Duurzaamheid is duur (en andere mythes ontkracht)
Gepubliceerd op 5 december 2023 om 12:50
Reparaties, ander materiaalgebruik en recycling: Bever en Decathlon geven hun duurzaamheidsstrategie concreter vorm. Zo eenvoudig is dat allemaal niet. Want duurzaamheid is gedoe, duur en levert niets op. Toch?
Duurzaamheidsmanager Christian de Jong (Bever), sustainability-expert Roeland Vervloet (Decathlon) en senior onderzoeker Anke Bergmans (Mountainview Research) gaan erover in gesprek. Onder leiding van Anic van Damme delen ze in deze podcast middels 5 stellingen hun belangrijkste bevindingen – tot nu toe.
#1: Duurzaamheid is gedoe
Ingewikkeld kun je het gerust noemen, de implementatie van een circulair businessmodel. “Het is complex omdat de huidige situatie ook complex is”, vat Vervloet samen. “Zet maar eens een lineair model neer, van de productie totdat het product bij de klant is. Wij hebben 1500 toeleveranciers, zitten in 60 landen en hebben in nog meer landen productie. Het is ontzettend complex om dat systeem te transformeren tot een circulair model. Maar dat wil niet zeggen dat je het niet moet doen.”
Zowel Decathlon als Bever keken al vroeg in het transformatieproces naar ‘laaghangend fruit’. “Je kunt complexiteit platslaan door ergens te starten”, stelt De Jong. “We begonnen met een reparatieservice in 1 winkel. Al snel zagen we dat dit geen schaalbaar model was en zijn we het centraal gaan inrichten.”
De outdoorketen opende daarom een atelier op het hoofkantoor in Pijnacker. Aantal medewerkers bij de aftrap: 1. Klanten leveren hun kapotte spullen in bij een Bever-filiaal. Wat ter plekke gerepareerd kan worden, wordt in de winkel gefikst. De rest gaat naar het atelier, waar inmiddels 7 fulltimers aan de slag zijn. “Het streven is dat de klant het product met een week terug heeft. Dat lukt nog niet altijd. Meestal gaan we uit van 1 tot 2 weken.”
#2: Duurzaamheid is duur
Jassen die duurzamer geverfd zijn, tassen van duurzamer gesourced materiaal: het heeft allemaal een prijs. Dat de klant vaak meer moet betalen voor beter geproduceerde artikelen is een ongunstig vertrekpunt, vindt Bergmans. Daarmee wordt verantwoord consumeren eigenlijk bestraft. “Je moet het zien om te draaien naar iets wat mensen graag willen doen, iets waar ze trots op zijn en waar ze onderdeel van willen zijn. Dan is de prijs geen drempel meer.”
Tegelijkertijd gaat er volgens de onderzoeker niet om of iets echt te duur is, maar om de waarde die men aan producten hangt. “Als je wel een telefoon van 1.000 euro koopt maar niet 20 cent extra voor een biologische komkommer wilt betalen, is de prijs niet het issue.”
Decathlon probeert de prijsperceptie bij klanten te veranderen met een positieve benadering. “We hebben onze reparatiecampagne bijvoorbeeld gemarket als ‘repair is the new cool’”, vertelt Vervloet. “Het is belangrijk dat je de meerwaarde van een duurzamere keuze aan de klant uitlegt zodat die daar enthousiast van wordt.”
Ook Bever is explicieter gaan communiceren over duurzamere keuzes en de gevolgen daarvan voor het prijskaartje voor de consument. “Daardoor speelt het prijsissue minder”, ziet De Jong. “Duurzaamheid, kwaliteit en het gevoel van ‘het goede doen’ gaan voor de consument hand in hand. Bovendien wordt het gat tussen wel of niet duurzaam geproduceerd minder groot, terwijl de consument steeds meer openstaat voor een kwalitatief product met een goed verhaal.”
#3 Een duurzaamheidsstrategie zet amper zoden aan de dijk
Mooi hoor, ritsen vervangen, andere materialen gebruiken, niet meedoen aan Black Friday. Maar zijn het niet gewoon druppels op de gloeiende plaat? Voor een echte ommekeer moet toch een systeemverandering plaatsvinden?
Bergmans ziet dat anders. “Voor grote veranderingen, ook vanuit wetgeving, heb je draagvlak nodig. Om dat te creëren moet de gemiddelde Nederlander begrijpen waarom veranderingen nodig zijn. Doordat bedrijven dit soort dingen doen wordt het normaler om bijvoorbeeld producten te repareren of minder te kopen. Het draagvlak neemt daardoor toe.”
Ook Vervloet onderstreept de rol van beleidsmakers. Hij wijst op de UPV-wetgeving, die per 1 juli dit jaar geldt. “Als je nu een stuk textiel op de markt brengt betaal je al iets voor de recycling ervan. Het is complex, het is een administratieve last, maar het is ook goed dat dit speelveld beleidsmatig voor alle spelers gelijk wordt getrokken.”
Zo’n aanpak gaat volgens hem helpen in het rendabel maken van circulaire modellen. “We zijn daar nog niet, maar er moet een businessmodel achter zitten. Bever wil een stuk van het lineaire model vervangen door een circulair model. En als je er alleen maar geld op toelegt, dan blijft het lineaire model het circulaire model sponsoren. Op de lange termijn kan dat niet het geval zijn.”
Benieuwd naar de andere 2 stellingen? Luister het gesprek hier terug op Spotify.