Veel failliete retailers maken een doorstart. In sommige gevallen weet je bij het horen van de naam van de koper al dat de kans op een duurzame voortzetting nihil is. Deze ‘bedrijvendokters’ zorgen nogal eens voor verontwaardiging. Hoe terecht is dat?
Daar was hij weer. Op 19 januari wordt bekend dat fashionketen Le Ballon een doorstart maakt. De koper is Dungelmann Group, een bedrijf van Martijn Rozenboom. Geen onbekende naam in retailland. Eerder realiseerde hij een doorstart na de faillissementen van Op=Op Voordeelshop, Dungelmann Schoenen en Miss Etam. Geen van deze voortzettingen was een lang leven beschoren. Ook voor Le Ballon ziet hij – bij nader inzien – geen levensvatbare toekomst in de winkelstraat.
Rozenboom is niet de enige met een bedenkelijke reputatie op het gebied van het kopen van failliete winkelketens. Modefamilie Hes roerde zich tot enkele jaren geleden ook regelmatig in dit speelveld. Zo eindigde een doorstart van Charles Vögele – onder de nieuwe naam Miller & Monroe – in een fiasco. Hetzelfde geldt voor modeketen Witteveen. Eerder leidde de familie Hes...
Veel failliete retailers maken een doorstart. In sommige gevallen weet je bij het horen van de naam van de koper al dat de kans op een duurzame voortzetting nihil is. Deze ‘bedrijvendokters’ zorgen nogal eens voor verontwaardiging. Hoe terecht is dat?
Daar was hij weer. Op 19 januari wordt bekend dat fashionketen Le Ballon een doorstart maakt. De koper is Dungelmann Group, een bedrijf van Martijn Rozenboom. Geen onbekende naam in retailland. Eerder realiseerde hij een doorstart na de faillissementen van Op=Op Voordeelshop, Dungelmann Schoenen en Miss Etam. Geen van deze voortzettingen was een lang leven beschoren. Ook voor Le Ballon ziet hij – bij nader inzien – geen levensvatbare toekomst in de winkelstraat.
Rozenboom is niet de enige met een bedenkelijke reputatie op het gebied van het kopen van failliete winkelketens. Modefamilie Hes roerde zich tot enkele jaren geleden ook regelmatig in dit speelveld. Zo eindigde een doorstart van Charles Vögele – onder de nieuwe naam Miller & Monroe – in een fiasco. Hetzelfde geldt voor modeketen Witteveen. Eerder leidde de familie Hes al Skooter, een kledingketen waarvan het faillissement leidde tot een hevig conflict tussen Hes en de dienstdoende curator.
Een doorstart door een beruchte koper leidt steevast tot een storm aan verontwaardigde reacties. Gericht op de kopers zelf, maar ook op curatoren die zaken met hen doen. ‘Wat een pak boter op zijn hoofd deze curator!’, schrijft een RetailTrends-lezer na een faillissement waarbij Rozenboom het winnende bod uitbracht. ‘[Deze curator] wist precies wie hij tegenover zich had’. Een ander: ‘Wat een gevoelloze man die Martijn Rozenboom en ook de curator’. Nog een lezer: ‘Laat u niet langer voor de gek houden door deze man. Triest dat de bekende curator hier telkens aan mee werkt.’ En de laatste die we hier citeren: ‘De curator heeft een dubieus spelletje gespeeld door te verkopen aan de duivel.’
Failliet, en dan?
Harde woorden, maar ligt het wel zo simpel? De realiteit van een faillissement is complexer. Het ene faillissement is het andere niet en niet voor elke winkelketen is massale belangstelling. En wil je kandidaat-bieders categorisch buitensluiten, dan zul je van goeden huize moeten komen. Dan is het niet genoeg dat iemand een dubieuze reputatie heeft.
Om uit te leggen welke keuzes en dilemma’s bij een curator op het bord komen bij een faillissement, spraken we met Kees van de Meent. Hij heeft jarenlange ervaring op het gebied van faillissementen in de retail. Momenteel is hij druk met de afwikkeling van het bankroet van Sports Unlimited Retail (Perry Sport, Aktiesport). Ook was hij de curator van V&D, Polare en Leapp. En ja: na het faillissement van FNG (Miss Etam) zat hij als curator om tafel met Martijn Rozenboom.
Een curator wordt benoemd door de rechter. Die stelt ook een rechter-commissaris aan om toezicht te houden op het gehele proces. Hoe een curator vervolgens aan de slag gaat, kan enorm verschillen per geval, vertelt Van de Meent uit ervaring. Zo trof hij bij zijn meest recente retailcase, Sports Unlimited, een bijzondere situatie aan. “Dit faillissement kwam voor de werknemers als een verrassing. Ze wisten wel dat het financieel al enige tijd niet goed ging, maar leefden in de veronderstelling dat dit samen met moedervennootschap JD Sports te keren was. Maar in plaats daarvan kwam er een curator.”
Dat leidde volgens Van de Meent intern tot ‘gefronste wenkbrauwen’. Toch heeft zo’n situatie ook voordelen. “Het betekent dat de hele organisatie er nog is. Alle vakkennis is nog aanwezig, er zijn voorraden, de betalingen zijn bij en de winkels draaien operationeel goed doordat er nog genoeg kundige medewerkers op de winkelvloer zijn. De kans is dan groter dat je een koper vindt die going concern met de winkels door wil. En dat betekent weer dat de verkoopopbrengst in de regel hoger is.”
Dat laatste is de hoofdverantwoordelijkheid van een curator: zoveel mogelijk geld in het laatje brengen voor de schuldeisers die de dupe zijn van een bankroet. Dat verzint de curator niet zelf, maar dat is bepaald door de Faillissementswet. Die plicht leidt soms tot spanning met de algemene publieke opinie, weet Van de Meent. “In de media lijkt het vaak leidend of er een doorstart komt of niet. Dan heeft de curator het goed gedaan – en anders niet. Maar zo ziet een curator dat vanuit zijn traditionele rol niet. Die moet een zo hoog mogelijke opbrengst realiseren. Hij zal dat belang altijd zwaar laten wegen.”
Tegelijkertijd is het ook niet helemaal zwart-wit. In de marge mag een curator wel degelijk rekening houden met andere belangen. Werkgelegenheid en de belangen van leveranciers zijn daar voorbeelden van. Bij de zoektocht naar potentiële kopers wordt kandidaten daar ook specifiek naar gevraagd. “Wat wil je betalen, wat zijn je plannen met de werknemers en hoe zie je de toekomst”, noemt Van de Meent als voorbeelden van vragen die dan op tafel komen.
Soms is het relatief gemakkelijk om een koper te vinden die op al die vragen met een aantrekkelijk pakket aan antwoorden komt. Zo heeft Van de Meent in 2016 La Place aan Jumbo kunnen verkopen. “La Place ging mee ten onder met V&D, maar was op zichzelf een onderneming die goed liep. Dan kun je veel gemakkelijker allerlei eisen stellen aan kopers, want je hebt heel veel geïnteresseerden.”
Totaal anders was dat toen hij in 2020 FNG (Miss Etam, Claudia Sträter, Expresso) moest zien te slijten. “Daar waren weinig kandidaat-kopers voor. Dan moet je soms een keuze maken uit armoede, niet uit luxe.”
Uiteindelijk kocht Martijn Rozenboom de formules. Expresso en Claudia Sträter verkocht hij al snel door, terwijl Miss Etam later opnieuw failliet ging. Het alternatief was volgens Van de Meent dat maar een klein stukje van het bedrijf verkocht was, terwijl de rest meteen had moeten stoppen. “Het was óf doorverkopen met enige kans dat er toch iets uit voort zou komen, óf leegverkopen.”
Curatoren die zakendoen met omstreden kopers zijn soms mikpunt van kritiek. Van de Meent wil daar een kanttekening bij plaatsen. Het is namelijk niet zo dat de curator in zijn eentje beslist of en aan wie hij verkoopt. Om te beginnen laten curatoren in de grotere faillissementen zich begeleiden door een corporate finance adviseur. Die helpt een curator bij het vinden van de meest geschikte koper. Zo werd Van de Meent in het faillissement van Sports Unlimited bijgestaan door PwC.
Verder is van belang dat financiers die zekerheden hebben bedongen, zoals een pandrecht op inventariszaken en voorraad, dat pandrecht moeten opgeven voordat een doorstart kan plaatsvinden. Dit omdat een koper geen activa wil kopen waarop nog zekerheden rusten van de financier van de gefailleerde vennootschap. Een financier gaat in de regel voor de hoogste opbrengst voor de vrijgave van zijn zekerheden om zijn eigen verlies zo beperkt mogelijk te houden. Zo’n financier heeft daardoor een bepalende stem bij een doorstart. Daarnaast moet de ondernemingsraad instemmen met een doorstart. Tot slot moet de curator goedkeuring krijgen van de rechter-commissaris. “Stel dat ik voor een bedrijf 100 kan incasseren en er gaan 100 werknemers mee naar de nieuwe eigenaar”, geeft hij als fictief rekenvoorbeeld. “Een andere partij biedt 50 en neemt 200 werknemers over. Als ik voor optie 2 wil gaan uit maatschappelijke overwegingen, dan zullen financiers met zekerheden – meestal banken – daar niet aan willen meewerken omdat hun belangen niet worden gediend. Er zijn wel marges om met andere belangen rekening te houden, maar die zijn binnen onze huidige regelgeving beperkt.”
Nieuwe regelgeving, die dit soort dilemma’s voor curatoren vergemakkelijkt, is volgens Van de Meent uitdagend om te realiseren. “Dan zou je moeten zeggen dat je afstapt van de basisregel dat de hoogste opbrengst leidend is. Dat is lastig uit te leggen aan financiers met zekerheden. Het zou ertoe kunnen leiden dat zij in de toekomst niet meer, of conservatiever, gaan financieren. En dat is in niemands belang. Retailers hebben ook in de toekomst behoefte aan banken die willen financieren, ook als het wat spannender wordt. Dat wil niet zeggen dat het geen rol kan spelen als een potentiële koper een strafrechtelijk verleden heeft of veroordeeld is door een civiele rechter in verband met onbehoorlijk bestuur. Een potentiële koper kan zich naar mijn mening om die reden diskwalificeren.”
Le Ballon
Zover is het met Rozenboom nog niet, al loopt momenteel wel een rechtszaak tussen hem en de huidige curator van Miss Etam, Nils Reerink. Volgens Reerink is er sprake van onbehoorlijk bestuur, de oud-eigenaar van de modelabels ontkent (zie kader Martijn Rozenboom versus Miss Etam & Steps, pagina xx, red.) Voor Matthijs Steenpoorte, die als curator van modeketen Le Ballon zeer recent nog zaken deed met Rozenboom, geen reden om dat niet te doen. Een negatieve reputatie is wat hem betreft niet van doorslaggevend belang. “Google geeft niet altijd het juiste antwoord”, is Steenpoorte van mening. “Ik heb altijd geleerd vooral een eigen mening te vormen. En als ik verschillende biedingen heb liggen waarvan er 1 verreweg de hoogste is, dan moet ik wel heel goede argumenten hebben om daar niet mee verder te gaan.”
Die argumenten waren er volgens Steenpoorte niet in de Le Ballon-case. Dat eerdere doorstartprojecten van Rozenboom niet altijd succesvol waren, vindt hij ook geen reden om niet aan hem te verkopen. “Waar het misgaat in de beeldvorming in zijn algemeenheid, is verwarring over de vraag wat een doorstart is. Het is mij niet gelukt voor Le Ballon een koper te vinden die bereid was een daadwerkelijke doorstart te maken, die winkels en personeel wilde aanhouden. Uiteindelijk bleven er maar 2 biedingen over, en bij geen van beide werd gegarandeerd dat er winkels openbleven of personeel in dienst kon treden. Er was gewoon geen appetite vanuit de markt. Het segment waarin Le Ballon zich bevindt is erg lastig. Er zijn nauwelijks kopers te vinden die dat willen doorzetten.”
Weinig keuze dus. Had Steenpoorte die wel gehad, dan stelt hij net als Van de Meent dat maatschappelijke belangen best hadden kunnen meewegen. “Als de ene partij 300.000 euro biedt en een ander 320.000, maar die eerste partij neemt bovendien 30 mensen mee, dan vind ik het verschil te klein om voor het geld te kiezen. Maar biedt de ander 350.000 of 360.000, dan moet je toch weer gaan nadenken. De uitkomst is meestal dat je de onderhandelingen weer aangaat. In de praktijk komt het er dan vaak op neer dat ook het bod van de partij die personeel wil overnemen, omhoog gaat. Je probeert te zoeken naar een oplossing waar zowel crediteuren als medewerkers belang bij hebben.” Steenpoorte sluit af met een positieve noot over Rozenboom. “Je kunt van zijn manier van werken vinden wat je wilt, maar hij is snel met bieden en lijkt te weten waar hij het over heeft. Binnen een dag na het toesturen van de stukken, had ik zijn bieding voor Le Ballon binnen. Voor curatoren is het prettig om snel duidelijkheid te hebben. Dan is het fijn om met een partij te schakelen die dat snapt.”
Hoe kijkt Martijn Rozenboom zelf tegen zijn rol in de retailwereld aan? Bij wijze van uitzondering is hij bereid om aan RetailTrends zijn kant van het verhaal te delen. Dat interview verschijnt morgen op retailtrends.nl
Dit is een premium artikel
Verder lezen?
Sluit je net als 2.500 bedrijven aan bij de RetailTrends-community
Slechts€10voor de eerste maand
Word member van RetailTrends en krijg;
✅ toegang tot alle premium content;
✅ het RetailTrends-magazine (print + online);
✅ net als 40.000 nieuwsbriefabonnees dagelijks het laatste nieuws in je mailbox;
✅ gratis vacactureplaatsingen op RetailTrends Jobs;