De detailhandelsomzetten groeien, maar het consumentenvertrouwen daalt. Het aantal faillissementen komt niet in de buurt van een recordhoogte, maar is wel weer iets gestegen. En de winkelhuurprijzen bereikten een laagterecord. De verschillende onderzoeken naar wat retailers dit jaar kunnen verwachten, doen nogal wat vraagtekens rijzen over hoe optimistisch gestemd we eigenlijk moeten zijn.
Vraagteken 1: Omzetten
Wellicht het belangrijkste goede nieuws: retailers kunnen ook dit jaar een groei van hun omzet tegemoet zien. ABN Amro gaat voor zowel 2019 als 2020 uit van een toename van twee procent. ING is nog iets positiever gestemd, en rekent op 2,5 procent omzetgroei. Maar dat betekent wel een groeivertraging ten opzichte van 2018. Het inkomen van huishoudens neemt dit jaar minder snel toe en hetzelfde geldt voor de consumptie. Toch is die afkalvende groei niet per se zorgwekkend, analyseert ABN Amro. Omdat een groot deel van de kosten van winkeliers vast is, stijgt bij extra omzet de winst doorgaans mee. Achter die gestage groeicijfers ontrolt zich volgens de bank een ‘complex speelveld’. De...
De detailhandelsomzetten groeien, maar het consumentenvertrouwen daalt. Het aantal faillissementen komt niet in de buurt van een recordhoogte, maar is wel weer iets gestegen. En de winkelhuurprijzen bereikten een laagterecord. De verschillende onderzoeken naar wat retailers dit jaar kunnen verwachten, doen nogal wat vraagtekens rijzen over hoe optimistisch gestemd we eigenlijk moeten zijn.
Vraagteken 1: Omzetten
Wellicht het belangrijkste goede nieuws: retailers kunnen ook dit jaar een groei van hun omzet tegemoet zien. ABN Amro gaat voor zowel 2019 als 2020 uit van een toename van twee procent. ING is nog iets positiever gestemd, en rekent op 2,5 procent omzetgroei. Maar dat betekent wel een groeivertraging ten opzichte van 2018. Het inkomen van huishoudens neemt dit jaar minder snel toe en hetzelfde geldt voor de consumptie. Toch is die afkalvende groei niet per se zorgwekkend, analyseert ABN Amro. Omdat een groot deel van de kosten van winkeliers vast is, stijgt bij extra omzet de winst doorgaans mee. Achter die gestage groeicijfers ontrolt zich volgens de bank een ‘complex speelveld’. De consument is in de loop van de jaren kritischer geworden en heeft meer macht gekregen. De consument maakt online eerst een uitgebreide vergelijking tussen alle mogelijke producten alvorens naar de winkel te gaan. En soms vindt die laatste stap niet eens plaats: de internetomzet in de detailhandel groeit in 2019 naar verwachting even snel als in 2018, met ongeveer achttien procent, al houdt ING het met op 13,5 procent wel op een lichte afzwakking.
Een andere oorzaak van de vertragende omzetgroei is, voor non-foodspelers, de krapte op de huizenmarkt, zo stelt ING. Na een recordaantal woningverkopen in 2017 zorgt de terugloop van het aanbod voor een teruggang naar normale waarden. De omzetgroei in woninginrichting en doe-het-zelf loopt daardoor terug. Winkels in persoonlijke verzorging weten hun groei wel vast te houden. Daar tegenover staan echter veel sectoren met weinig tot geen groei (fashion, consumentenelektronica en recreatie) of zelfs krimp (speelgoed). De omzet van voedingswinkels stijgt dit jaar volgens ING met 1,5 procent. Winkeliers zullen de btw-verhoging naar verwachting in hun prijzen doorrekenen en dat remt de toename van het aantal aankopen in de foodretail. Terwijl supermarkten nog marktaandeel weten te winnen in 2019, moeten speciaalzaken rekening houden met krimp.
Vraagteken 2: Consumentenvertrouwen
Lange tijd lag het consumentenvertrouwen op een stabiel niveau. Op een stabiel hoog niveau, welteverstaan, van rond de 25 punten. Daar kwam in augustus vorig jaar verandering in. Sindsdien verslechterde de stemming onder consumenten iedere maand, om het jaar uiteindelijk af te sluiten op een waarde van 9. Zo slecht heeft het er sinds augustus niet meer voorgestaan met het consumentenvertrouwen. Consumenten hebben weliswaar uitzicht op meer koopkracht in 2019, maar toch daalt de koopbereidheid. Mensen zijn volgens het CBS minder positief over hoe de economie zich zal ontwikkelen in de nabije toekomst. Ook het oordeel over de eigen financiële situatie toont een negatieve trend. Volgens ABN Amro heeft mogelijk heeft het vooruitzicht van een minder sterke stijging van het besteedbaar inkomen van huishoudens in 2019 hiermee te maken. Overigens moeten we de waarde van het consumentenvertrouwen in perspectief zien: met die negen punten staat het er nog altijd een stuk beter voor dan gemiddeld over de afgelopen twintig jaar (-3).
Vraagteken 3: Huurprijzen
Een andere indicator die vraagtekens doet rijzen, is de ontwikkeling van de huurprijzen. Buiten Amsterdam daalden die vorig jaar bijna overal, blijkt uit onderzoek van JLL. In Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven daalde de huurprijs gemiddeld met 1,8 procent, voor de overige steden in de top twintig bedroeg de daling gemiddeld 1,6 procent. Naarmate de steden kleiner worden, dalen de huurprijzen harder: in steden buiten de top twintig maar met meer dan honderdduizend inwoners met 2,1 procent, in plaatsen met minder dan honderdduizend zelfs 4,5 procent. Amsterdam is de enige stad die zich weet te onttrekken aan het beeld van dalende huurprijzen. Daar stegen de winkelhuurprijzen met twee procent, met het Damrak (25 procent stijging naar gemiddeld 2500 euro per vierkante meter per jaar) als absolute uitschieter.
De ‘normalisatie’ die buiten de hoofdstad plaatsvindt heeft volgens JLL grotendeels te maken met de toegenomen onzekerheid van retailers over de winkelmarkt, het groeiende percentage online bestedingen en de stijgende kosten voor personeel en productie. Deze factoren dragen bij aan een beperkter aantal retailers dat nieuwe filialen opent, waardoor het aanbod van winkelruimte de vraag overstijgt. Ondanks dat de omzet van veel retailers in de afgelopen periode juist een stijgende lijn heeft laten zien, zijn het de sneller stijgende kosten die voor beperkte winstmarges zorgen.
De dalende huurprijzen stellen retailers wel in staat om een rendabelere operatie neer te zetten, is de positieve kanttekening van JLL. Hoewel het op dit moment veelal nog fragiel is, zorgen de toenemende consumentenbestedingen in combinatie met de dalende huurprijzen voor een op termijn gezondere operatie van retailers. Dit, in combinatie met een stijgend aantal transformaties van leegstaande winkelruimte, zou moeten leiden tot een stabieler winkellandschap in Nederland.
Vraagteken 4: Faillissementen
Een van de grootste onzekere factoren is misschien wel de ontwikkeling van het aantal faillissementen. ABN Amro voorspelde een jaar terug voor 2018 een daling van tien procent van de faillissementen binnen de detailhandel, maar het tegendeel blijkt waar. Tot en met november waren er in 2018 341 faillissementen in de detailhandel, een stijging van twee procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Daarmee gaat de retail niet mee met de totale ontwikkeling van faillissementen in Nederland, die volgens onderzoek Graydon een laagterecord bereikten. De stijging in de detailhandel weerspiegelt volgens ABN de grote concurrentie en beperkte marges in de sector. Voor volgend jaar rekent de bank, ondanks dat opnieuw sprake is van volumegroei, weer op een stijging van het aantal faillissementen binnen de detailhandel.
Hoewel ook volgens Euler Hermes de detailhandel de zaken nog niet helemaalop orde heeft, is de ergste pijn volgens de kredietverzekeraar geleden, in ieder geval wat betreft grote faillissementen. Kijkshop, dat alweer in januari vorig jaar failliet werd verklaard, was volgens Euler Hermes het laatste voorbeeld. Wereldwijd staat de Nederlandse keten op plek 22 als het gaat om 'grote retailfaillissementen' van 2018, met een geschat omzetverlies van 182 miljoen euro.
Vraagteken 5: Personeel
Een laatste punt van zorg is het groeiende personeelstekort. Het aantal openstaande vacatures neemt toe en ook in de retail merken bedrijven dat, bijvoorbeeld doordat zij soms hun openingstijden moeten beperken. Het tekort aan personeel is in de retailsector niet zo erg als in sommige andere sectoren, maar volgens ABN Amro wel aan de orde van de dag. In het vierde kwartaal van 2018 ziet netto zestien procent van de detailhandelaren het tekort aan personeel als belemmering. Dit is fors meer dan een jaar eerder, toen zes procent van hen het tekort aan personeel als belemmering zag. Eind 2016 was dit nog twee procent. Dat is volgens de bank zorgelijk, ook omdat service het voornaamste onderscheidende kenmerk is van de fysieke winkel, juist nu de klant zich in hoge mate digitaal oriënteert.
Een troost voor pure fysieke spelers: hun online concurrenten hebben het ook niet makkelijk op personeelsgebied. Bijna één op de vijf webwinkels ondervindt hinder door een personeelstekort, blijkt uit een rapport van het UWV. Dat is dus zelfs nog meer dan bij de detailhandel als geheel. In 2017 telde de totale Nederlandse retail zo’n 883 duizend banen, vorig jaar kwamen er daar zesduizend bij en dit jaar naar verwachting weer. Ook het aantal vacatures neemt fors toe, van 105 duizend in 2013 naar 169 duizend op dit moment. Dat hoge niveau blijft ook dit jaar zichtbaar, verwacht de uitkeringsinstantie.