Door Frans Lalieu
Commercieel directeur van RetailBOOSTING
In het dagblad De Limburger van woensdag 11 november 2015 stond een artikel met de titel 'Hoe blijft Roermond dé koopstad?'. Roermond wil zich ontwikkelen tot een sterke koopstad door vooral in te zetten op fysieke verbeteringen van het winkelcentrum waarbij beleving het toverwoord is. Men is bereid behoorlijk te investeren, in de hoop hiermee de huidige leegstand van winkels terug te dringen en meer publiek vanuit het Designer Outlet Center (DOC) richting centrum te dirigeren.
Het is maar de vraag of dit laatste gaat lukken. In het DOC zijn ruim 150 winkels gevestigd met meer dan tweehonderd A-merken. Daar komen nog eens 17 duizend vierkante meter winkeloppervlakte en drieduizend vierkante meter horeca bij. Met deze uitbreiding wil het DOC het aantal bezoekers optrekken van 4,5 naar zeven miljoen per jaar. Door aansprekende campagnes hopen gemeente Roermond en het Citymanagement 25 procent van deze bezoekersaantallen te interesseren voor een bezoek aan de binnenstad.
Een belemmerende factor is echter de N280, die als het ware het DOC en het oude stadscentrum Roermond doorklieft. Een tunnel onder deze N280 verbindt deze twee met elkaar. Bovendien is het niet zeker of een kwart van de bezoekers van het DOC het stadscentrum daadwerkelijk gaat bezoeken als ze reeds een hele dag hebben gewinkeld. Naast de binnenstad ken men ook nog kiezen voor het Retailpark of de Woon- en Tuinboulevard (gratis parkeren voor de deur).
Een ander punt van aandacht is dat men aan zijde van het DOC voor drie euro een hele dag kan parkeren en dat bezoekers met een auto in de binnenstad dit bedrag in minder dan twee uur kwijt zijn. Parkeren bij het DOC en vervolgens lopen naar de binnenstad is een mogelijkheid. De af te leggen afstand kan een belemmering zijn. Nu al blijkt dat het merendeel van de bezoekers van het DOC direct huiswaarts keert.
Om de lokale en regionale consument te interesseren voor de winkels in de binnenstad is het uitsluitend inzetten op de verbetering van het fysieke centrum en de beleving ervan niet voldoende. Ook online moet een stad zich tonen met een voldoende groot aanbod van producten. Een 'local based platform' dat het productaanbod in het winkelcentrum digitaliseert is een absolute must. Hiermee zijn niet de online fototelefoonboeken en apps bedoeld waarvan elke stad er inmiddels tig heeft. Consumenten hebben niets met deze statische platforms. Ze willen online alle producten zien die de gezamenlijke winkeliers verkopen om heel gericht winkels te bezoeken.
Voorzichtige beleidsmakers
Beleidsmakers én ondernemers moeten zich meer bewust zijn van de periode vóór 2010 en die erna. Consumenten van vóór 2010 moesten winkels bezoeken om nieuwe collecties en producten te bekijken of bestuderen. Nu oriënteert een steeds groter deel van de consumenten zich met de smartphone of de tablet eerst op het internet en bezoekt men uitsluitend winkels waarvan men weet dat deze de bewuste goederen daadwerkelijk in hun assortiment hebben. Wie dáár niet gezien is, is weg.
De bereidheid om diverse winkels binnen te lopen in de zoektocht naar een product is niet meer aanwezig. Na twee, maximaal drie winkels te hebben bezocht maakt men snel de keuze om het product via internet te bestellen. Hoe anders zou het zijn als de consument reeds in de luie fauteuil kan zien wáár in Roermond een product te koop is. De realiteit van nu is dat men bij negentig procent van het klein-mkb op productniveau niets op het internet kan vinden. Absoluut een gemiste kans. Terwijl er toch voldoende platforms zijn waar ondernemers hun producten en hun advertenties kunnen tonen.
Men maakt er geen gebruik van omdat ondernemers, maar ook gemeenten en het centrummanagement, de ontwikkelingen van dit moment en het koopgedrag van de consument totaal onderschatten. Alles draait om fysieke beleving en uitstraling. De horeca zal er zeker wel bij varen, maar wat heeft de detailhandel eraan? Als deze niet transparanter wordt, niet communiceert, adverteert of digitaal etaleert staan hen nog donkere tijden te wachten. De consument van nu zit bijna 24/7 op het internet. Hier zijn nauwelijks winkeliers met hun producten te vinden. Geen wonder dat de pure players en internationale ketens hier garen bij spinnen. Passief ondernemerschap en te voorzichtige beleidsmakers roepen dit over zichzelf af. De consument wil transparantie, stadscentra serveren beleving. Het zal een combinatie van beiden moeten zijn.
Reacties 0