Dringende klanten bij het schap met wc-papier, afrekenen vanachter een spatscherm, blikken soep die niet aan te slepen zijn, winkelwagentjes ontsmetten: misschien is de supermarktbranche wel de retailsector waarin de coronacrisis de dagelijkse gang van zaken het eerst en het meest ontregelde. Samen met duizenden anderen hielden deze vakkenvullers de schappen vol en de hamsterende consument kalm.
‘Deze tijd maakt me socialer’Pim Petersen (19)
Albert Heijn, Tiel
Wie: “Ik ben Pim Petersen en ik studeer mediavormgeving aan ROC in Tiel op mbo4-niveau. Ik woon met mijn ouders en zus in Tiel. In mijn vrije tijd kijk ik graag films. En ik hou van fotografie. Vooral van foto’s van de natuur in de Betuwe.”
Werkt bij: "Ik werk al bijna drie jaar als vakkenvuller bij Albert Heijn. Sinds kort sta ik ook in de bakkerij. Ik vind het top hier, absoluut. Ik ga met heel veel plezier naar mijn werk. Het is mijn eerste baantje. In het begin was het best spannend en deed ik sommige dingen niet gelijk goed. Nu ken ik het klappen van de zweep. Ik heb erg leuke collega’s, er is een goede onderlinge sfeer, ook met de supermarktmanager en teamleiders. Ik voel me helemaal op mijn plek.”
Corona: “Het eerste wat ik over corona hoorde was dat het een virus in China was. Op dat moment dacht ik nog niet dat het impact zou hebben op mij. Toen het na carnaval ook in Nederland toesloeg, dacht ik: ja, oké, nu wordt het een stuk serieuzer. Waarna die eerst persconferentie kwam en vervolgens ging het snel."
"Door corona is het iets meer werk geworden. Het vullen van de vakken duurt soms langer omdat we natuurlijk anderhalve meter afstand moeten houden. Als er een klant bij het schap staat moeten we even wachten. Verder voer ik weleens het deurbeleid. Af en toe heb je daar ietwat lastige klanten. Dan zeg je vriendelijk: ‘Is het echt nodig dat jullie met zijn allen de winkel in gaan?’ Maar de overgrote meerderheid van de mensen is beleefd en vriendelijk. Als het rustig is kun je gezellig een beetje met hen kletsen. Wel op afstand natuurlijk!"
"Dat we helden zijn omdat we de schappen zo goed mogelijk gevuld houden, is wat overdreven hoor. De echte helden, dat zijn de mensen in de zorg.”
Over 20 jaar: “Poeh. Ik denk dat ik hierop terugkijk als een leerzame tijd. Ik ben gegroeid. Het heeft me socialer gemaakt. Je gaat meer letten op anderen, of het wel goed met ze gaat.”
Later: “Ik wil filmregisseur worden en grote films gaan maken, het liefst in Amerika. En ik hoop een Oscar te winnen. Van Tiel naar Hollywood is wel een heel grote droom. Maar ik ga er helemaal voor.”
‘Gek dat mensen massaal paracetamol kochten’
Rachel Bisschop (18)
Coop, Renswoude
Wie: “Ik ben Rachel en ik woon met mijn ouders, broertje en zusje in Renswoude, een dorp in Utrecht. Ik zit in het tweede jaar van de hbo-opleiding Verpleegkunde. In mijn vrije tijd drink ik het liefst een kopje koffie met vriendinnen of breng ik een bezoekje aan de sportschool.”
Werkt bij: “Sinds 2017 werk ik bij de Coop-vestiging (voorheen Emté, red.) in Renswoude. Ik kende al veel collega’s en het is ook nog eens lekker dichtbij, dus ik was erg blij met mijn eerste baantje. Inmiddels ben ik voornamelijk achter de kassa of bij het brood te vinden. Vakken vullen doe ik nog af en toe. We hebben een goede sfeer tussen de collega’s en ik heb veel contact met klanten, erg leuk. De meeste mensen ken ik van gezicht, omdat het een echte dorpssupermarkt is.”
Corona: “Veel mensen van mijn leeftijd hebben tijdelijk geen baantje door de coronamaatregelen. Gelukkig kon ik gewoon blijven werken, anders had ik me zo verveeld! Ik kon ook nog eens extra werken omdat het enorm druk was."
"Zeker het begin van de corona-uitbraak was gek. Klanten haalden voor 250 euro aan boodschappen om daarna twee weken niet te hoeven komen. Of ze werden boos als er geen wc-papier meer in de schappen lag. Het gekke vond ik dat mensen massaal het paracetamolrek leeg kochten, ‘gewoon uit voorzorg’ zeiden ze dan. Op een gegeven moment hebben we ingesteld dat elke klant maximaal twee pakjes mocht kopen."
"Gelukkig blijven de schappen tijdens de tweede golf wel gevuld en begrijpen mensen beter wat ze kunnen verwachten. Wat nu anders is, is dat we mondkapjes dragen. Dat doen we al weken maar klanten blijven zich verbazen. ‘Heb je het niet heel benauwd?’ ‘Beslaat je bril niet zo?’ Dat soort vragen. Iedereen geeft zijn mening, wat weleens irritant is tijdens een lange werkdag.”
Over 20 jaar: “Ik wil me vooral van deze tijd herinneren dat je vaker stil mag staan bij vrijheid en gezondheid, neem dit niet zomaar voor lief. Ik mis de sociale dingen en onderlinge vriendelijkheid. Soms word ik somber als ik iedereen half anoniem door de paden zie lopen, terugdeinzend van elkaar, of als iemand geïrriteerd raakt omdat het desinfectiemiddel op is.”
Dat ene moment: “Laatst kwam een vaste klant afrekenen. Hij is wat onhandig en had het mondkapje over zijn ogen gedaan. Ik vroeg: ‘Euh meneer… ziet u zo wel iets? Misschien moet dat kapje over uw mond in plaats van uw ogen!’ Hijzelf en de klant achter hem konden er om lachen. Gelukkig kom ik ook nog weleens grappige dingen tegen.”
Later: “Voor nu is dit een leuk en ontspannen baantje, maar ik wil binnenkort graag in de zorg werken. Als tweedejaars verpleegkundestudent kan ik bijvoorbeeld terecht in een verzorgingstehuis. Ik zou dan al behoorlijk wat verantwoordelijke taken krijgen, dat lijkt mij heel uitdagend. Na mijn studie wil ik in de geboortezorg werken, maar wat precies? Dat ga ik nog ontdekken.”
Lege schappen tijdens de eerste golf, dat moet worden vastgelegd.
‘Ik hoop dat we ons herinneren hoe belangrijk vrienden en familie zijn’Kawtar Minyaoui (20)
Jan Linders, Arnhem
Wie: “Ik ben Kawtar Minyaoui, 20 jaar oud en ik woon met mijn ouders en twee broertjes in Arnhem. Ik zit in het examenjaar van mijn opleiding maatschappelijke zorg aan het Kronenburg Rijn IJssel in Arnhem. Ik geniet van samenzijn met familie en vrienden, samen eten of wandelen en ik zie mijn vriendinnen graag.”
Werkt bij: “Jan Linders in Arnhem. Eerst was het voornamelijk kassa draaien en vakken vullen. Dat was niet zo moeilijk, maar nu heb ik mijn eigen broodafdeling en daar komt wat meer verantwoordelijkheid bij kijken. Ik zorg dat om 10 uur alle broodjes in het schap liggen en alles op tijd is aangevuld. Ik ben trots als mijn afdeling er mooi bij staat en ik mijn zaakjes goed op orde heb, maar het vroege opstaan en om 6.00 uur beginnen vind ik minder. Ondertussen leer ik de klanten aardig te kennen, ook omdat sommige mensen brood reserveren en dat dan later komen ophalen. Zo weet ik precies wie welk brood wil.”
Corona: “Werken tijdens corona vind ik niet heel anders dan anders, behalve dat er een mondkapje bij komt kijken. Dat is soms wel wat benauwd. Van het hesje heb ik geen last."
"Klanten zijn sneller geneigd om elkaar af te snauwen als ze te dicht bij elkaar in de buurt komen. En bezoekers raken sneller geïrriteerd door de regels, zoals dat iedereen een karretje moet hebben. Ik probeer me daar niet mee te bemoeien, want al die coronamaatregelen zijn al vervelend genoeg. Ik geef klanten anderhalve meter afstand en verder ben ik er niet echt mee bezig.”
Over 20 jaar: “Dan denk ik nog steeds aan wat een gekke tijd het was en hoe anders de samenleving was. Die anderhalve meter afstand zal me altijd bijblijven. Ik hoop ook dat we ons blijven herinneren hoe belangrijk vrienden en familie zijn. Die zie ik nu veel minder.”
Dat ene moment: “Ik vergeet niet snel hoe ons team voor elkaar klaarstaat in deze periode. Mijn leidinggevende vraagt altijd bij binnenkomst hoe het met ons gaat. Hij is heel erg geïnteresseerd in het welzijn van zijn personeel en dat vind ik belangrijk, juist in deze tijd.”
Later: “Uiteindelijk wil ik graag als verpleegkundige werken op de spoedeisende hulp. De opleiding daarvoor start volgend jaar, na mijn examens.”
‘Mensen raken steeds meer gewend aan corona’
Pieter Simonides (19)
Coop, Vledder
Wie: “Pieter Simonides, 19 jaar oud. Ik woon in Vledder bij mijn ouders. Ik heb een zus en een zusje. We hebben twee honden. Ik heb de opleiding tot verkoper afgerond en ik volg nu de opleiding tot verkoopspecialist aan het Drenthe College in Meppel. Ik sport graag, ik doe aan voetbal. En ik spreek graag af met vrienden als dat weer kan.”
Werkt bij: “Coop Simonides in Vledder, Drenthe. Ik werk daar nu een jaar of vier, vijf. De supermarkt is van mijn vader. Het leuke aan het werk is dat geen één dag hetzelfde is. Het is heel gevarieerd en je bent elke dag met klanten bezig. Met klanten heb ik zeker contact, die knopen wel een gesprekje aan. Minder leuk is het als ze met klachten terugkomen. Dat heb je natuurlijk liever niet.”
Corona: “Tijdens de eerste lockdown was het heel druk. Mensen begonnen te hamsteren. Ze sloegen heel veel wc-papier in en paracetamol. En heel veel dingen die lang houdbaar zijn. Ze waren misschien toch bang dat ook de supermarkten dicht zouden gaan - zo hadden ze een voorraadje."
"Het is nu minder druk. Na een persconferentie zie je het wel weer drukker worden, maar mensen raken steeds meer gewend aan corona en aan alle maatregelen. We hebben mondkapjes, maar we gebruiken ook vaak spatschermpjes. Ik heb zelf een bril en als ik dan een mondkapje draag, beslaat 'ie snel. Dat is niet echt prettig werken. Met een spatschermpje op kun je nog een beetje normaal ademhalen.”
Over 20 jaar: “Dan denk ik nog vooral terug aan het hamsteren. Mensen waren heel erg gefocust op het leeghalen van de schappen. Allerlei producten, zoals wc-papier, waren daardoor wekenlang moeilijk leverbaar."
Dat ene moment: “Mensen hebben niet altijd begrip voor de coronamaatregelen. Dan komen ze nog steeds zonder winkelwagentje de winkel binnen of ze klagen dat nog niet alle karretjes zijn schoongemaakt, omdat we het even druk hebben. Voor de rest heb ik niet echt iets bijzonders meegemaakt.”
Later: “Ik zou later graag supermarkteigenaar willen worden. Dat lijkt me leuk. We exploiteren twee supermarkten, in Vledder en Diever. Die wil ik graag overnemen.”
‘Als mijn mondkapje afzakt zeggen klanten er wat van’Maud van de Visch (19)
Plus, Barneveld
Wie: “Ik ben Maud van de Visch. Ik ben 19 jaar oud en woon met mijn ouders, mijn oudere broer, een jonger broertje, mijn zusje en onze vissen in Barneveld. Ik zit op Hogeschool Windesheim in Zwolle, waar ik de opleiding voor sportdocent volg. Mijn hobby is voetbal.”
Werkt bij: “Plus in Barneveld. In december werk ik daar twee jaar. Hiervoor werkte ik bij een andere supermarkt, maar ik had het daar niet naar mijn zin. Van vrienden en familie die ook bij Plus hebben gewerkt, hoorde ik goede verhalen. En het bevalt me inderdaad veel beter, ik verveel me nooit. Ik heb hier inmiddels ook de leiding gekregen over de vakkenvullers op de afdeling kruidenierswaren, groente en fruit."
"Als het druk is, vind ik het weleens lastig om alles af te krijgen – en om ervoor te zorgen dat alles ook nog mooi recht staat. Maar verder is het niet heel moeilijk en over het algemeen vind ik het ook wel leuk. De collega’s zijn aardig en als ik samenwerk met de andere vakkenvullers maken we vaak een praatje. Ook met de klanten."
"Wat ik minder leuk vind is dat ik soms pas na 10 uur 's avonds de winkel afsluit. Dat is best wel laat, vaak ben ik dan pas om 11 uur thuis. Maar dat is het enige.”
Corona: “Door corona is er best veel veranderd. Iedereen loopt nu met een winkelwagentje en we dragen hesjes. Gelukkig houdt iedereen wel rekening met de maatregelen, ook klanten. Ik merk ook dat het een stuk drukker is geworden, net als bij de eerste golf. Al wordt er nog niet zoveel gehamsterd als in het voorjaar."
"Soms zakt tijdens het vakkenvullen mijn mondkapje onder mijn neus vandaan en dan spreken klanten me er weleens op aan. Maar dan zijn ze niet echt geïrriteerd, ofzo." "Gelukkig hebben we pauze tussendoor, anders moet je je mondkapje echt de hele dag dragen. Dat zou wel vervelend zijn, soms heb je gewoon wat meer adem nodig. Maar het gaat op zich wel. En veiligheid is natuurlijk het belangrijkst.”
Over 20 jaar: “Vooral het hamsteren ben ik dan nog niet vergeten, denk ik. Klanten met een kar vol wc-papier of bloem. Dat was wel een gek gezicht. Verder is er door corona niet superveel veranderd voor mij; ik mag nog steeds drie halve dagen in de week naar school om te sporten. Daar heb ik geluk mee.”
Later: “Ik wil heel graag sportdocent worden, waar ik nu ook voor studeer. Misschien wil ik uiteindelijk ook fysiotherapeut worden, maar daar moet ik nog over nadenken.”