Voor brillen en gehoorapparaten kun je al jaren terecht in de winkelstraat dus waarom niet voor een kunstgebit? Vanuit die gedachte ontstond Denticien, dat moet uitgroeien tot een landelijke franchiseketen.

Van een bril zou je al haast vergeten dat het een medisch hulpmiddel is. Ze worden net zo goed beschouwd als modeaccessoire en je hoeft er niet voor naar een stoffige zorgpraktijk, maar gewoon naar de winkelstraat. Een fashionitem zal een tandprothese misschien niet zo snel worden, maar met Denticien is er nu wel een winkelformule die kunstgebitten uit de klinische sfeer wil trekken. 

 

‘We gieten de markt in een andere vorm’

Daar komt een flinke hoeveelheid technologie bij kijken. Zo werkt Denticien met driedimensionale scantechnologie om digitale scans te maken van de kaak. Op basis daarvan kan een passende gebitsprothese worden gemaakt en is ‘happen in de klei’ niet meer nodig. Bezoekers kunnen ook ter plekke een lachsimulatie maken om een nieuw gebit alvast virtueel op het gezicht te projecteren. “Zoals een kapper met je in een boek kijkt voor een kapsel kun je ook je nieuwe glimlach uitzoeken”, omschrijft Germen Versteeg, tandprotheticus en oprichter van Denticien.

Heb je een mooie lach uitgekozen, dan rolt je kunstgebit in de winkel zelf uit de 3D-printer. Twee jaar geleden opende Denticien in Alkmaar zijn eerste vestiging. Daarna volgden Haarlem en Rijswijk, wat het totaal op drie brengt. Nummer vier (Rotterdam) en vijf (Hoorn) staan al op de planning. De ontvangst van het concept is volgens Versteeg boven verwachting. “Door in de winkelstraat te zijn, met de deur open en het stoepbord buiten, krijgen we ineens mensen over de vloer die even binnenlopen nadat ze bij Albert Heijn zijn geweest. Dat zijn vaak mensen die anders nooit naar een mondzorgverlener waren gegaan, maar door de laagdrempeligheid wel.”

Denticien hoopt binnen vijf à zeven jaar door te groeien naar 25 winkels in Nederland. “Elke plaats met ongeveer honderdduizend inwoners is geschikt voor een Denticien”, aldus Versteeg. Daarnaast kijkt hij al stiekem over de grens. “Daar hebben we ook al gesprekken over gehad met onze adviseurs. Zij zien kansen, maar zeggen wel: wacht eerst even tot je zeven à acht winkels in Nederland hebt staan. Dan heb je een proven concept en is uitrol in het buitenland makkelijker.” Als het over een paar jaar zover is, dan zijn Denemarken, Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk landen waar Denticien naar kijkt.

Vooralsnog financiert Denticien alles op eigen kracht. Dat is af en toe best even puzzelen, zegt Versteeg. Daarom zijn er ook al wat gesprekken geweest met potentiële investeerders. Die hebben tot nu toe nog niks opgeleverd, maar hij sluit niet uit dat daar verandering in komt. “Vooral om het groeitempo op te voeren”, legt hij uit. “Maar als we een investeerder in de arm nemen zal dat altijd in een minderheidsbelang zijn. Ik wil volledig zelf in charge zijn.”

Het rekensommetje voor de investeerders ligt al klaar. Als Denticien inderdaad binnen een jaar of zeven naar 25 vestigingen groeit, moet het bedrijf zo’n veertig à vijftig miljoen euro waard zijn en een jaarlijkse ebitda van vijf miljoen in de boeken schrijven. Dat er markt is voor het concept, daarover heeft Versteeg nooit getwijfeld. “Meer dan een miljoen mensen in Nederland dragen een kunstgebit. In bijna elke middelgrote plaats zitten al één of twee tandprothetici. De markt is er dus al, die hoeven we niet meer te creëren. We gieten het alleen in een andere vorm.”