De Nederlandse detailhandel kan dit en volgend jaar omzetstijgingen van respectievelijk 3,5 en vier procent verwachten. De onevenredige verdeling van die omzetgroei zorgt voor een wisselvallig beeld in de winkelstraat, verwacht het ING Economisch Bureau.
Winkels in woninginrichting kunnen dit jaar met vijf procent de sterkste groei verwachten. Ook retailers in persoonlijke verzorging (3,5 procent), doe-het-zelfzaken (3,5 procent) en foodretailers (drie procent) kunnen een omzetplus tegemoet zien. Voor speelgoedretailers verwacht ING juist een daling van 12,5 procent, terwijl schoenenwinkels op 2,5 procent minder omzet kunnen rekenen.
De omzet van pure webshops neem naar verwachting met 16,5 procent toe tot tien miljard euro. Dat betekent een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar geleden. Volgend jaar zwakt de groei van pure online spelers iets af tot vijftien procent.
Het wisselvallige beeld binnen non-foodretail heeft ook zijn invloed op het aantal winkelvestigingen. Het aantal fysieke schoenenwinkels is tussen 2013 en 2018 met een kwart afgenomen, terwijl het aantal speelgoedwinkels met 21 procent daalde. In totaal daalde het aantal vestigingen van non-foodretailers de afgelopen vijf jaar met ruim zevenduizend, tot iets meer dan zeventigduizend winkels.
Reacties 0