Negen franchisenemers hebben ook in hoger beroep geen schadevergoeding kunnen afdwingen in hun zaak tegen speelgoedconcern Otto Simon. Het moederbedrijf van Top 1 Toys is niet tekortgeschoten en heeft ook niet onrechtmatig gehandeld tegenover zijn franchisenemers. Dat blijkt uit een uitspraak van het gerechtshof in Leeuwarden.

De voormalige ondernemers van Top 1 Toys stapten in de zomer van 2014 naar de rechter, omdat Otto Simon hen in financiële problemen zou hebben gebracht door bewust valse prognoses te geven. Ook beklaagden ze zich over te weinig vrijheid om zelfstandig te handelen.

Uit het hoger beroep komt naar voren dat twee van de eisers geen vorderingsrecht hebben en vier anderen een vaststellingsovereenkomst met de franchisegever hebben gesloten, waarin zij Otto Simon ‘finale kwijting hebben verleend van alle vorderingen voortvloeiende uit de franchiseovereenkomst’.

De vorderingen van de laatste drie eisers worden om verschillende redenen afgewezen. Zo hebben ze voor een deel zelf hun ondernemingsplannen en begrotingen opgesteld en zouden ze voor het overige deel voldoende door de franchisegever zijn gewaarschuwd voor verschillende risico’s. Ook hebben deze franchisenemers de geprognotiseerde marges behaald.