Het CBL en Vomar hebben het in een hoger beroep over borrelshops opnieuw afgelegd tegen de SlijtersUnie. Daarmee heeft de Raad van State andermaal bevestigd dat de mini-slijterijen van supermarkten permanent bemand moeten zijn.
De zaak draait om een vestiging van Vomar in Amsterdam, die een borrelshop exploiteert waar alleen personeel aanwezig is als er klanten zijn. De SlijtersUnie vroeg de gemeente handhavend op te treden, maar die wees dat verzoek af. Daarop spande de slijtersorganisatie een rechtszaak aan, die het in april vorig jaar won. CBL en Vomar spanden daarop een hoger beroep aan, dat nu door de Raad van State is verloren.
Wanneer een klant de borrelshop betreedt, gaat een belletje af, waarna een medewerker naar de drankenwinkel gaat. Zolang er niemand achter de balie staat, staat er een bordje ‘gesloten’ op de toonbank. CBL en Vomar menen dat daardoor op de momenten dat er geen leidinggevende achter de balie staat, geen sprake is van ‘het verstrekken van dranken’ en het ‘uitoefenen van het slijtersbedrijf’. De rechter oordeelt echter dat ook op het moment dat geen leidinggevende achter de balie staat, de borrelshop voor het publiek geopend is.
De kwestie rond slijterijen in supermarkten leidde de afgelopen jaren al tot meerdere rechtszaken. Veel supermarktketens zien op tegen de personeelskosten door het permanent bemannen van hun vaak lege borrelshops. Eind 2016 kwam uit drie uitspraken van de Raad van State al naar voren dat de inpandige slijterijen permanent bemand moeten zijn door een leidinggevende.
Reinder Koornstra 25 apr, 17:05