De rubriek Changemakers komt tot stand in samenwerking met ABN Amro.
Elektrische fietsen van eigen bodem, zonder serviceproblemen: waarschijnlijk een droom van veel stedelingen. Precies dat is de gedachte achter Mokumono van de tweeling Bob en Tom Schiller. Hun e-bikemerk gebruikt materialen waarmee zo min mogelijk mis kan gaan.
“Mijn tweelingbroer was al jong bezig met het opknappen van oude racefietsen. Geen wonder dus dat Bob met het idee kwam voor Mokumono tijdens zijn afstudeerperiode. Hij kwam erachter dat de fietsmerken uit Nederland veelal zijn opgeslokt door grote bedrijven. Fietsen is zo Nederlands, maar we maken ze zelf niet meer.
Toen ik instapte zijn we gaan zoeken naar geautomatiseerde productietechnieken die vooral in automotive worden toegepast. Bob zette die technieken om naar de productie van een fietsframe. We hadden tweeënhalf jaar nodig om alles zo te ontwikkelen dat het klopte: van financiering tot de fiets zelf. In 2018 leverden we de eerste fietsen af. Er was alleen één probleem: de prijs. We maakten kwalitatief...
De rubriek Changemakers komt tot stand in samenwerking met ABN Amro.
Elektrische fietsen van eigen bodem, zonder serviceproblemen: waarschijnlijk een droom van veel stedelingen. Precies dat is de gedachte achter Mokumono van de tweeling Bob en Tom Schiller. Hun e-bikemerk gebruikt materialen waarmee zo min mogelijk mis kan gaan.
“Mijn tweelingbroer was al jong bezig met het opknappen van oude racefietsen. Geen wonder dus dat Bob met het idee kwam voor Mokumono tijdens zijn afstudeerperiode. Hij kwam erachter dat de fietsmerken uit Nederland veelal zijn opgeslokt door grote bedrijven. Fietsen is zo Nederlands, maar we maken ze zelf niet meer.
Toen ik instapte zijn we gaan zoeken naar geautomatiseerde productietechnieken die vooral in automotive worden toegepast. Bob zette die technieken om naar de productie van een fietsframe. We hadden tweeënhalf jaar nodig om alles zo te ontwikkelen dat het klopte: van financiering tot de fiets zelf. In 2018 leverden we de eerste fietsen af. Er was alleen één probleem: de prijs. We maakten kwalitatief hoogwaardige producten met dure onderdelen, waardoor de totaalprijs in de buurt kwam van wat je betaalt voor een e-bike. Mensen vinden dat een ‘gewone’ fiets niet waard. Daarom besloten we de fiets door te ontwikkelen naar een e-bike. Inmiddels zit de prijsstelling van onze fietsen onder het niveau van VanMoof en Cowboy.
Ons doel is een fiets produceren die voor honderd procent in Europa wordt gemaakt. Daar zijn we al ver in. In 2020 kwamen we op de markt met onze Deltavariant, die voor 65 procent Europees is. Het nieuwste model, de Polder, bestaat voor 90 procent uit Europees gemaakte onderdelen.
We zijn nog niet op 100 procent. Het is lastig om elektronica in de buurt in te kopen. Waar wij al langer over nadenken, en wat duidelijk werd door corona: je moet niet afhankelijk willen zijn van leveranciers uit Azië. We gebruiken accu’s uit China, maar kijken hoe we de batterijen kunnen laten produceren in een fabriek in Noord-Zweden. Zo verplaatsen we alles met kleine stapjes dichter naar huis.
Los van die kleinere afhankelijkheid levert het milieuvoordelen op als je die accu’s niet hoeft te verschepen. Daarnaast: als er iets mis gaat in de productie is het gemakkelijker om het probleem op te lossen. Heel anders dan wanneer je alles uit China haalt met een levertijd van acht weken. Vooral als je innovatieve producten maakt moet je snel kunnen verbeteren.”
Geen VanMoof
“In dat opzicht leren we van onze branchegenoten. Neem VanMoof, waarover nu commotie is ontstaan. Zij maakten keuzes die wij niet snel zouden maken. Als je te snel groeit is het enorm ingewikkeld om een probleem in de fiets op grote schaal op te lossen. Als er dan ook geen toegang tot een servicenetwerk is, lopen klanten tegen een muur op. We willen zo min mogelijk tierelantijntjes. Hoe minder er op zo’n fiets zit, hoe minder er kapot kan. Een elektrische bel is hartstikke leuk, maar een mooie mechanische bel werkt ook. En belangrijker: na een regenbui blijft ‘ie het doen.
‘Fietsen is heel Nederlands, maar ze worden hier niet meer gemaakt’
Boost voor maakindustrie
Ondanks de problemen bij andere aanbieders zien we dat er nog ruimte is in de markt. Er zijn nog genoeg mensen op zoek naar een elektrische fiets. We kunnen uitleggen dat wij onze fietsen op een andere manier produceren. Alles gaat met beleid, stapje voor stapje. We willen niet kapot groeien.
Toen we begonnen waren we het enige bedrijf dat geautomatiseerd fietsframes bouwde in Europa. Nu zijn er ook een paar anderen, waaronder Roetz. Dat vinden we niet erg, het laat zien dat we impact maken. We geven graag een kijkje in de keuken over wat we hier allemaal kunnen produceren, zodat overtochten van 22 duizend kilometer straks niet meer hoeven. Het is ook belangrijk de maakindustrie in ons land een stem te geven. We moeten investeren in moderne fabrieken, zodat Nederland een voortrekkersrol heeft in lokale productie.”
‘Duitsland is met vijf miljoen fietsers een interessante markt’
Auto laten staan
“Een normale fiets is in veel opzichten duurzamer dan een e-bike, maar op andere vlakken niet. Mensen die een e-bike hebben laten vaker de auto staan. Voor een rit van vijftien kilometer pakt men vaak niet de normale fiets, wel de e-bike. Dat is interessant voor autoluwe steden zoals Amsterdam. Een bakfiets, bijvoorbeeld, kan een relevante rol spelen in stadslogistiek. Ook willen we een product dat het gewoon doet en lang meegaat. Dat scheelt een hoop boze klanten, maar ook vanuit duurzaamheidsoogpunt is dit belangrijk. Als je in tien jaar tijd nooit gedoe hebt met een product win je daar zoveel mee.
Voor een rit van vijftien kilometer pakt men vaak niet de normale fiets, wel de e-bike. Dat is interessant voor autoluwe steden zoals Amsterdam. Een bakfiets, bijvoorbeeld, kan een relevante rol spelen in stadslogistiek. Ook willen we een product dat het gewoon doet en lang meegaat. Dat scheelt een hoop boze klanten, maar ook vanuit duurzaamheidsoogpunt is dit belangrijk. Als je in tien jaar tijd nooit gedoe hebt met een product win je daar zoveel mee.
Maar eerst focussen we ons op Nederland. We willen de juiste transportpartners hebben en ons serviceapparaat helemaal strak hebben. Die service doen we nu veelal zelf. Dat is bewust, alle feedback is belangrijk voor de ontwikkeling van onze fietsen. We willen het direct zien wanneer iets niet goed gaat.
Wel kijken we voor de toekomst naar andere oplossingen, waarin we fietsenmakers gaan inzetten als servicepunt. We geven hen daarom toegang tot alle kennis over hoe onze fietsen in elkaar steken. Je moet niet in je eentje willen opschalen. Natuurlijk kun je door heel Europa je eigen servicepunten neerzetten, maar daar heb je heel veel geld voor nodig. En het moet snel: als je vijf fietsen in Hamburg rond hebt rijden, heb je al een lokale oplossing nodig en het is niet rendabel daar direct een locatie te openen.
Hoewel we fietsenmakers graag willen aanhaken als servicepunt zijn we niet geïnteresseerd in de verkoop via fietsenwinkels. Omdat we ons eigen merk nog moeten uitbouwen is het belangrijk dat we ons verhaal goed vertellen. Als je tussen allerlei andere e-bikes staat in een winkel heb je dat niet meer in de hand.”
Dit is een premium artikel
Verder lezen?
Sluit je net als 2.500 bedrijven aan bij de RetailTrends-community
Slechts€10voor de eerste maand
Word member van RetailTrends en krijg;
✅ toegang tot alle premiumcontent;
✅ net als 45.000 nieuwsbriefabonnees dagelijks het laatste nieuws in je mailbox;
✅ gratis vacactureplaatsingen op RetailTrends Jobs;