RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: retaildeskundige Bart Fischer, over inkooporganisaties. 

Ahold Delhaize sluit zich aan bij inkooporganisatie Eurelec. Het supermarktconcern gaat vanaf 2025 samen inkopen met het Franse E.LeClerc en het Duitse Rewe. 

Het nieuws volgt enkele dagen nadat bekend werd dat de andere grote speler in het Nederlandse supermarktlandschap, Jumbo, ook de krachten bundelt. De supermarktketen gaat inkopen via Epic Partners en Everest, waar ook Picnic en Edeka inkopen. Binnen de supermarktbranche is het gebruikelijk dat supermarkten aansluiten bij inkoopallianties, aldus Fischer. Hij is verbaasd dat Jumbo deze stap niet eerder heeft genomen.

Hoe nieuw is het eigenlijk dat ’s lands grootste spelers zich aansluiten bij inkooporganisaties?

“Al die partijen zijn eigenlijk al aangesloten bij een internationale organisatie. Ook Albert Heijn was altijd al onderdeel van AMS Sourcing. Superunie is sinds 2005 bij EMD aangesloten en dus ook onderdeel van een grote Europese inkoop- en marketingorganisatie. Het is dus ook vrij gebruikelijk in deze wereld om dat te doen. Het is vooral iets nieuws voor Jumbo.”

Wat is de relevantie voor Jumbo om dit juist nu te doen? 

“We hebben natuurlijk de grote organisaties in Nederland zoals Jumbo, Albert Heijn en daarnaast Lidl en Aldi. Die zijn al zo groot, die zijn eigenlijk hun eigen internationale organisatie. Het is voor Jumbo nu extra relevant om zich aan te sluiten bij een inkooporganisatie omdat de keten verder wil groeien in België.”
 

Is het opmerkelijk dat Ahold Delhaize zich ook bij een inkooporganisatie aansluit, een week nadat bekend werd dat Jumbo dit ook doet? 

“Ze maken al langere tijd deel uit van een organisatie. Wat is de reden dat ze dit nu doen? Het kan zijn dat Ahold Delhaize iedereen gerust wil stellen dat ook zij lagere prijzen gaan bieden, maar dat is speculeren. Misschien is het toeval. Maar het verbaasde mij wel, omdat het binnen de branche al jaren gebruikelijk is.”
 

Voor Jumbo werd het onderhandelen met grote partijen als Unilever, Coca-Cola en Nestlé een probleem. Prijsconflicten leidden zelfs tot lege schappen. Speelt dat ook een rol in zo’n besluit? 

“De reden van dit soort grote samenwerkingen hangt ermee samen dat veel grote A-merken ook internationaal georganiseerd zijn. Zo heeft Coca-Cola een Europese organisatie. En als je met een Europese organisatie moet onderhandelen, dan is het fijn om dat met een grotere club samen te doen. 

Het versterkt sowieso je inkooppositie. Stel dat je als Jumbo alleen inkoopt bij een Europese organisatie, dan kent niemand Jumbo. Als je met een grote inkooporganisatie aan komt zetten, kun je een veel grotere vuist maken. Het gaat dus vooral om inkoopmacht. Dat is het grote voordeel.”
 

Zijn er verder nog voor- en nadelen? 

“Nee, behalve dat een organisatie ook geld kost en dat je zo nu en dan concessies moet doen in je productaanpak. Stel dat iedereen in de alliantie voor een 2-literpak gaat, maar in Nederland is een 1,5-liter pak gebruikelijk, dan zul je samen moeten werken en concessies moeten doen. 

Internationaal gezien is het productassortiment zo standaard geworden - ook op het gebied van kosten - dat ik eigenlijk geen problemen voorzie. Ik zie alleen maar voordelen. Als al je concurrenten goedkopere artikelen kunnen inkopen, dan kun je eigenlijk niet achterblijven. Het is dus logisch dat op een gegeven moment iedereen het doet. Ik vind het vooral onlogisch dat Jumbo het nog niet deed.”

Zit er verschil in een Eurelec en Superunie qua grootte van de supermarkten die zijn aangesloten? 

“Eigenlijk is het heel plat: hoe meer supermarkten zich hebben aangesloten, hoe meer korting er gegeven kan worden. Of dat kleine partijen zijn of één grote keten, dat maakt niet zoveel uit. Het gaat om volumes en uniformiteit van het product. Iedereen verkoopt Coca-Cola 1,5 liter, maar als je als supermarktketen aankomt met een bepaald volume, dan is dat waardevol omdat daarmee de inkoopkracht van die organisatie vergroot wordt.”

De supermarktketens willen de prijsverschillen omzeilen die fabrikanten in verschillende Europese landen hanteren. Is dit dan de oplossing? 

“Het is interessant. In de zin dat prijzen ingewikkeld zijn. Neem bijvoorbeeld Dreft-vaatwastabletten, die worden voor 98 procent verkocht met de aanbieding 1 plus 1 gratis. Opeens is het dan geen 40 euro, maar 20 euro en is de prijs niet meer de reguliere prijs, omdat 98 procent in de actie wordt verkocht. 

Met andere woorden: in de prijs wordt ook de korting verrekend en tegelijkertijd is het ook een bijdrage aan marketing en promotie et cetera. Het gaat zeker helpen om internationaal meer te synchroniseren, maar alsnog zullen er prijsverschillen zijn doordat formules zich anders in de markt gaan zetten.

Dus ja, het gaat helpen om uniform te zijn, maar aan de andere kant is het eigenlijk onmogelijk om te voorkomen dat er een prijsverschil is met een ander land. Verder is het heel logisch dat er extra aandacht besteed wordt aan de prijs in tijden van inflatie en als mensen moeite hebben om rond te komen. Het is dan handig om aan te kunnen geven waarom je in prijs bent verlaagd. Verder verwacht ik geen grote veranderingen in de prijs.”

Kunt u ook verklaren waarom Jumbo voor andere inkooporganisaties dan Superunie heeft gekozen?

“Ooit zat Jumbo bij Superunie, maar stapte samen uit met C1000. Samen waren ze de 2 grootste partijen in Nederland en hebben ze BijEen gestart. Eigenlijk net zoals Albert Heijn een eigen inkoop heeft in Nederland en verder niet met andere partijen samengaat. 

Sinds Plus samen is gegaan met Coop, zijn ze samen goed voor ongeveer de helft van het inkoopvolume binnen Superunie. Dat is interessant, want dit zal ook wel weer spanning geven. Theoretisch gezien was het mogelijk dat Plus en Jumbo samen gingen inkopen, maar dan gaan ze alsnog op een nog hoger Europees level samenwerken. Kortom: het is handig om op nationaal niveau samen te werken als je niet zo groot bent als de partijen waar je mee onderhandelt én het is handig om op internationaal niveau samen te werken omdat veel A-merk leveranciers internationaal georganiseerd zijn.”