De hoge kortingen die Amerikaanse winkelketens op Black Friday beloven, zijn uiteindelijk niet zo voordelig als consumenten denken. Dat stelt The Wall Street Journal.
Tussen 2009 en 2012 nam het aantal kortingsacties bij 31 grote winkelketens in de Verenigde Staten met 63 procent toe. Het gemiddelde kortingsbedrag steeg van 25 procent naar 36 procent. In dezelfde periode bleef de winstmarge van de retailers gelijk op 27,9 procent. Tijdens de feestdagen veranderde dat percentage nauwelijks.
De algemene aanname onder consumenten is volgens de krant dat retailers de balans opmaken van hun producten en de artikelen afprijzen die niet verkocht worden. Daarmee zouden ze inleveren op hun winst. Grote winkelketens verkopen artikelen echter voor een fors hogere prijs dan de daadwerkelijke inkoopprijs. Na kortingen van bijvoorbeeld zeventig procent heeft het product daardoor nog steeds de gewenste winstmarge.
Dat betekent dat veel korting al verrekend is in de productprijs. The Wall Street Journal noemt als voorbeeld een trui die in de winkels lag. Nadat de leverancier de trui voor 14,50 dollar verkocht, ligt hij voor vijftig dollar in de winkel. Dat betekent een marge van ongeveer zeventig procent voor de retailer.
Na de eerste afprijsronde kost de trui nog 44,99 dollar. Bij de uiteindelijke kortingsprijs betaalt de consument er 21,99 euro voor. De gemiddelde prijs komt daarmee op 28 dollar, wat een marge van 45 procent voor de winkelier oplevert.
De Consumentenbond stelde onlangs dat de aanbiedingsprijs als de van/voor stuntprijzen bij van speelgoed vaak niet klopt. Intertoys bood bijvoorbeeld in november een speelgoedtrein aan van 124,99 euro voor 114,99 euro. In juli kostte dezelfde trein nog 99,99 euro.
Eerder:
Meer omzet tijdens Black Friday
Forse plus Amerikaanse m-commerce
'Aanbiedingsprijzen speelgoed misleidend'
'Korting Black Friday voordeel voor retailer'
Gepubliceerd op 5 december 2013 om 00:00
Reacties 0