Abercrombie & Fitch heeft gisteren haar eerste winkel in Nederland geopend in het oude pand van warenhuis Metz & Co in Amsterdam. De winkels van het kledingmerk staan bekend om de gespierde mannen met ontbloot bovenlijf bij de deur en de knappe winkelmedewerksters.
Niet alleen in Nederland opent Abercrombie winkels. De kledingketen wil haar groeipad veilig stellen door expansie te zoeken buiten de Verenigde Staten, waar het door enorme expansie ‘te gewoontjes’ was geworden. Vooral Europa en Azië zijn doelwit.
Het modeconcern, dat ook winkels heeft onder de namen Hollister en Gilly Hicks, zag de nettowinst in 2011 met bijna 25 miljoen dollar teruglopen tot 12,7 miljoen dollar. Het had moeite met de hoge katoenprijzen en het slechte weer, maar de terugloop van inkomsten kwam vooral doordat er een overkill aan winkels in de Verenigde Staten is ontstaan.
Het in 1892 opgerichte Amerikaanse bedrijf telt in de Verenigde Staten bijna 1100 winkels. Topman Michael Jeffries wil daarom snijden in het aantal vestigingen in haar thuismarkt en expansie zoeken in het buitenland. Dit lijkt te werken: de omzet van Acercrombie & Fitch groeide in het derde kwartaal met negen procent en de nettowinst met veertig procent.
Het Amerikaanse merk richt zich op een nichemarkt en is enorm succesvol. Het imago van Abercrombie is zo sterk doorgevoerd dat het bedrijf nauwelijks marketing nodig heeft. Aan reclames op televisie en reclameborden in bushokjes of op straat doet het Amerikaanse merk dan ook nauwelijks.
Reacties 0