Op=Op Voordeelshop is, na Intertoys en Coolcat, de derde grote Nederlandse retailer die in amper een maand tijd over de kop is gegaan. Verrassend, want de discountketen leek flink in opmars en groeide in rap tempo uit tot 130 winkels. Of heeft die groei de keten juist de nek omgedraaid?
Het lijkt wel een jongensdroom. Via zijn bijbaantje leert Vincent Alkema de oprichters van Op=Op Voordeelshop kennen, hij opent een franchisevestiging en neemt de formule over. De discountdrogist telt dan 21 locaties. Tien jaar later zijn dat er 150. Op=Op vult in rap tempo witte vlekken in en schrikt er daarbij niet voor terug om in gaten te duiken van verdwijnende of afslankende concurrenten. Zo nam de discounter twee jaar terug 31 winkels van Blokker over om die te transformeren naar zijn eigen formule. Niet veel later werden ook nog eens meerdere vestigingen van Marskramer overgenomen. De discounter zag destijds ruimte om door te groeien tot...
Op=Op Voordeelshop is, na Intertoys en Coolcat, de derde grote Nederlandse retailer die in amper een maand tijd over de kop is gegaan. Verrassend, want de discountketen leek flink in opmars en groeide in rap tempo uit tot 130 winkels. Of heeft die groei de keten juist de nek omgedraaid?
Het lijkt wel een jongensdroom. Via zijn bijbaantje leert Vincent Alkema de oprichters van Op=Op Voordeelshop kennen, hij opent een franchisevestiging en neemt de formule over. De discountdrogist telt dan 21 locaties. Tien jaar later zijn dat er 150. Op=Op vult in rap tempo witte vlekken in en schrikt er daarbij niet voor terug om in gaten te duiken van verdwijnende of afslankende concurrenten. Zo nam de discounter twee jaar terug 31 winkels van Blokker over om die te transformeren naar zijn eigen formule. Niet veel later werden ook nog eens meerdere vestigingen van Marskramer overgenomen. De discounter zag destijds ruimte om door te groeien tot 350 filialen in Nederland. Op=Op sloeg zelfs zijn vleugels uit naar de Antillen, waar uiteindelijk vier vestigingen werden geopend.
De snelle groei van Op=Op deed de nodige wenkbrauwen fronzen, in een tijd waarin andere winkels juist in rap tempo te deuren sloten. De vanuit het Drenthse Peize gerunde discounter wekte de indruk daar juist van de profiteren. Zodra het huurcontract van een te kleine winkel afliep, keek Op=Op uit naar een groter pand. “Er is dankzij de crisis voldoende te huur en de prijzen zijn niet meer zo scherp als voorheen”, omschreef Alkema de zonnige kant van de problemen in de markt tegenover het Dagblad van het Noorden. “Een mooie grote winkel is prachtig, maar daarin moet je ook meer omzet draaien. Er bestaan in ons land nog genoeg witte vlekken waar wij een filiaal zouden kunnen openen. Qua bevolkingsdichtheid moet je denken aan plaatsen of wijken met tenminste tien- tot vijftienduizend inwoners. Daar kunnen wij in principe goed renderen."
Kosten voor de baten uit
Dat groeien niet gratis is en renderen geen vanzelfsprekendheid weet Op=Op ook al langere tijd. Zo leed de discountketen in 2016 een verlies van een kleine drie miljoen euro bij een omzet van ruim 62,5 miljoen euro. Een jaar later was de omzet gegroeid naar zo’n 68 miljoen, maar bleek het verlies veel sterker toegenomen: tot 6,7 miljoen euro. “De kosten gaan voor de baten uit”, zei Alkema daar vorig jaar over in RetailTrends. “Daar hebben we rekening mee gehouden toen we in 2012 besloten alleen nog eigen filialen te openen. Het kost veel geld om zo extreem te groeien als wij hebben gedaan en doen.” Toch koos de discounter er ook voor om in 2016 een, eveneens verliesgevende, webwinkel te openen. Ook al kost dat in het begin ‘een hoop geld’, gaf hij toe. “Maar een retailketen zonder webshop is niet toekomstbestendig.”
Alkema had zelfs zoveel geloof in de webshop, dat hij ook toegaf dat de genoemde 350 filialen geen keiharde doelstelling waren, gezien het groeiende omzetaandeel van online. “Een winkel zal altijd blijven bestaan, zeker voor de producten die wij verkopen, maar ook onze omzet uit de onlineverkoop stijgt behoorlijk." Vooral in de Randstad werd volgens hem relatief veel via de webshop verkocht, omdat daar de meeste tweeverdieners met weinig tijd wonen. Dat heeft ook een keerzijde. "Het gaat vaak direct om orders van veertig euro of hoger, omdat wij vanaf dat bedrag de verzendkosten betalen. We kijken momenteel om ons heen hoe wij die orderstroom zo efficiënt mogelijk kunnen verwerken.”
Naast de online perikelen, ging Op=Op zoals zovelen gebukt onder de ‘moordende concurrentie’ in de branche. Dat was een belangrijke reden om jaren terug al te stoppen met het openen van franchisewinkels. Het hebben van winkels in eigen beheer – 130 op het moment van het faillissement – helpen de retailer ‘kordaat te schakelen’. “Het ontbreekt ons aan tijd die nodig is om de neuzen van alle franchisers in dezelfde richting te krijgen”, aldus Alkema. “Dan verlies je in onze ogen de slag.”
Groeistuipen weggewerkt
De groeistuipen maakten het binnen het bedrijf vaak tot ‘een heksenketel’, gaf Alkema toe tegenover RTV Noord. “Je ontkomt natuurlijk niet aan professionalisering wanneer het zo hard gaat. Dat is een stap die we wel hebben moeten maken. De eerste twintig winkels doe je met een handjevol mensen. Wanneer het groter en groter wordt, mis je opeens kennis op allerlei gebieden.” Zo werd veel tijd besteed aan het krijgen van ‘de juiste mensen op de juiste posities’, iets wat volgens Alkema een jaar of twee terug geslaagd was. “We hebben de groeistuipen weggewerkt, de organisatie staat nu stevig en we kunnen verder.”
Uiteindelijk lijkt het toch de groei die Op=Op de das heeft omgedaan, als we de verklaring van de retailer bij de aankondiging van de faillissementsaanvraag afgelopen maandag mogen geloven. In de afgelopen maanden hebben de aandeelhouders en management met adviseurs de mogelijkheden verkend om de toekomst van Op=Op Voordeelshop in de huidige structuur veilig te stellen, klinkt het in de toelichting. ‘Ook Op=Op Voordeelshop heeft te maken met uitdagende marktomstandigheden die voortdurende aanpassing van de winkelformule en de bedrijfsvoering vragen. Daarvoor zijn duidelijke plannen gemaakt. Nog in maart 2018 overschreed Op=Op Voordeelshop de grens van 150 winkels.
De snelle groei heeft veel liquiditeit, aandacht en energie gevergd van de organisatie’.
Gebaseerd op hun ‘geloof in het businessconcept van Op=Op Voordeelshop' en gesteund door bankfaciliteiten, hebben de aandeelhouders in de afgelopen twee jaar extra financiële middelen ter beschikking gesteld. Maar die bleken onvoldoende om de onderneming overeind te houden. Toch zeggen de eigenaren nog altijd mogelijkheden te zien om de organisatie in afgeslankte vorm voort te zetten, iets wat tot nu toe niet is gelukt. Als het faillissement eenmaal definitief is, zal onder leiding van een curator duidelijk worden of er nog mogelijkheden zijn voor de budgetketen, of dat de koek echt op is.