RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: retailstrateeg en -deskundige Hans Eysink Smeets, over de toekomst van het warenhuis.
Van de overnames van Inno én Neiman Marcus tot het afketsen van de koop van Macy’s: na enige tijd van stilte is het weer onstuimig in de warenhuis-retail. Om nog maar te zwijgen over de onrust die eigenlijk al jaren heerst bij de Bijenkorf. Hoe gaat het in warenhuisland?
Wat is er allemaal aan de hand?
“Eigenlijk is er niets actueels aan de hand; je ziet de doodstrijd van een sector. Al sinds de jaren ’90 heerst er een besmettelijke ziekte: de gekke warenhuisziekte. Het is voorbij met het ouderwetse format van warenhuizen, en dat is al tientallen jaren aan de hand. Met een continue stroom aan slachtoffers.”
U heeft al vaker gezegd dat Inno een vreemde eend in de bijt is, als 1 van de weinigen die wél winst maakt. Wat gaat er met de keten gebeuren onder de nieuwe eigenaren?
“Ik vind het knap dat ze überhaupt winst maken. Er wordt nu gesproken over het...
RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: retailstrateeg en -deskundige Hans Eysink Smeets, over de toekomst van het warenhuis.
Van de overnames van Inno én Neiman Marcus tot het afketsen van de koop van Macy’s: na enige tijd van stilte is het weer onstuimig in de warenhuis-retail. Om nog maar te zwijgen over de onrust die eigenlijk al jaren heerst bij de Bijenkorf. Hoe gaat het in warenhuisland?
Wat is er allemaal aan de hand?
“Eigenlijk is er niets actueels aan de hand; je ziet de doodstrijd van een sector. Al sinds de jaren ’90 heerst er een besmettelijke ziekte: de gekke warenhuisziekte. Het is voorbij met het ouderwetse format van warenhuizen, en dat is al tientallen jaren aan de hand. Met een continue stroom aan slachtoffers.”
U heeft al vaker gezegd dat Inno een vreemde eend in de bijt is, als 1 van de weinigen die wél winst maakt. Wat gaat er met de keten gebeuren onder de nieuwe eigenaren?
“Ik vind het knap dat ze überhaupt winst maken. Er wordt nu gesproken over het uitbreiden van het aantal winkels in België. Het is de vraag wat er daarna gaat gebeuren. 1 van de prettige dingen van Inno was dat ze niet zoveel vestigingen hadden. V&D had bijvoorbeeld 63 winkels ten tijden van het faillissement; Inno heeft er 16, op 10 miljoen inwoners. Dat betekent dat ze meer een niche in de markt kunnen opzoeken, en aan de bovenkant van de markt kunnen blijven. Dat wordt uitdagender als je meer winkels hebt. 1 of 2 lijkt me een prima beweging, maar ik vraag me af of het er veel meer dan dat moeten worden.”
Zit de sweet spot ‘m dan in de bovenkant van de markt?
“In die ‘gekke warenhuis’-ziekte, waar ik het net over had, zag je dat warenhuizen in het middensegment het als eerst moeilijker kregen. Denk aan de V&D’s van deze wereld: de ketens die in de vorige eeuw de koningen van de retail waren. Dit soort ketens konden heel groot worden omdat ze op de opkomende middenklasse zaten. Dat waren de eerste ketens die in de verdrukking kwamen, omdat ze niet meer op konden tegen de prijzen die door discounters en fastfashionbedrijven werden aangeboden.
Na die tijd werd een tijdlang gedacht dat het hoger segment warenhuizen immuum waren. Uiteindelijk bleek dat niet het geval: kijk maar naar de ellende bij Neiman Marcus, Selfridges of KaDeWe. Die problemen zie je nu overal.”
Hoe komt het dat het concept ‘warenhuis’ volgens u niet meer werkt?
“De vraag is: hoeveel koopkracht zit er in een gebied, waar je je warenhuizen van kunt onderhouden? In Londen, Parijs en New York is er genoeg ruimte voor de bovenkant van de markt. Daar kun je je goed richten op rijke toeristen, bijvoorbeeld.
De vraag is: in hoeveel gebieden in Nederland is er ruimte genoeg aan de bovenkant van de markt om een warenhuis groot te maken? Je komt al snel uit op Amsterdam – daarna houdt het op. In Utrecht kun je je als linkse studentenstad afvragen of er zo’n koopkrachtige bovenkant van de markt zit.”
Toch vind je op dit soort plekken vestigingen van de Bijenkorf, die nog steeds draaiende worden gehouden.
“Ja, daar zit een positieve ontwikkeling. Doordat Central Group al Selfridges (het moederbedrijf van de Bijenkorf, red.) en KaDeWe Group overneemt, heeft het de kracht om merken binnen te halen die je nodig hebt om een goed aanbod neer te zetten in de winkels. Het grote verschil tussen hoog en middensegment is dat de bovenkant van de retail wordt geregeerd door merken. Een merk kan zeggen: ‘Je mag mijn product voeren, maar daar heb ik een aantal voorwaarden voor’. Ze kunnen een hele wensenlijst opstellen. Om daar weerstand aan te kunnen bieden, moet je zelf ook groot zijn. Je moet het spel op schaal kunnen meespelen.”
U had het net over de fastfashionbedrijven die omzet van warenhuizen bijten. Is het onderscheid tussen de H&M- en Bijenkorf-bezoeker kleiner geworden?
“Zeg maar gerust ‘opvreten’, hoor. De grote fastfashion jongens hebben alle paradigma’s veranderd. Dat verschil tussen hoog- en laagsegment bestaat niet meer. Loop maar door een stad, en je ziet een consument met een Bijenkorf-tas enkele minuten later met hetzelfde gemak in een Primark of Uniqlo lopen. Logisch, want de Zara’s, H&M’s en Uniqlo’s van de markt maken simpelweg goede kleding voor weinig geld. Anders dan vroeger, schaamt niemand zich ervoor om in iets met een Zara-label te lopen.
Wat ook interessant is, is dat het aantal department stores is ingekrompen. Van origine focussen zij zich op mode, accessoires, cometica en horeca, terwijl fastfashion juist departments uitbreidt. Denk maar aan de home-tak van Zara, of de enorme cosmetica-afdeling bij Primark."
Hoe kan een warenhuismodel dan wel werken, volgens u?
“Dat is een heel lastige. Vergeet niet dat een home- of beauty-afdeling van fast fashionreuzen allemaal onder eigen label worden gemaakt. Alles wordt internationaal gevoerd en gesourced; daar kom je als kleine keten niet tussen. Het is een kwestie van schaal: met 7 Bijenkorf-winkels kom je niet tussen het apparaat van een Uniqlo of een Primark.
Ik denk dat de oplossing zich wel eens zou kunnen afspelen in de hoek van Central Group. Deze investeerder clustert de bovenkant van de markt. Het zou kunnen dat hier een nieuwe fase in het warenhuisspel wordt gespeeld.”