Geen stroom van nieuw geproduceerde fashionitems, maar kledingstukken die decennium na decennium meegaan: Daud en Roël IJsselstein geloven heilig in de duurzame belofte van vintage mode. RetailTrends duikt tijdens de landelijke Week van Duurzaamheid in groene initiatieven, met vandaag: het duurzame DNA van Square Eight. 
 

Per kilo

“Daud begon Square Eight tijdens zijn studie toen ik nog op de middelbare school zat. Onze vader gaf ons eens een vijftigje met het idee: koop een kledingstuk en zie maar wat het oplevert. We startten heel klein met verkopen via United Wardrobe. Uiteindelijk groeiden onze verkopen uit tot een bomvolle zolderkamer met geëxplodeerde stellingkasten.
 

In 2018 deden we voor het eerst een vintage kilosale. Het concept is vergelijkbaar met dat van de groenteboer: je betaalt per kilo kleding. Die kilosale pop-ups vinden inmiddels elk weekend plaats, ook in België. Dat doen we op allerlei plekken: van poppodia tot fabriekshallen en tv-studio’s. Vintage is ontstaan vanuit rebellie en dat zetten we voort in onze evenementenlocaties. We creëren een ervaring, we spelen niet zomaar winkeltje in een pand.

Winkels

Sinds 2020 hebben we een winkel in Gouda en vorige zomer openden we een locatie in Rotterdam. In onze winkels verkopen we de kleding per stuk. Anders dan andere vintage spelers – met overvolle en donkere panden – behandelen wij onze vestigingen als ‘normale’ winkellocaties. De inrichting is gelikt, overzichtelijk en modern. Onze filosofie: als we willen dat vintage de norm is, moeten we het ook normaal maken. Zo zitten we in Rotterdam midden in het centrum naast My Jewellery en Scotch & Soda. Vintage shoppen moet een optie zijn in het rijtje waar de klant wil shoppen en niet te veel afwijken van een H&M en een Zara.
 

Studenten behoren tot onze belangrijkste doelgroep. Generatie Z is precies de generatie die vroeger een afkeer had van tweedehandskleding. Daar is een enorme kentering in gaande. Er komt steeds meer duidelijkheid over hoe destructief de kledingindustrie is. In het Verenigd Koninkrijk wordt een gemiddeld kledingstuk bijvoorbeeld maar 6 keer gedragen voordat het wordt weggegooid. We willen bewustwording creëren, zodat men niet hersenloos dingen blijft kopen.

Kwaliteit

Dat bereiken we door vintage kleding te verjongen. We bieden een alternatief voor de kleding die nu in de rekken hangt van H&M en Zara. Dat is ook het mooie van mode: het maakt rondjes. Nagenoeg alles wat nu in de winkel ligt, is een verbastering van wat eerder in de mode was.
 

Omdat we met een redelijk jonge doelgroep te maken hebben, is prijs een belangrijke pijler. Daarom proberen we een zo fair mogelijke prijs aan te bieden voor vintage items. Dat blijft een lastig punt, want wie bepaalt de waarde van een tweedehands kledingstuk? Per kilo vragen wij 17,50 euro, waarmee we ons in een lager segment begeven. Een broek in onze winkel kost zo’n 30 euro.
 

Toch sluiten we niet uit dat dat verandert. De vuistregel is dat vintage producten ouder zijn dan 15 jaar en sinds de eeuwwisseling holt de kwaliteit van kleding hard achteruit. Sommige broeken vallen na 5 keer dragen uit elkaar, terwijl één uit de jaren 90 soms nog jaren mee kan. Kwaliteit wordt schaarser en dus duurder. Op een gegeven moment moeten wij de keuze maken tussen prijs en duurzaamheid.
 

Ik durf wel te stellen dat onze klanten zich bewust zijn van de kosten van vintage. Zij maken een weloverwogen keuze voor de groenere manier van kleding kopen en zijn zeker bereid meer te betalen. Voor veel mensen is vintage kleding daarnaast een manier om hun identiteit uit de drukken en zo aan de eenheidsworst te ontsnappen.
 

We hebben nu zo’n 60.000 kilo aan vintage kleding, die we krijgen van leveranciers vanuit kringloopwinkels en uit kledingbakken. Ieder kledingstuk gaat gemiddeld door 4 paar handen heen voor een uitgebreide kwaliteitscheck. Dat is ook onze USP: kwaliteit weegt zwaar. Een platform als Vinted is veel minder gereguleerd en daar koop je makkelijker een kat in de zak. We zijn nog steeds groeiende. Alles wat er binnenkomt, gaat terug het bedrijf in. De eerste 2 jaar hebben we er niets uit gehaald. Daar begint nu verandering in te komen. Maar we groeien duurzaam en belangrijker nog: helemaal op eigen kracht. En dat blijven we voorlopig ook. Misschien een oldschool instelling, maar dit werkt voor ons prettig.
 

Voorlopig hebben we nog geen problemen met de aanvoer van kledingstukken. Verder opschalen is daardoor goed mogelijk. Onze pop-upevenementen doen we al in België; daar zijn we sinds vorig jaar aan het testen met kilosales. Misschien willen we ook Frankrijk en Duitsland erbij pakken. Maar daar willen we ons eerst goed in verdiepen. De Duitse consument is heel anders dan de Nederlandse. Kilosales zijn daar ook al veel bekender.

Personeel
Voor die groei hebben we 1 grote uitdaging: het juiste personeel. We hebben mensen nodig die het verschil weten tussen het ene en het andere bloesje. Vind maar eens genoeg enthousiastelingen om door duizenden kilo’s tweedehandskleding heen te gaan.”