Een van de grootste uitdagingen in de fashionbranche gaat niet over een hogere omzet, maar over de transitie naar een circulair model. Eenvoudig is die overgang niet. Pioniers H&M, C&A en Mud Jeans over hun aanpak, successen en hindernissen. “We moeten naar end of use in plaats van end of life.”
“Het huidige lineaire take-make-dispose-model is simpelweg niet houdbaar.” Eva Kruse, president en ceo van Global Fashion Agenda – een modeplatform over duurzaamheid – had een duidelijke boodschap op de jaarlijkse Copenhagen Fashion Summit. De kledingindustrie moet op de schop. En wel zo snel mogelijk.
Vertegenwoordigers van grote internationale partijen waaronder H&M, Hugo Boss, C&A en Asos, zaten in de zaal om te praten over de noodzaak van een eerlijke en duurzame textielindustrie. Een van de belangrijkste thema’s was circulair design. Het wordt gezien als dé oplossing om de impact van de kledingindustrie op mens en milieu te verkleinen. Kruse: “Wereldwijd wordt slechts twintig procent van de kleding ingezameld voor hergebruik of recycling. Nog te veel kleding...
Een van de grootste uitdagingen in de fashionbranche gaat niet over een hogere omzet, maar over de transitie naar een circulair model. Eenvoudig is die overgang niet. Pioniers H&M, C&A en Mud Jeans over hun aanpak, successen en hindernissen. “We moeten naar end of use in plaats van end of life.”
“Het huidige lineaire take-make-dispose-model is simpelweg niet houdbaar.” Eva Kruse, president en ceo van Global Fashion Agenda – een modeplatform over duurzaamheid – had een duidelijke boodschap op de jaarlijkse Copenhagen Fashion Summit. De kledingindustrie moet op de schop. En wel zo snel mogelijk.
Vertegenwoordigers van grote internationale partijen waaronder H&M, Hugo Boss, C&A en Asos, zaten in de zaal om te praten over de noodzaak van een eerlijke en duurzame textielindustrie. Een van de belangrijkste thema’s was circulair design. Het wordt gezien als dé oplossing om de impact van de kledingindustrie op mens en milieu te verkleinen. Kruse: “Wereldwijd wordt slechts twintig procent van de kleding ingezameld voor hergebruik of recycling. Nog te veel kleding verdwijnt op stortplaatsen en in verbrandingsovens.” Om precies te zijn: elke seconde wordt het equivalent van één vuilniswagen textiel gestort of verbrand. En die hoeveelheid neemt naar verwachting alleen maar toe, gezien de stijgende vraag naar kleding. De consumptie van kleding groeit van 62 miljoen ton vandaag de dag naar 102 miljoen ton in 2030. Dat is gelijk aan vijfhonderd miljard kledingstukken, aldus het platform in het rapport Pulse of the Fashion Industry 2017.
Verlies van waarde
Op zich een positief vooruitzicht voor de kledingindustrie. Maar aan die groei zit een aantal beperkingen. Zo is het huidige lineaire systeem niet alleen slecht voor het milieu, het zorgt ook voor een aanzienlijk verlies van economische waarde. Naar schatting gaat jaarlijks vijfhonderd miljard dollar verloren vanwege kleding die nauwelijks is versleten en zelden wordt gerecycled, stelt The Ellen MacArthur Foundation. Deze organisatie zet zich in voor een circulaire economie. En als niets verandert, gebruikt de mode-industrie tegen 2050 een kwart van de hoeveelheid koolstof die wereldwijd beschikbaar is. Bovendien worden grondstoffen op den duur schaarser en daarmee steeds kostbaarder.
Global Fashion Agenda riep in Kopenhagen kledingmerken en retailers dan ook op aan de slag te gaan met circulariteit. Want door materialen te recyclen, verminder je niet alleen de hoeveelheid textiel die wordt weggegooid en heb je niet alleen minder grondstoffen nodig. Ook de hoeveelheid chemicaliën, energie en water die nodig zijn bij de productie van materialen dalen aanzienlijk. Liefst 64 partijen, die samen 7,5 procent van de wereldwijde kledingmarkt in handen hebben, gaven gehoor aan die oproep. Onder meer Adidas, Asos, Inditex en H&M beloofden zich in te zetten voor de transitie naar een circulair modesysteem.
Wat houdt een dergelijke structuur eigenlijk in? En wat is nodig om dat mogelijk te maken? Programmamanager Michel Schuurman van MVO Nederland omschrijft de circulaire economie als een economisch stelsel waarin de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen wordt gemaximaliseerd én waardevernietiging wordt geminimaliseerd. “We moeten anders nadenken over hoe we spullen ontwerpen en maken en wat we er aan het einde van de levensduur mee doen”, aldus Schuurman. Ellen MacArthur van de eerdergenoemde gelijknamige organisatie wil die overgang versnellen en verwoordt het zo: “Circulaire economie is een systematische verandering. Het is niet het vervangen of veranderen van één product of één materiaalsoort. Het is een verschuiving van het hele systeem.”
Actiepunten
Een verandering van een complete structuur gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Dat wordt ook niet verwacht van de 64 fashionpartijen die tijdens de kledingtop beloofden aan de slag te gaan met circulariteit. De ondertekenaars kunnen op vier gebieden in actie komen: het implementeren van ontwerpstrategieën gericht op circulariteit, het inzamelen van gebruikte kledingstukken, het doorverkopen van gebruikte kledingstukken en het aantal kledingstukken gemaakt van gerecyclede textielvezels vergroten. Ze pakken tot 2020 één of meer van deze vier categorieën aan en rapporteren jaarlijks over hun vorderingen.
H&M was een van de eerste retailers die zich bij het initiatief aansloot. Niet heel opmerkelijk: de Zweedse kledinggigant is al langer bezig met het thema en wil in 2030 volledig circulair zijn. “We willen dan alleen nog maar gebruikmaken van gerecyclede of andere duurzaam geproduceerde vezels en materialen”, verduidelijkt sustainabilitymanager Annet Feenstra van H&M.
De fashionretailer maakt op dit moment al gebruik van gerecyclede stoffen. Feenstra: “We gebruiken bijvoorbeeld gerecycled katoen en polyester en gerecyclede wol. Zo hebben we in 2016 meer dan 180 miljoen petflessen verwerkt tot polyester en gebruikt in onze kleding.” Een ander belangrijk aspect dat aansluit bij de circulaire economie, is het inzamelen van textiel. Sinds 2013 kun je bij winkels van H&M je oude kleding en ander huishoudtextiel inleveren. “Alle textiel gaat naar I:Collect, onze externe partner die consumptiegoederen verwerkt en geschikt maakt voor nieuw gebruik. We accepteren kleding van elk merk, in elke staat, dus ook als de kleding versleten, kapot of incompleet is”, legt Feenstra uit. Inmiddels heeft de keten ruim 56 miljoen kilogram kleding ingezameld. Daarvan wordt een deel verkocht als tweedehandskleding, hergebruikt als poetslappen of gerecycled tot nieuwe textielgarens.
Ook C&A omarmt de filosofie achter circulaire mode. Het bedrijf werkt naar eigen zeggen toe naar een systematische verandering. “We willen naar een kledingindustrie die veilige materialen gebruikt en hergebruikt, ecosystemen beschermt en menswaardig werk levert. We moeten niet langer praten over end of life, maar over end of use.”
Met C&A Foundation maakt de keten een bescheiden begin met de overgang van een lineair naar een circulair model, stelt hoofd duurzaamheid Jeffrey Hogue. Zo is een T-shirtcollectie ontwikkeld van honderd procent biologisch katoen. De recyclebare shirts worden op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier geproduceerd. Zelfs het stiksel is gemaakt van biologisch katoen en de kleurstoffen zijn niet giftig, waardoor de kleding volledig composteerbaar is. Dus als je het shirt niet meer draagt, stop je ‘m gewoon in de grond. Binnen elf weken kun je de compost gebruiken voor de moestuin.
Waar wereldwijd al het nodige gebeurt op het gebied van circulaire mode, blijft Nederland niet achter. Zo werd in juli 2016 het Convenant Duurzame Kleding en Textiel ondertekend door 55 kledingbedrijven, brancheorganisaties, de overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties, met als doel de industrie te verduurzamen. Een van de thema’s binnen het kledingconvenant is grondstoffen. “Vanwege de dreigende uitputting van grondstoffen moeten we als textiel- en kledingsector zoeken naar manieren om hergebruik en herwinning van grondstoffen in de sector te bevorderen”, aldus Peter Koppert. Als coördinator van Platform Circulair Textiel is hij nauw betrokken bij het convenant. “We hebben in 2016 een plan opgesteld voor de ontwikkeling van een businesscase rondom dit actiepunt. Ook willen we verspilling tegengaan door anders in te kopen. Alles volgens de principes van de circulaire economie.”
Een van de doelen is dat de Nederlandse textiel- en kledingsector in 2025 substantieel minder gebruik maakt van oorspronkelijke materialen. Koppert: “Circulair ontwerpen, oftewel design for recycling, is essentieel voor een circulaire keten. Of een kledingstuk recyclebaar is, hangt namelijk voor een belangrijk deel af van het ontwerp.” Volgens hem moet er dus al aan de tekentafel nagedacht worden over wat ermee gebeurt als het kledingstuk niet meer gedragen wordt. “Daarnaast moeten nieuwe items zo worden ontworpen dat ze zoveel mogelijk gerecyclede vezels bevatten, zonder dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit.”
Gemakkelijk is de omschakeling van een lineair naar een circulair model echter niet. Zo is het ondanks alle initiatieven nog niet mogelijk kleding te maken die bestaat uit honderd procent gerecyclede garens. Dit komt doordat de kracht van de vezels in het recycleproces afneemt, en de kwaliteit van het kledingstuk daalt. H&M kan op dit moment bijvoorbeeld maximaal twintig procent gerecycled katoen gebruiken in een nieuw kledingstuk. Feenstra: “De grootste uitdaging is op dit moment om van textiel weer textiel te maken zonder in te leveren op kwaliteit.”
Mud Jeans
Bert van Son weet als pionier op het gebied van circulaire mode als geen ander hoe lastig het is. Hij zette in 2013 het merk Mud Jeans op, een van de eerste merken dat volledig volgens de principes van de circulaire economie werkt. “Sinds de oprichting denken we bij elk design na over hoe we de grondstoffen in de keten houden en op een hoogwaardige manier kunnen hergebruiken”, vertelt Van Son. “We gebruiken daarom bijvoorbeeld geen leren, maar geprinte labels. En we stimuleren consumenten hun oude spijkerbroeken bij ons in te leveren. In ruil daarvoor krijgen ze tien euro korting bij de aanschaf van een nieuw exemplaar.”
De oude broeken worden vervolgens verwerkt tot nieuwe. Van Son: “De ingezamelde jeans gaan naar een vervezelaar in Spanje. Daar worden ze door een shredder gehaald en gemengd met nieuw katoen, waarvan we nieuwe broeken kunnen maken.” Jeans maken van volledig gerecycled materiaal lukt ook Mud Jeans nog niet. “Toen we vijf jaar geleden begonnen zaten we op twintig procent gerecycled katoen per broek. Nu is dat veertig procent. Dat is ook wel echt het maximum. Anders boeten we in aan kwaliteit en dat willen we niet.”
Zowel Mud Jeans als H&M loopt dus tegen hetzelfde euvel aan: de wil is er wel, maar de techniek nog niet. H&M werkt daarom samen met Worn Again, een partij die zich bezighoudt met chemische recycling. “Ook investeren we in nieuwe recycletechnieken”, aldus Feenstra. Chemische recycling kan ook volgens Van Son een doorbraak gaan betekenen. “Het probleem is dat mechanisch recyclen de vezel korter maakt. Daardoor vermindert de kwaliteit. Bij chemische recycling lossen de vezels op tot een vloeibare substantie waarvan een garen te maken is dat kwalitatief erg sterk is.” Wachten met circulair ondernemen totdat hiervoor een oplossing is, is onzin, stelt Koppert. “Er zijn genoeg principes binnen de circulaire economie waarmee je nu al aan de slag kunt.” Als voorbeeld noemt hij oud textiel inzamelen en milieuvriendelijke materialen gebruiken, zoals gerecycled polyester en katoen.
Andere oplossingen
En wat dacht je van kleding verhuren in plaats van verkopen? Van Son: “In 2013 introduceerden wij het lease-a-jeans-model. Consumenten huren een broek voor 7,50 euro per maand. Na een jaar kunnen ze de broek houden of terugsturen.” Uiteindelijk is het volgens hem de bedoeling dat mensen hun jeans inleveren, of dat nu na vijf of tien jaar is. “Wij zorgen dan dat de grondstoffen hergebruikt worden.”
Mud Jeans is niet het enige kledingmerk waarbij je kleding kunt huren. Ook Filippa K biedt deze mogelijkheid sinds twee jaar aan. Maar het is de vraag of mens bereid is gebruiker van kleding te zijn in plaats van eigenaar. “Het is zeker niet mass-market. Het is echt een niche die hierin geïnteresseerd is”, weet Van Son. En levert het retailers nog wat op, circulariteit? “Financieel gezien niet”, denkt hij. “Een meter nieuw denim kost rond de vijf euro, met gerecyclede garens is zo’n zes euro.”
Toch lijkt er wel degelijk een economisch voordeel uit de circulaire economie te halen. Op dit moment wordt minder dan één procent van het materiaal voor de kledingproductie gerecycled tot nieuwe fashionitems, blijkt uit het rapport A New Textiles Economy: Redesigning Fashion’s Future. Per jaar leidt dat wereldwijd tot een verlies van honderd miljard dollar (tachtig miljard euro) aan materialen. Het gaat volgens Koppert echter niet eens zozeer om de vraag wat een circulair model retailers oplevert. “Ze moeten de omslag uiteindelijk toch gaan maken.” Hij wijst op de hoeveelheid grondstoffen die nu al wordt gebruikt en verspild, de verwachte bevolkingsgroei en het feit dat we steeds welvarender worden. “De vraag naar grondstoffen zal alleen maar toenemen. Binnen tientallen jaren hebben we dan wel twee tot drie keer zoveel meer nieuwe vezels nodig dan we nu al verbruiken. Binnen het huidige systeem is dat niet houdbaar. We moeten naar een nieuw economisch model. Of we nu willen of niet.”