Het Rijk onderzoekt of het detailhandelsbeleid van de provincie Zuid-Holland niet te strak is. Nu mogen alleen aanbieders van grote producten als auto’s en caravans zich buiten de kernwinkelgebieden vestigen, maar die zogeheten limitatieve lijst roept vraagtekens op bij de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken. Dat heeft de provincie Zuid-Holland bekendgemaakt.
In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek hebben de ministeries een zin aan de lijst toegevoegd. Ook retailers die producten verkopen die te vergelijken zijn met de opsomming in de limitatieve lijst mogen zich in de periferie vestigen. De provincie zal bij een besluit moeten motiveren waarom bepaalde detailhandel al dan niet overeenkomt met die lijst.
De provincie Zuid-Holland erkent dat er strak wordt gestuurd op de vestiging van detailhandel buiten de kernwinkelgebieden. “Wij willen levendige en gevarieerde centra met een gezonde detailhandelsstructuur, dus daarom willen we detailhandel concentreren in de centra, en niet aan de stads- of dorpsranden”, motiveert gedeputeerde Adri Bom-Lemstra. Hij betreurt de bemoeienis van het Rijk en wijst erop dat het beleid past binnen de Retailagenda van minister Henk Kamp.
De aanleiding voor het onderzoek is het besluit om Decathlon te weren uit Den Haag en Schiedam. Dat werd door de Franse retailer aangevochten, omdat de limitatieve lijst in strijd zou zijn met Europese regelgeving en de Wet ruimtelijke ordening.
Daarnaast vechten de gemeenten de beslissing aan via een andere procedure bij de Raad van State. Dat adviesorgaan heeft onlangs laten weten waarschijnlijk pas over anderhalf jaar met een antwoord te komen, omdat er opheldering is gevraagd bij het Hof van Justitie in Luxemburg.
Reacties 0