Bestseller beschikt in Europa over een netwerk van 10 verschillende distributiecentra. Groot en klein, voor winkels of webshops, met of zonder robots, wel of niet uitbesteed. Svend Sørensen van het modeconcern vertelt hoe die bonte mix wordt aangestuurd.

In Lelystad bouwt Bestseller een mega-dc van 155.000 vierkante meter. Het pand biedt straks ruimte aan bijna 1,5 miljoen bakken en dozen met kleding voor de winkels van Jack & Jones, Vero Moda, Only en andere formules van de Deense moderetailer.

Maar liefst 1.400 robotjes rijden continu heen en weer om die bakken en dozen naar een van de 36 orderpickstations te transporteren. Daar staan mensen of robots klaar om het juiste aantal kledingstukken te pakken en in de juiste verzenddoos te stoppen. Vervolgens worden die met een snelheid van 3.500 verzenddozen per uur op pallets gestapeld en in vrachtwagens geladen.

Verschillende soorten

De nieuwbouw in Lelystad wordt veruit het grootste geautomatiseerde dc van Bestseller, dat in Europa over nog 10 andere dc’s beschikt. “Binnen ons bedrijf maken we onderscheid tussen 3 soorten dc’s”, vertelt Sørensen tijdens Exchange 2024, een evenement van softwareleverancier Manhattan. 

“We hebben volledig geautomatiseerde vestigingen zoals in Lelystad, maar ook vestigingen met een grotendeels handmatige operatie zonder al die complexe technologie. Daarnaast gebruiken we magazijnen van logistiek dienstverleners, zoals dat van GXO in Venray. Ook die willen we integreren in onze supplychain.”

Eén systeem

Om alle onderdelen van de supplychain te integreren, heeft Bestseller ervoor gekozen om bedrijfsbreed de geïntegreerde warehouse management (WMS) en transport management software (TMS) te implementeren. Sørensen is binnen Bestseller verantwoordelijk voor beide oplossingen. “Door één systeem te implementeren kunnen we afstand doen van het bestaande, gefragmenteerde IT-landschap en de transitie naar een wendbare en flexibele supplychain maken.”

De nieuwe software biedt Bestseller allereerst een beter zicht op de inkomende goederenstromen. “We kunnen de zendingen van leveranciers nauwkeuriger plannen en volgen. Die transparantie stelt ons in staat om de transportplanning beter af te stemmen op de productieplanning en beschikbare opslagcapaciteit”, legt Sørensen uit.

“Een ander belangrijk onderdeel is de functionaliteit voor yard management. Die helpt ons om de operatie op de buitenterreinen van onze dc’s te stroomlijnen, zodat de juiste vrachtwagen op het juiste moment voor het juiste dock komt te staan. Dat voorkomt wachttijden van vrachtwagens en vergroot de efficiëntie bij het laden en lossen.”

Ook zicht op uitgaande stroom

Sørensen verwacht dat ook het zicht op de uitgaande goederenstroom verbetert. “Ook die zendingen kunnen we beter en efficiënter plannen, laden en volgen. Daarvoor is het wel vereist dat de software wordt geïntegreerd met de systemen van onze transporteurs. Dat helpt ons om het transport naar winkels en consumenten beter af te stemmen op de rest van onze supplychain en om sneller te reageren op verstoringen.”

Met andere woorden: de software vergroot de transparantie in de hele supplychain, vanaf het moment dat kleding de fabrieken van leveranciers verlaat tot het moment van aflevering in de winkels. Die transparantie maakt het mogelijk om te sturen op uitzonderingen, verklaart Sørensen. “We hoeven niet te kijken naar alles wat goed gaat in onze supplychain. Dat is niet zo interessant. Wij willen dat onze mensen vooral aandacht hebben voor de orders en zendingen die niet volgens plan verlopen.”

Dat de operatie van dc tot dc verschilt, betekent dat Bestseller de software niet zomaar kan kopiëren en plakken. Niet alleen de omvang en de automatiseringsgraad kan sterk verschillen, maar ook de functie. Het dc in Lelystad wordt alleen gebruikt voor bevoorrading van winkels. Voor uitlevering van internetorders heeft Bestseller andere dc’s opgezet. “We hebben samen met de softwareleverancier een flexibele, modulaire aanpak ontwikkeld. We kunnen de configuratie van de software voor elk dc aanpassen, zodat die perfect aansluit op de lokale eisen en wensen.”

Nieuwsgierig en flexibel

Omdat de software in de cloud draait, krijgen alle gebruikers elk kwartaal automatisch toegang tot de laatste updates en innovaties. “We moeten nieuwsgierig en flexibel blijven, zodat we de supplychain continu kunnen aanpassen aan de voortdurend veranderende behoeften. Die kunnen voortkomen uit trends in de markt, veranderingen in consumentengedrag of ontwikkelingen in technologie. Wij willen een supplychain bouwen waarin we snel prioriteiten kunnen aanpassen en knelpunten vermijden zodat onze operatie gestroomlijnd blijft.”

Dat gebeurt stapsgewijs, benadrukt Sørensen: “Het WMS draait al. We hebben tijdens de implementatie de nodige uitdagingen gehad, maar voldoende tijd gereserveerd om te waarborgen dat de software na de ingebruikname deed wat die moest doen. Wat de implementatie van het TMS betreft, zijn we gestart met de goederenstromen richting winkels en consumenten. Daarna komen de ingaande goederenstromen aan de beurt, gevolgd door de operatie op de buitenterreinen van onze dc’s.”

Dus niet één groot project, maar een gefaseerde aanpak. “Waarbij we altijd onze visie in het achterhoofd houden: een uniforme aansturing van de operatie, zodat we het maximale uit onze supplychain kunnen halen.” 

RetailTrends organiseert dit jaar de zevende editie van What's Next in Retail Tech. Onder andere Gordon Smit (Global IT Director van Hunkemöller) komt vertellen over de technologische innovatie binnen zijn bedrijf, trendwatcher Richard van Hooijdonk deelt een kijkje in de toekomst en China tech expert Ed Sander neemt de bezoekers mee in de wereld van Temu. Voor meer informatie, check de website van het evenement: What's Next in Retail Tech 2024.