Door Dirk Mulder
Sector banker trade & retail bij ING
Recent heb ik een bezoek gebracht aan het nieuwe Hoog Catharijne en Leidsche Rijn Centrum in Utrecht. Samen met leden van de Adviescommissie Detailhandel Noord-Holland Zuid mocht ik deze nieuw ontwikkelde winkelgebieden bekijken om inzicht te krijgen in het succes hiervan. En vooral ook om het verschil te zien tussen een stadswinkelcentrum en een ‘groot’ wijkwinkelcentrum.
Verbinding met de stad, maar nog te weinig met de reiziger
De architectuur van Hoog Catharijne werd na de opening in de jaren zeventig door velen gezien als tijdloos. Zelf heb ik er nog leuke herinneringen aan, omdat ik daar getooid met bouwhelm met mijn vader tijdens de bouw heb mogen rondlopen. Maar zo tijdloos bleek het toch niet. Inmiddels is een groot deel van het nieuwe Hoog Catharijne herbouwd en al weer enige tijd open. De ingang aan de Noordpassage is opvallend en door het uitzicht op Tivoli Vredenburg is het winkelcentrum verbonden met de binnenstad. In de Stadskamer komen drie plekken waar je in het water van de Singel kunt kijken en waar je onderdoor kunt varen. Aan de andere kant krijg je vast een indruk van hoe het moet worden, met een grote namaak-waterbak en uitzicht op een deel van de vroegere werfkelders.
Ook is er veel horeca, iets wat ontbrak in het oude Hoog Catharijne. Het paviljoen ligt op het Stationsplein tussen Utrecht Centraal Station en de nieuwe entree van Hoog Catharijne. Hier zijn verschillende nieuwe horecabedrijven gevestigd, allemaal afkomstig van (internationale) ketenbedrijven als Wagamama, Leon, Five Guys, TGI Fridays, Vapiano en Exki. Veel hippe fastdiningconcepten, vaak ook gericht op biologisch, glutenvrij of gezond eten. Utrecht is het drukste station van Nederland met 88 miljoen reizigers per jaar: ruim 241 duizend per dag. Maar dat dit nog geen garantie voor succes is, blijkt uit het toch wat negatieve sentiment van een recent artikel uit één van de landelijke dagbladen. De bezoekers die hier komen zijn op doorreis en geven zichzelf waarschijnlijk te weinig tijd om uitgebreid te gaan eten. De omzet valt enorm tegen. En dat is jammer.
Winkelervaring een belangrijk pluspunt, met oog op de toekomst
Het nieuwe deel van Hoog Catharijne heeft wel wat weg van een Amerikaanse mall. Hoge plafonds, veel ruimte, veel gevelreclame en heel druk. Vanuit het station is het gewoon rechtdoor vanaf Vredenburgplein met een paar zijtakken. Opvallend is dat juist hier een aantal internationale ketens hun eerste vestiging in Nederland heeft geopend, zoals Casa, Baskin Robbins en Normal. Maar ook bestaande ketens openen hier hun nieuwe conceptstores, zoals HKMX, Game Mania en WE Fashion.
De Zuidpassage – met zo’n 11.500 vierkante meter – gaat in november van dit jaar pas open. Hier komen de winkels van Hudson’s Bay en Primark. De twee ketens openen volgend jaar in het voormalige V&D-pand in het winkelcentrum. Onder de warenhuizen komt een Jumbo supermarkt en een La Place-restaurant. Even verderop – aan de Lange Viestraat – de nieuw verbouwde Bijenkorf. Mooi, maar kan toch niet tippen aan de vestiging in Amsterdam.
Verder is er een enorme parkeergarage onder Hoog Catharijne, die het winkelcentrum vanaf de westkant van Utrecht heel goed bereikbaar maakt. Opvallend om te zien hoe druk het hier was op een doordeweekse dag. Het toont aan dat winkelen in de binnenstad absoluut toekomst heeft. Al met al een geweldig mooie winkelervaring.
Gebrek aan sfeer en weinig vernieuwend
Van een geheel andere orde is het gloednieuwe Leidsche Rijn centrum. Dat zie je enigszins terug in de wat desolate omgeving. Eerlijk gezegd vind ik de locatie weinig sfeer uitademen. In - wat het tweede stadshart van Utrecht moet zijn - vind je 38 duizend vierkante meter aan winkels, 760 woningen, een groot plein met watervallen, voor het gebied veel horeca, kantoren en meer. Eerlijk is eerlijk, de Jumbo Foodmarkt is geweldig. De versbeleving en de slimme samenwerking met La Place is een absolute aanrader. Een Vapiano en Five Guys vind je overigens ook in Leidsche Rijn centrum. Maar verder toch veel hetzelfde aanbod van de bekende (internationale) ketens, zoals Blokker, H&M, Mango, Etos, Hema en Kruidvat, af en toe aangevuld met lokale ondernemers. Het winkelgebied is opgedeeld in verschillende pleinen en grotendeels autovrij. Een zeer compleet aanbod. Maar of ik hier nu een dagje zou gaan winkelen, ik vraag het me af.
Keuze snel gemaakt
Voor mij ligt het succes van winkelgebieden toch bij de grote stadscentra. Het uitgebreide en vooral ook gevarieerde aanbod bestaande uit (internationaal) ketenbedrijf, lokale helden, horeca en cultuur maakt het shoppen aantrekkelijk. Tel daar bij op de veelal leuke historische omgeving waarin ik kan vertoeven en ik weet wel waar ik mijn volgende aankopen ga doen. Dit neemt niet weg dat een goed ingericht en compact wijkwinkelcentrum absoluut een functie heeft en houdt, maar dan wel meer gericht op het functioneel shoppen.
Hans Van Tellingen 8 okt, 19:51
Hans Zimmer 8 okt, 17:35