Vijftig Nederlandse modebedrijven publiceren donderdag over misstanden die zij hebben aangetroffen in fabrieken en hoe ze die willen aanpakken. De stap vloeit voort uit het Convenant Duurzame Kleding en Textiel, waar deze partijen precies drie jaar geleden hun handtekening onder zetten.

Het gaat om spelers als C&A, de Bijenkorf, Hunkemöller en Zeeman. Door zich te conformeren aan het convenant hebben zij afgesproken vanaf het derde jaar te rapporteren over risico’s op misstanden in hun productieketen en wat zij daar tegen doen. Kledingmerken bepalen zelf hoe en hoe volledig ze de informatie presenteren. 

Een eerste blik op de gepubliceerde rapportages leert volgens actiegroep Schone Kleren Campagne (SKC) dat die veelal onvolledig zijn. Zo wordt niet gerapporteerd over vakbondsvrijheid in Bangladesh en China, waar dat thema een groot probleem vormt. Verder blijven concrete stappen om een leefbaar loon te realiseren uit. SKC wijst er wel op dat het nog maar een eerste rapportage is en dat er genoeg ruimte is om die in de toekomst te verbeteren.

De Bijenkorf kondigt onder meer aan dat alle merken in het assortiment vanaf 2025 duurzaam moeten zijn, terwijl Hunkemöller een groot rapport heeft geschreven over hoe wordt gecontroleerd in fabrieken. De inspanningen van de modebedrijven zullen nog niet massaal beloond worden door consumenten, voorspelt voorzitter Pierre Huppets van het convenant in het AD. “Hij zal zich in zijn keuze niet echt laten leiden door of het ook duurzaam is geproduceerd.”