De Schoenenfabriek heeft in 2016 een verlies van 1,9 miljoen euro in de boeken geschreven. De failliete schoenenketen was in hetzelfde jaar goed voor een omzet van 4,1 miljoen euro. Dat blijkt uit het faillissementsverslag van curator Pieter Lettinga.

De Schoenenfabriek ging in maart failliet, nadat de bank de kredieten bevroor. Oprichter en eigenaar Berend Ziengs noemt tegenover Lettinga de snelle groei van het bedrijf als oorzaak van het faillissement. Met name de opening van het filiaal in Zwolle zou hebben geleid tot een te grote voorraad. ING heeft bij de curator een vordering van ruim 766 duizend euro ingediend.

Hoewel er vanuit meerdere kanten interesse werd getoond in het overnemen van de resterende voorraad of het doorstarten van één of meer vestigingen, is het doek voor De Schoenenfabriek inmiddels definitief gevallen. Een eventuele doorstart zou alleen de winkel in Groningen hebben kunnen redden, zei Lettinga vorige week al. “Maar de verhuurder wilde niet meegaan in een lagere prijs.”

In het faillissementsverslag schrijft hij dat het denkbaar is dat de voorraad niet aan een doorstarter, maar separaat wordt verkocht. Verder worden in de komende periode gesprekken gevoerd over de verkoop van onder meer immateriële activa, zoals handelsnamen, domeinnamen en de goodwill.

De Schoenenfabriek had winkels in Groningen, Assen, Zwolle en Leeuwarden. Een winkel in Nijkerk ging in een eerder stadium al op slot. De voormalige RetailRookie opende zijn eerste winkel in 2013 en mikte oorspronkelijk op zo’n 35 steden.