Vier retailers geven vanaf februari de slachtoffers en nabestaanden van de instorting van kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh een compensatie. Het gaat om Primark, Bon Marche, de Spaanse warenhuisketen El Corte Ingles en het Canadese Loblaw Companies Limited.
De fashionspelers hebben vorige week met de Bengaalse overheid en vakbonden een overeenkomst getekend voor de oprichting van een compensatiefonds van veertig miljoen dollar (29 miljoen euro). De partijen zetten hiervoor een internationaal fonds.
Naar schatting lieten nog 25 andere fashionketens waaronder C&A, Walmart en Mango rond de tijd van de instorting kleding produceren in de bewuste fabriek. Zij weigeren tot nu toe om een compensatie te betalen. Bij de ramp kwamen meer dan duizend textielarbeiders om het leven.
Naar aanleiding van de tragedie in Rana Plaza werd het Accord on Fire and Building Safety opgesteld. Dit bindend verdrag moet de veiligheid in Bengaalse textielfabrieken verbeteren. Ruim honderd fashionketens waaronder V&D, Adidas en Zeeman hebben dit akkoord al getekend. Coolcat en Prénatal deden dat nadat minister de retailers publiekelijk bekritiseerde. MS Mode zette maandag zijn handtekening onder het verdrag.
Eerder:
Ploumen haalt uit naar 'foute' fashionretailers
Retailjaar 2013: Verduurzaming fashion
Kledingbranche compenseert Bengaalse slachtoffers
Fashionketens compenseren Bengaalse slachtoffers in 2014
Gepubliceerd op 24 december 2013 om 00:00
Reacties 0