De kogel is door de kerk: Jumbo en La Place gaan – bij goedkeuring van de aandeelhouders en de ACM – uit elkaar. De oer-Hollandse ketens zijn ruim 8 jaar samen geweest, toen Jumbo La Place overnam uit de failliete boedel van V&D. Wat heeft deze tijd samen de ketens geleerd en, belangrijker nog: kunnen ze zonder elkaar? 7 vragen aan retailexpert Rupert Parker Brady.
Hoe zag La Place eruit vóór Jumbo?
“Mr. La Place, Paul Bringmann, had samen met zijn 3 musketiers Droes Prinsen, Ben Munster en Ad Willemsen 1 ding gemeen: ze waren allemaal bezeten van lekker eten. De essentie van La Place was dat lekker en het gebruik van hoogwaardige verse ingrediënten op nummer 1 stonden. Daarná werd pas de vraag gesteld wat het kost om een gerecht te ontwikkelen. In de systeemgastronomie redeneren de meeste horecabedrijven vanuit de inkoopprijs ofwel foodcost om daar hun winst mee te bepalen; daarná kijken ze pas naar de ingrediënten.”
Dat maakte La Place tot een beproefd concept voor de massa waar in de hele wereld veel horeca- en retailbedrijven...
De kogel is door de kerk: Jumbo en La Place gaan – bij goedkeuring van de aandeelhouders en de ACM – uit elkaar. De oer-Hollandse ketens zijn ruim 8 jaar samen geweest, toen Jumbo La Place overnam uit de failliete boedel van V&D. Wat heeft deze tijd samen de ketens geleerd en, belangrijker nog: kunnen ze zonder elkaar? 7 vragen aan retailexpert Rupert Parker Brady.
Hoe zag La Place eruit vóór Jumbo?
“Mr. La Place, Paul Bringmann, had samen met zijn 3 musketiers Droes Prinsen, Ben Munster en Ad Willemsen 1 ding gemeen: ze waren allemaal bezeten van lekker eten. De essentie van La Place was dat lekker en het gebruik van hoogwaardige verse ingrediënten op nummer 1 stonden. Daarná werd pas de vraag gesteld wat het kost om een gerecht te ontwikkelen. In de systeemgastronomie redeneren de meeste horecabedrijven vanuit de inkoopprijs ofwel foodcost om daar hun winst mee te bepalen; daarná kijken ze pas naar de ingrediënten.”
Dat maakte La Place tot een beproefd concept voor de massa waar in de hele wereld veel horeca- en retailbedrijven jaloers op waren. La Place was niet alleen 28 jaar lang winstgevend; het lukte het bedrijf ook om een breed publiek aan te spreken. En dat is ongekend in foodserviceland: een restaurantketen die consistent de passie van ooit 5.500 niet-geschoolde medewerkers en de intrinsieke liefde voor kwaliteit kon leveren, ongeacht de locatie. En met een extreem laag ziekteverzuim.”
Wat veranderde er aan het format na de overname in 2016?
“Sinds La Place in handen is in Jumbo – en later Vermaat – is die beleving 100 procent omgedraaid. Dat is te verwachten: Jumbo is op de eerste plaats een supermarktorganisatie met kleine marges, en moet altijd op de kleintjes letten. Die heeft baat bij efficiency op het gebied van inkoop, maar ook bij de aansturing.
Dat is heel anders dan het eigenwijze horeca-denken dat La Place zo onderscheidend maakte in een wereld van middelmaat. Daar hebben ze zich lelijk mee in de vingers gesneden. Alles wat La Place zo eigen maakte, is er steeds meer uit gesloopt.”
Vermaat en Jumbo vertrekken niet helemaal bij La Place: ze blijven nog betrokken als aandeelhouders. Wat is het voordeel van deze constructie?
“Voor Jumbo is dit heel slim: zo kan de supermarktketen La Place-producten blijven verkopen. Ook komt het horecadenken van La Place van pas bij Jumbo’s Foodmarkten in Nederland en België.”
Kan La Place zonder Jumbo?
“La Place kan in mijn optiek alleen zelfstandig groeien naar wat het ooit was. Weg uit Veghel, terug naar het midden van Nederland, en zo ruimte krijgen om te groeien. Zelfstandig, met het liefst een bruidsschat.
Alles valt of staat met autonomie. La Place werd dicht aan de moederborst gehouden, en dat werkt niet. De zelfstandigheid en het ondernemerschap die La Place gewend was, werden eruit gehaald. Dat geldt ook voor het aanjagen van internationale expansie. Ook dat werkte niet: daarvoor is het nodig om autonoom beslissingen te nemen. Niet onder de vlag van een grote moeder. HEMA, bijvoorbeeld, runt een eigen hoofdkantoor en team. Ik hoop dat La Place die kans krijgt. Het is nog best een uitdaging, maar ik denk dat dit de enige juiste beslissing is van Ton van Veen en zijn directie.
Het interessante is dat het nu zaak is om te onderzoeken of La Place überhaupt nog relevant is, anno 2024. Om het hoofd te kunnen bieden aan al die nieuwe concurrentie – zoals een Backwerk – is het nodig om die vonk terug te krijgen.”
Hoe krijgt La Place zijn jeu terug?
“Hopelijk is de oude garde, die La Place ooit heeft gemaakt tot het succes wat het was, bereid om mee te denken. En zo zijn ziel terug te krijgen. Natuurlijk is het belangrijk om een nieuwe generatie beslissers aan de top te zetten, maar dan mis je wel kennis en innovatiekracht. Die heeft La Place hard nodig.”
Wat heeft La Place Jumbo gebracht?
“Veel. Kijk maar naar de ontwikkeling van de Jumbo Foodmarkt: Jumbo heeft echt veel kennis van foodservice opgedaan en hoe je dat vertaalt naar beleving op de winkelvloer. Jumbo wil dat Brabantse gevoel van gezelligheid en warmte uitdragen, en dat is behoorlijk goed gelukt. La Places horecadenken is goed geïncorporeerd. Daarom snap ik dat Jumbo niet zo’n haast heeft om er afscheid van te nemen. Maar dan moeten ze wel de ruimte krijgen om te ondernemen.”
Andersom dan: kan Jumbo wel zonder La Place?
“Dat is een heel goede vraag. Alles staat nu ter discussie bij Jumbo. Dus ik denk dat Jumbo nu niet zonder La Place kan. Over een paar jaar zal het wel moeten. Jumbo blijft foodservice omarmen, daar ben ik van overtuigd, maar moet er zijn eigen draai aan geven. Maar dat zal de tijd leren. Jumbo is nog wel even met zichzelf bezig.”