen het stokje over. De oprichter moest zijn rol van ceo afstaan, en deed een stapje terug. 
 

Al snel werd Schoemaker toch weer aangesteld als topman van de sympathieke e-commercespeler. Met zijn terugkomst werd er direct een rooskleurig beeld geschetst voor de toekomst van de Pieter Pot. Nog in 2023 zou er break-even gedraaid worden, waarna zwarte cijfers niet lang meer op zich zouden laten wachten. Dat scenario pakte anders uit.  

2. De oorzaken van het faillissement

Hoewel curator Maria Bowmer de komende periode diepgravend(er) onderzoek doet naar de aanleiding van het faillissement, heeft het huidige bestuur in het eerste faillissementsverslag wel het een en ander aan duidelijkheid kunnen geven. Wat als een paal boven water staat, is dat Pieter Pot dermate veel schulden heeft opgebouwd in zijn eerste jaren, dat deze last niet eenvoudig weg te werken was. 
 

Er zijn meerdere factoren die het faillissement – en de schulden – hebben veroorzaakt. Zoals gezegd groeide Pieter Pot in coronatijd extreem hard. Het bedrijf werd afhankelijk van extern geld. Toen de investeerders zich terugtrokken, kwam Pieter Pot in acute geldnood. Toen ook verdere financiële steun bij leveranciers uitbleef, stapelden de problemen zich op. Door het gebrek aan hulp van leveranciers, kwam de inkoopmachine van het bedrijf stil te liggen. Het gevolg: online schappen die alsmaar leger raakten. 
 

Toen de nieuwe aandeelhouders Koppelle en Rommers begin 2023 een belang in PieterPot Beheer (de werkmaatschappij van Pieter Pot) namen, geloofden ze in de circulaire missie van het bedrijf. Een van de grootste veranderingen die het duo doorvoerde, was het sluiten van het eigen logistieke centrum. 
 

Al vanaf moment 1 heeft Pieter Pot flink geïnvesteerd in een eigen logistieke netwerk. Zoals gezegd: de potten en flessen moesten heen en weer worden vervoerd. Daarnaast was het logistieke netwerk ook nodig voor het vullen, opslaan en schoonmaken van alle potten en flessen. Een arbeids- en kostenintensieve operatie.
 

Volgens de curator waren de logistieke kosten structureel te hoog. De omzet, die achterbleef op de verwachtingen, kon deze niet compenseren. “Dat zorgde voor een enorme overhead”, vertelde oprichter Jouri Schoemaker. 
 

De nieuwe aandeelhouders besloten dit logistieke proces onder te brengen bij externe partijen en het dc te sluiten. Met ruim 10 duizend vierkante meter aan dc-oppervlakte minder, werd ook fors gesneden in het personeelsbestand. Het aantal medewerkers werd teruggebracht van zo’n 200 tot 15 personeelsleden. 
 

Dat werkte: de kosten gingen omlaag. Bijkomend voordeel, volgens Schoemaker: er ontstond een “heel klein, lean team. Bijna alsof je een merk bent van een consumer good.” Hoewel de kosten hiermee omlaag werden gebracht, bleken de schulden uit het verleden toch te hoog. 
 

3. Het financiële plaatje

In oktober startte Pieter Pot als laatste redmiddel een crowdfundingactie op, om via een crediteurenakkoord financiering te verkrijgen. Daarmee konden klanten aandelen kopen van PieterPot Beheer BV (het moederbedrijf). Met de meeste crediteuren kon een overeenstemming worden bereikt, maar niet alle bedrijven gingen hierin mee. 
 

De crowdfundingsronde was nog gaande toen Bedrijfstakpensioenfonds Levensmiddelen een faillissement aanvroeg voor het bedrijf. Op de teller stond zo’n 80 duizend euro. De rechter ging akkoord, en het faillissement was een feit.
 

Uit het faillissementsverslag van de curator blijkt nu dat de schuld bij het pensioenfonds een relatief kleine was. In totaal heeft het bedrijf 89 concurrente crediteuren, met een schuld van 1,68 miljoen euro. De fiscus heeft nog zo’n 130 duizend euro te goed. Voorlopige eindstand: 1,8 miljoen euro, waar de niet-geleverde bestellingen van klanten nog niet in zijn meegenomen. 
 

Daarentegen heeft de curator het over een crediteurensaldo van bijna 22,5 duizend euro. Dat is bijna helemaal af te strepen tegen de vordering van de Rabobank, van 16,5 duizend euro.
 

In het jaar van het bankroet leed Pieter Pot BV 3,8 miljoen euro verlies, tegenover 5,1 miljoen euro omzet. Het jaar ervoor was zowel de omzet (9,4 miljoen euro) als het verlies (7,15 miljoen) een stuk hoger. Dat was hetzelfde jaar waarin bleek dat Pieter Pot financiële problemen zat en kampte met bezorgproblemen.
 

Pieter Pot hoeft niet te rekenen op inkomsten uit een faillissementsverkoop. Aangezien het bedrijf levensmiddelen verkoopt, is de voorraad ‘reeds over de houdbaarheidsdatum’, en daarmee onverkoopbaar. 
 

4. Komt er een doorstart of overname?

Waar nog de meeste onduidelijkheid over bestaat, is of er een doorstart of overname komt. Al een week na het faillissement had Pieter Pot een plan klaarliggen om een snelle doorstart te kunnen maken. Het idee: zodra de crowdfunding vóór 15 januari voldoende zou opleveren, zou een doorstart eenvoudig te realiseren zijn.
 

Hoewel ruim 3.000 mensen het bedrijf financieel steunden, geeft de curator nog geen duidelijkheid over een doorstart. Ondanks dat het doelbedrag van 1,25 inmiddels is opgehaald, meldt Bowmer de komende periode een doorstart of overname te onderzoeken. 
 

Founder Jouri Schoemaker heeft nog altijd geloof dat de doorstart er komt. Het enige wat nog rest, is een overeenstemming met de curator.