Het is geen toeval dat de recent failliet verklaarde winkelketens in veel gevallen worden overgenomen door familiebedrijven. Dat zeggen meerdere experts en betrokkenen tegenover het Algemeen Dagblad.
Familiebedrijven zijn beter bestand tegen de moeilijke tijden die de retail nu doormaakt, omdat ze zuiniger met hun geld omgaan, zegt John Fentener van Vlissingen uit de bekende retailfamilie. Henk Ziengs, die onlangs Scapino overnam, noemt als voorbeeld de omgang met personeelsproblemen. “Grootwinkelbedrijven hebben daar een afdeling personeelszaken voor. Als die het druk heeft, nemen ze een secretaresse aan. Zo wordt het bedrijf steeds logger en stijgen de kosten.” Daarnaast hoeven familiebedrijven niet, zoals het failliete beursgenoteerde Macintosh, winst uit te keren aan aandeelhouders.
Bovendien zijn investeringen er bij familiebedrijven op gericht om op lange termijn gezond te blijven. “Familiebedrijven denken in jaren in plaats van kwartalen”, aldus Fentener van Vlissingen. Een familiebedrijf is dan ook beter opgewassen tegen enkele jaren van verlies. Zo steekt Blokker, dat vorig jaar twintig miljoen euro verlies draaide, dit jaar 11,5 miljoen euro in het moeizaam draaiende Xenos.
“Het is bewezen dat familiebedrijven de ruggengraat zijn van onze economie”, concludeert directeur Ward Termeer van Sacha. Het Tilburgse familiebedrijf nam vorige week het grootste deel van de Manfield-winkels over. Ook het failliete La Place werd overgenomen door familiebedrijf Jumbo.
Reacties 0