De plannen en visie van het Waalwijkse innovatiecentrum SLEM logen er niet om. De schoenenwinkel zoals we die kennen zou verdwijnen. Schoenen zouden gaan groeien vanuit plantaardige materialen en 3D-geprint worden op de winkelvloer. Het innovatielab opende eind vorig jaar nog zijn eerste eigen winkel, om een groot publiek kennis te laten maken met zijn innovaties. Een faillissement heeft nu een einde gemaakt aan SLEM, maar betekent niet het einde van het innovatie- en educatiecentrum. De activiteiten worden voorgezet onder de naam The Footwearists.
Het in Waalwijk gevestigde SLEM was vooral bekend van zijn 3D-geprinte schoenen, onder meer in 2015 gedragen door minister Bussemaker tijdens Prinsjesdag. Er gebeurt meer bij de Brabantse innovator, bijvoorbeeld op het gebied van wearable tech en nieuwe toepassingen van biomaterialen. Het gaat om productinnovaties waar de consument nog niet of nauwelijks mee heeft kennisgemaakt maar dat wel snel gaat doen, zo is de overtuiging van oprichter Nicoline van Enter. Zij maakte vorige maand haar vertrek bij SLEM per 1 september bekend, een datum die het bedrijf niet gehaald heeft. De innovatieve schoenoplossingen brengen de consument volgens haar in aangepaste vorm terug naar de tijd van de ouderwetse schoenmaker. “Als je een paar eeuwen geleden schoenen nodig had, maakte de schoenmaker die voor je op maat", zo schetste zij vorig jaar in RetailTrends. "Een voorkeuzewinkel was er niet. Nu gaan we eigenlijk terug naar datzelfde systeem, vertaald naar nu.”
3D-printen is de technologie waar retailers nu al het meeste in zien, vertelt Van Enter. “Voor de meeste retailers gaat het daarbij om een snellere en goedkopere vorm van massaproductie”, legt Van Enter uit. “Daarvoor zou je fabrieken moeten openen in Nederland.” Hoewel dat inderdaad een van de doelen van SLEM was, zegt Van Enter zelf meer te geloven in het naar de winkel brengen van de productie door ter plekke schoenen te printen. Onder meer schoenenketen vanHaren, eveneens gevestigd in Waalwijk, toonde volgens haar al interesse in de 3D-printers van SLEM, net als een aantal kleinere ondernemers. Maar productie in de winkel is niet zonder risico’s, waarschuwt ze. Ze wijst op Adidas, dat met zijn Speed Factory bezig is geautomatiseerde productie naar de winkel te brengen. Binnen tien minuten heeft de klant een paar schoenen in handen. “In theorie handig en snel”, zegt Van Enter. “Maar als je binnen tien minuten iets kunt maken zonder tussenkomst van mensen, gaan klanten daar dan alsnog tweehonderd euro of meer voor betalen? Hoe verantwoord je dan nog de prijs die je vraagt?” In de winkel zou daarom altijd nog een stuk handwerk moeten plaatsvinden, zelfs al is het technisch niet nodig. "Anders voelen klanten zich zwaar gepiepeld."
Pretpark
Ondanks de haken en ogen, gaat productie in de winkel er zonder meer komen, voorziet Van Enter. Het zal volgens haar zelfs de redding zijn voor de retailbranche. “Winkels worden veel interactiever met meer contact en er wordt meer met persoonlijke wensen rekening gehouden. Ik zie een Willy Wonka-fabriek voor me: een pretpark met een surrealistische machine waar schoenen uitkomen. Je hebt dan de combinatie van entertainment, een product volledig op maat, betrokkenheid en een ervaring die je online niet vindt. Daar willen consumenten wel wat meer voor betalen. Het moet dus niet alleen om snelheid gaan.” Ook voor producenten betekent deze omslag een totaal andere rol. Winkels worden dan voorzien van systemen die de producenten faciliteren. Zodra het eenmaal gangbaarder is om in de winkel te produceren, ontstaat dezelfde prijzenoorlog als in de traditionele retail en zullen verschillende typen retailers elkaar beconcurreren, voorziet ze. “Je krijgt dan de fastfoodketens onder de schoenenretailers die de techniek puur voor snelheid en prijs inzetten, en de luxere spelers die voor een hogere prijs meer beleving bieden.”
Nog grotere mogelijkheden dan voor 3D-printen, ziet Van Enter in de mogelijkheden met biotechnologie. “Het laten groeien van producten vanuit plantaardige materialen, waar je leeralternatieven van kunt maken”, licht ze toe. “Dat vind ik voor de langere termijn de meest veelbelovende techniek, gelet op wat je ermee kunt en hoe milieuvriendelijk het is.” Het duurt misschien nog tientallen jaren voordat het in de praktijk wordt gebracht, maar dan zou je volgens Van Enter schoenen kunnen laten groeien, direct in de vorm die je wilt hebben. De technologie bestaat al, maar het proces is nog erg duur en tijdrovend. “Het laten groeien van een schoen duurt nog ongeveer net zo lang als het laten groeien van een baby, een maand of negen.” Als het eenmaal zover is, ziet ze totaal nieuwe retailconcepten voor zich. “Dat je als consument ergens een product plant en dat steeds volgt en misschien wel water geeft." 3D-printen ligt minder ver in de toekomst. Binnen vijf jaar liggen de Nederlandse winkels vol met 3D-geprinte schoenen, voorspelt Van Enter. Ook voor het milieu zouden de gevolgen daarvan enorm zijn. “De traditionele schoenenproductie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Daar is 3D-printen een van de belangrijkste oplossingen voor."
Het enthousiasme van Van Enter ten spijt, achter de schermen ging het allemaal niet zo voortvarend. De gemeente Waalwijk besloot niet langer geld in de stichting te steken. Het innovatiecentrum had volgens Van Enter flinke kosten gemaakt voor de fusie met en opbouw van het nieuwe Nederlandse Leder- en Schoenenmuseum in de stad. Toen die ‘vanwege een veranderend politiek klimaat’ plots niet meer werden vergoed, zag SLEM zich genoodzaakt het faillissement aan te vragen. De gemeente kiest er volgens Van Enter voor om zich op de lokale activiteiten te richten. “Onze activiteiten waren juist heel internationaal en dat begreep men niet.”
De oprichter is ervan overtuigd een zelfvoorzienende organisatie neer te kunnen zetten. Het team achter innovatiecentrum SLEM zet zijn activiteiten door onder de naam The Footwearists. Het faillissement van de stichting betekent niet dat er geen toekomstperspectief is, stelt zij. “We hebben de afgelopen maanden juist een enorme groei doorgemaakt.” De twee bestaande klassen van SLEM Educatie worden door het bedrijf voortgezet. Bovendien zijn er plannen om op grotere schaal en in grotere plaatsen en in het buitenland aan de slag te gaan met technologische innovatie in de schoenenbranche. The Footwearists is voorlopig een nomadisch instituut en gaat gebruikmaken van een gelieerd schoenenlab in Italië, nu het eigen lab in Waalwijk verkocht zal worden door de curator van SLEM. Ondertussen werkt Van Enter toe naar een nieuwe locatie waar de activiteiten worden voortgezet. “Rotterdam is de meest logische optie vanwege de connectie met lokale productie, maar ook Eindhoven is een mogelijkheid.”
schoenen printen 6 aug, 23:39