De Franse Bourrelier Group is op alle punten in het ongelijk gesteld in zijn rechtszaak tegen Intergamma. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd vonnis van de ondernemingskamer.
De grootste franchisenemer van Intergamma sleepte het bouwmarktconcern vorige maand voor de rechter om een ‘onderzoek naar het beleid en de gang van zaken’ in te stellen. De Fransen verwijten Intergamma onder meer het achterhouden van inkoopbonussen. Die zouden volgens Bourrelier volledig over de franchisnemers worden verdeeld, maar het dhz-bedrijf heeft een deel van het geld gebruikt voor verschillende kostenposten.
De rechter heeft bepaald dat het ‘niet goed voorstelbaar’ was dat Bourrelier niet op de hoogte was van het gevoerde bonusbeleid. Van misleiding is daarom geen sprake. De rechter stelt dat juist de franchisenemer de fout in is gegaan, door onvoldoende openheid te geven over hoeveel men wist over het bonusbeleid. Als gevolg daarvan moet Bourrelier een groter deel van de proceskosten betalen dan gebruikelijk is.
Bourrelier klaagde verder over onverantwoord beleid, veronachtzaming van belangen, tekortschietende taakvervulling en belangenverstrengeling in de RvC. Op alle punten ging de Ondernemingskamer niet mee met de franchiser.
Het moederconcern van Gamma en Karwei laat via een woordvoerder weten tevreden te zijn over de uitspraak. “Met deze uitkomst is er duidelijkheid voor alle stakeholders. Hierdoor kan Intergamma zich weer volledig richten de bedrijfsvoering en de transformatie die nu gaande is.”
Intergamma ligt al tijden met de Franse franchiser overhoop. Bron van het conflict is het besluit van het bouwmarktconcern om het Ierse CRH, dat 156 bouwmarkten uitbaatte als franchiser, uit te kopen. De Fransen zijn het niet eens met de voorwaarden waaronder dat gebeurde.
Reacties 0