Peek & Cloppenburg leek de weg omhoog te hebben gevonden. Nu zit het Duitse retailicoon toch weer in de financiële problemen. Reden voor paniek is er niet direct, want de retailer heeft wel vaker moeilijke tijden overleefd.

Peek & Cloppenburg heeft bescherming tegen schuldeisers gevraagd en gekregen, zo werd vorige week bekend. Het gaat alleen om de Duitse tak van P&C met het hoofdkantoor in Düsseldorf - met 67 winkels en 6800 medewerkers. De ondernemingen in het buitenland, waaronder die in Nederland met vijf winkels, vallen erbuiten. Dat geldt ook voor een (kleinere) P&C-onderneming die in Hamburg zetelt.

P&C zag de omzetten in 2020 en 2021 als gevolg van corona flink teruglopen. Dat leidde volgens managing director Steffen Schüller tot een verlies van zeker 100 miljoen euro. Door een zwak consumentenvertrouwen en gestegen kosten is de situatie er niet beter op geworden. Bovendien hebben de forse investeringen in online niet het gewenste resultaat opgeleverd.

Het is niet de eerste tegenslag uit de lange geschiedenis van het bedrijf dat al in 1869 het levenslicht zag. De jaren zestig markeren de grootste bloeiperiode. Talloze nieuwe winkels worden geopend in Duitsland en ook in Nederland. Vanaf het begin van de jaren negentig komt echter de klad erin: jaar na jaar wordt er verlies geleden. De keten heeft zijn concept sinds de jaren zestig nauwelijks veranderd en krijgt last van nieuwkomers als H&M en Zara. De kledingsmaak verandert in dit decennium sterk en P&C weet daar niet bij aan te haken. De familie Peek trekt zich in deze periode uit het bedrijf terug, terwijl de Cloppenburgs er tot op de dag van vandaag in zitten. 

Nieuwe formule

In 1998 gaat het roer om. 22 Nederlandse (en zeven Belgische) winkels worden verkocht aan het Zwitserse Vögele. Grotere vestigingen worden omgevormd tot Anson’s, dat een ‘kledingwarenhuis van internationale allure’ moet worden. Met merken als Benetton, Daniel Hechter, Boss en Mexx. “Geen wegwerpkleding, maar mode voor mensen die kleding zien als investment buy”, aldus toenmalig verkoopmanager Hans Groot Baltink.

Maar die nieuwe formule slaat niet aan. Eind 2000 wordt de sluiting van achttien winkels aangekondigd. Drie Anson’s-vestigingen (in Breda, Den Bosch en Groningen) worden overgenomen door Vendex KBB. Die bouwt ze om tot Bijenkorf-warenhuizen. “We hebben niet de topmerken kunnen leveren”, verklaart Oscar Kerkhoven van het managementteam van P&C. “Bovendien zijn er te veel spelers op deze markt.” Ook de oude P&C-winkels kunnen de resultaten niet opkrikken. “We hebben in Nederland een imagoprobleem.”

Het aantal Nederlandse filialen van Peek & Cloppenburg blijft daarna slinken. De retailer die ooit landelijk vertegenwoordigd was behoudt alleen zijn filialen in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam.

De weg omhoog

Dat Peek & Cloppenburg nog niet dood is blijkt in 2017. Met de 150ste verjaardag in zicht zet de modeformule een financieringsronde op touw. Het doel is om zo’n 75 miljoen euro op te halen om een liquiditeits- en schuldstructuur voor de lange termijn uit te stippelen. De resultaten overtreffen alle verwachtingen: door de grote belangstelling van investeerders wordt twee keer zoveel opgehaald als beoogd, zo’n 150 miljoen euro.

Eind 2018 kondigt Peek & Cloppenburg tot ieders verrassing aan met onlineverkoop in Nederland te willen beginnen. De Nederlandse webwinkel is onderdeel van de strategie om verder te digitaliseren en het bereik met e-commerce uit te breiden. In de zomer van 2019 is het dan zover. Nederlandse consumenten kunnen online bij P&C terecht voor zo’n dertigduizend artikelen van driehonderd merken. Qua verzendbeleid is de retailer meteen Zalando-proof, want klanten betalen geen verzend- of retourkosten.

Ook op het gebied van fysieke winkels gebeurt van alles. Als gevolg van de stagnerende omzet ziet Peek & Cloppenburg zich genoodzaakt winkels te sluiten in Duitsland. Het gaat om vestigingen in Gießen, Unna en Berlijn. Vooral de grotere vestigingen blijven achter. Reden voor P&C om zijn nieuwe vestiging in Aken kleiner te maken dan oorspronkelijk gepland. De drie overgebleven Nederlandse winkels blijven ongemoeid.

Toch is er ook goed bricks-nieuws uit het P&C-kamp. Gelijktijdig met de sluitingen in Duitsland kondigt het bedrijf aan nieuwe vestigingen te openen in Oost-Europa. Naast enkele zaken in landen waar de retailer al zit, zoals Roemenië en Kroatië, voegt Peek & Cloppenburg Estland toe als nieuwe markt. Daarmee komt het totale aantal landen op zestien, met bij elkaar ruim 120 filialen.

Mall of the Netherlands

Kort daarna volgt de coronacrisis. Zoals voor de meeste fysieke retailers die geen essentiële spullen verkopen is dat ook voor Peek & Cloppenburg een harde klap. “Vooral locaties gericht op toerisme hebben te kampen met lage klantaantallen”, vertelt de Nederlandse countrymanager Marc Hoeben aan RetailTrends. Toch weerhoudt dat P&C er niet van om in september van 2020 een opvallende stap aan te kondigen. Met een nieuw winkelconcept vestigt de formule zich in het hypermoderne winkelcentrum Mall of the Netherlands. Het is voor het eerst in decennia dat Peek & Cloppenburg een nieuw filiaal opent in ons land.

En daar blijft het niet bij. Afgelopen herfst volgt een nieuwe, vijfde winkel voor de modeketen in het centrum van Almere. P&C krijgt in het voormalige V&D-pand in die stad de beschikking over vijfduizend vierkante meter. Daarmee opent Peek & Cloppenburg in nog geen twee jaar tijd twee nieuwe winkels in Nederland, waar er in de decennia daarvoor alleen maar zaken gesloten werden. 

En nu volgt dus toch weer een tegenslag, al lijkt Nederland niet direct te worden geraakt. Peek & Cloppenburg ziet zich genoodzaakt om te herstructuren. Op het hoofdkantoor, waar zo'n 800 mensen werken, zal een 'aanzienlijk aantal' ontslagen vallen. Personeel in de 67 winkels blijft voorlopig buiten schot. De winkels blijven net als de webshop open. P&C zegt vast te houden aan een omnichannelstrategie, maar het gaat zich meer concentreren op de winkels. 

Dit artikel is gebaseerd op een verhaal dat eerder in RetailTrends verscheen.