De overgang van eetcafé naar restaurant, het terugkopen van 22 bezorgrestaurants en natuurlijk de coronacrisis: voor De Beren was stilzitten er de afgelopen tijd niet bij. Met verdere uitbreiding en een nieuw concept op de agenda dendert De Beren-trein voorlopig net zo hard door, vertelt algemeen directeur Melvin van der Wielen.

Bruintje Beer, Betty Beer, Bella Beer en Bommel Beer: het zijn de namen van de allereerste filialen van De Beren, toen nog stuk voor stuk ondergedompeld in hun eigen thema. De restaurantketen werd opgericht in 1984 en begon met een eetcafé aan de Rotterdamse Noordsingel. “Een eetcafé waar gegeten, maar ook gedanst werd”, vertelt Melvin van der Wielen, sinds dertien jaar betrokken bij De Beren. Eerst als kok, later onder meer als regiomanager en sinds anderhalf jaar als algemeen directeur. 

In die laatste functie maakte Van der Wielen de rebranding van De Beren mee, dat inmiddels 44 filialen heeft. Die transformeerde het bedrijf het afgelopen jaar van eetcafés naar restaurants. “Onze menukaart, de interieurs en het type gast zijn de jaren daarvoor langzamerhand veranderd.” Ook verloor het concept ‘eetcafé’ steeds meer zijn glans. “Het werd tijd om zelf ook mee te veranderen, zodat de consument weet wat hij kan verwachten. De verschuiving naar restaurants was voor ons een logische stap.” Toch dekt ook die term nog niet volledig de lading, aldus Van der Wielen. “Eigenlijk zijn we meer dan dat. Onze nieuwe vestigingen hebben een echt all-day concept; van ontbijt, lunch en diner tot de borrel. Wellicht dat er uiteindelijk nog een ander onderschrift komt dan alleen ‘restaurant’, maar we weten nog niet welk.”

Met name het menu heeft de afgelopen tijd een grote ontwikkeling doorgemaakt, volgens de directeur. Waar je vroeger nog wegkwam met postmix-cola en automaatkoffie, wil de consument nu cola uit een flesje en koffie van verse bonen. Ook vegetarische en vegan gerechten staan tegenwoordig op de kaart. “Die markt wordt steeds groter, dus gaan we daarin mee. We kunnen makkelijk elementen toevoegen aan ons concept, zonder alles gelijk om te hoeven gooien. Dat is ook onze kracht ten opzichte van andere formules.” Formules zoals Loetje, dat inmiddels 21 vestigingen heeft en momenteel hard groeit. “Maar zij hebben maar één product (biefstuk, red.) en bij ons is er voor elk wat wils. Daarnaast zijn wij een van de weinige formules in Nederland, zo niet de enige, die een restaurant en delivery-functie in één heeft.”

Bezorgrestaurants
De 22 bezorgrestaurants van De Beren: tot juni dit jaar waren ze nog in handen van Martijn Jansen, de zakenpartner aan wie eigenaar Ad Schaap ze vijftien jaar geleden verkocht. Twee maanden geleden nam Schaap de bezorgrestaurants weer over. “Voor de consument waren we al één formule, maar intern waren we twee aparte bedrijven”, licht Van der Wielen toe. Twee bedrijven die langzaam uit elkaar groeiden. “Onze visie en strategie kwamen niet meer honderd procent overeen. De verandering qua huisstijl, menu, et cetera, vond aan de bezorgkant minder plaats.” Ook de groei bleef achter: waar De Beren jaarlijks tien ‘gewone’ restaurants opende, groeide de bezorgtak met twee filialen per jaar. “We verwachten nu jaarlijks tien tot twaalf bezorgrestaurants te kunnen openen. Die markt is gewoon booming.”

Bang dat de bezorgrestaurants zullen concurreren met de reguliere filialen, is de directeur niet. “Je zit niet in elkaars vaarwater; het is een heel andere markt. Wij denken dat de consument van tevoren al weet of hij in een restaurant gaat eten of laat bezorgen. We bieden alleen een extra service.”

De overname van de bezorgtak gold als inspiratie voor het ‘bezorgrestaurant 2.0’, een nieuwe formule met een to go-functie die het bedrijf wil uitrollen naar NS-stations en andere high-traffic locaties. “De 2.0-restaurants hebben een bezorgservice, maar je kunt er ook snelle gerechten afhalen. Daar is het menu op toegespitst.” Zo wil de keten naar eigen zeggen extra omzetmomenten creëren. “Op het gebied van to-go en ontbijt liggen nog kansen die we graag willen pakken.” Het horecabedrijf heeft al wat locaties op het oog, al zijn er nog geen knopen doorgehakt. “Maar we hopen de eerste vestiging dit jaar nog te openen.”

Crisistijd
Daarnaast wil De Beren ook met zijn reguliere restaurants ten minste tien nieuwe vestigingen per jaar openen. De coronacrisis verandert niets aan de groeiplannen van de keten, wiens restaurants ruim tweeënhalve maand gesloten waren. Waar de verwachte omzet eerder nog 75 miljoen euro bedroeg, blijft die nu steken op 60 miljoen – het niveau van vorig jaar. “Het verlies van de gesloten restaurants kunnen we gelukkig ‘wegpoetsen’ met onze nieuwe vestigingen”, vertelt Van der Wielen. “En we zijn tijdens de sluitingen met de helft van onze restaurants gaan bezorgen. Omdat we die bezorgtak al in huis hadden, konden we makkelijk schakelen. Daardoor zijn we er relatief goed uitgekomen; al onze restaurants zijn nog open. En dat blijft zo.”

We zijn niet bang dat er een tweede golf komt, maar zijn er wel klaar voor

De algemeen directeur zegt voorbereid te zijn op een eventuele tweede golf, waarbij sluiting van de horeca niet ondenkbaar is. “Dan hebben we nog de huidige 22 bezorgrestaurants. En van de restaurants die tijdens de sluiting gingen bezorgen, zijn zes filialen dat blijven doen. We zijn niet bang dat er een tweede golf komt, maar zijn er wel klaar voor.” Ook het einde van de zomer brengt zijn uitdagingen mee. Door de anderhalvemetermaatregel mag De Beren nog steeds maar een beperkt aantal mensen in zijn restaurants toelaten. “We hebben vrij grote terrassen met veel zitplek, maar in de winter ben je daarin wel beperkt. Gelukkig zijn de meeste restaurants vanbinnen ook groot.”

Hoewel de crisis aan de groeiplannen in eigen land niet heeft veranderd, heeft De Beren zijn internationale ambities wel (tijdelijk) in de ijskast gezet. “Maar die ambities zijn er wel”, zegt de directeur. “We zouden dan eerst naar onze buurlanden kijken: België, Duitsland. Maar er zit op het moment niks in de pijplijn.” Voor nu ligt de focus op Nederland. “Nog meer Berenvrienden maken dan we al hebben, dat is ons hoofddoel.”