Door Hans Verstraaten (columnist)
Ze noemen het serveillance: de inzet van observatietechnologie om klantenservice te verbeteren. Nog een paar jaartjes wachten, mensen, en in de winkel weten ze precies wat ú moet hebben, dankzij data die de winkel over ú heeft verzameld en geanalyseerd en in die winkel wordt ú dan toegesproken. Maar ho, wacht even. Ik heb nu een stuk of tien verhalen over serveillance gelezen en de helft van die verhalen begint ongeveer zo:
Kent u de film Minority Report? Daarin wordt hoofdrolspeler Tom Cruise door reclameborden herkend en toegesproken. Die reclameborden hebben speciale aanbiedingen, speciaal voor hem, want ze kennen hem door en door, vooral zijn consumptiepatronen. En dat wordt straks de realiteit, mensen!
Zo, hebben we dat gehad. (Nou, nog even dit: de film speelt zich af in 2054. En let op: er is nog steeds fysieke retail in 2054!)
Weet u wat ik erg vind? In de trein aangesproken worden door een wildvreemde. Of op straat aangesproken worden door een wildvreemde. Ik vind ’t eng. Laat me alsjeblieft met rust! (Dit geldt overigens niet voor wildvreemden die...
Door Hans Verstraaten (columnist)
Ze noemen het serveillance: de inzet van observatietechnologie om klantenservice te verbeteren. Nog een paar jaartjes wachten, mensen, en in de winkel weten ze precies wat ú moet hebben, dankzij data die de winkel over ú heeft verzameld en geanalyseerd en in die winkel wordt ú dan toegesproken. Maar ho, wacht even. Ik heb nu een stuk of tien verhalen over serveillance gelezen en de helft van die verhalen begint ongeveer zo:
Kent u de film Minority Report? Daarin wordt hoofdrolspeler Tom Cruise door reclameborden herkend en toegesproken. Die reclameborden hebben speciale aanbiedingen, speciaal voor hem, want ze kennen hem door en door, vooral zijn consumptiepatronen. En dat wordt straks de realiteit, mensen!
Zo, hebben we dat gehad. (Nou, nog even dit: de film speelt zich af in 2054. En let op: er is nog steeds fysieke retail in 2054!)
Weet u wat ik erg vind? In de trein aangesproken worden door een wildvreemde. Of op straat aangesproken worden door een wildvreemde. Ik vind ’t eng. Laat me alsjeblieft met rust! (Dit geldt overigens niet voor wildvreemden die veel weg hebben van Scarlettt Johansson, maar je zult altijd zien: die spreken me dan weer nooit aan)
Nog enger lijkt ’t me dat ik straks pakweg een Etos binnenwandel en word toegesproken door een wildvreemde robot die me meldt: “Zo meneer Verstraaten, hoe is het met u? U ziet er eerlijk gezegd wat vermoeid uit. Ik zie hier ook in uw medisch dossier dat uw bloeddruk een beetje laag is. Speciaal voor u hebben wij dan ook onze Etos Multi Man Vitaminen in de aanbieding!” En dan ga je ook nog in gesprek met zo’n robot, hè.
“Pleur op met je vitaminen. Die zijn volgens mijn huisarts weggegooid geld. Ik kom voor een tube tandpasta.”
“Oké, rustig maar. Die huisarts van u, ene mevrouw Nijssen, scoort trouwens maar matig in internetrecensies en haar studie geneeskunde – dat was echt met de hakken over de sloot. Maar goed. Prodent Coolmint neem ik aan?”
“Ja.”
“Volgens mijn gegevens bent u toe aan een nieuwe tandenborstel. Ik heb een mooie aanbie...”
“Hou alsjeblieft op, lul!”
Een doodenge toekomst. En vooral een doodvermoeiende toekomst. Je kunt je er als consument natuurlijk tegen wapenen, tegen al die data-gieren en tegen die serveillance, maar dat wordt dan een enorme klus. Met wat fantasie maak je echter al die databestanden volkomen gek. Bijvoorbeeld:
Tip 1. Week in, week uit een half uur naar potjes doperwten staren in Albert Heijn. Zodat de camera denkt: ‘Die meneer Verstraaten, die is gek op onze doperwtjes! Die informatie gaan we eens goed gebruiken!’ Ik heb helemaal niets met doperwtjes, maar zo zet je zo’n robot compleet op het verkeerde been. ‘MENEER VERSTRAATEN, WAAROM REAGEERT U NIET OP ONZE SPECIALE HAK-AANBIEDING???’
Tip 2. De ene week Ariel kopen, de volgende week Dreft, de week daarop Persil en zo verder. Algoritmen kunnen denken. In dit geval denkt een algoritme: ‘What the fuck??? WHAT THE FUCK???’
Tip 3. Overal op social media melden dat je stokdoof bent. Je komt een winkel binnen en die robot checkt je data en denkt: ‘Shit zeg, een stokdove klant. Wat nu? WAT NU?’
Tip 4. Uren doorbrengen op opel.nl en opel.com, drie Opel-dealers bezoeken, proefritten maken in een Opel Corsa. En vervolgens een BMW 7 kopen. De data-afdeling van Opel AG is nu geheel van slag en heft zichzelf op.
Tip 5. Koop via crowdfunding Facebook op. De beurswaarde is momenteel circa 507 miljard dollar. U dient ruim vijfhonderd miljoen mensen te vinden die elk ruim duizend euro willen doneren. Moet te doen zijn, toch? Vervolgens hef je Facebook op, vernietig je alle Facebook-data en – helemaal mooi – wordt Mark Zuckerberg schoonmaker bij Burger King in Palo Alto.
Tip 6. Kies radicaal voor een laptop- en iPhoneloos leven. Word schapenhoeder te Patagonië, noem uzelf Juan Ramirez (daar zijn er zes miljoen van) en betaal enkel nog cash met peso’s. Nader bericht: vergeet niet een bordercollie en een woordenboek mee te nemen!
Tip 7. Meest probate middel: ga naar de winkel met een hamer en sla die serveillancerobot aan stukken.
Maar ach, er is eigenlijk geen beginnen aan. Zeg retailers, denkt u ons consumenten echt een plezier te doen met deze Orwelliaanse retailhel genaamd serveillance? Ik zie trouwens ruimte voor een nieuw winkelconcept. Winkeltjes om de hoek, geheel computer- en robot- en dataloos. Waar een méns medewerker is en je toelacht: “Hé, Hans! Hetzelfde als vorige week?”
Bron: RetailTrends 5