Hudson's Bay Company verliest een rechtszaak met aanvechter CBRE Global Investors. De vastgoedbelegger stapte naar de rechter wegens schending van een afspraak door de huurder omtrent het pand in Zwolle. Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank die is opgemerkt door NRC. De verhuurder is eigenaar van de panden in Zwolle, Den Haag, Maastricht en van een deel van het filiaal in Den Bosch.
CBRE verwacht van Hudson’s Bay Company een concerngarantie, waarmee wordt bevestigd dat de huur door het Canadese modeconcern wordt doorbetaald, ook wanneer dochterbedrijf Hudson’s Bay stopt te betalen. Die afspraak zou tien jaar na het afsluiten van het huurcontract gelden. Het document voor deze concerngarantie moest door Hudson’s Bay Company begin april worden verstrekt, maar toen dat niet gebeurde, besloot CBRE naar de rechter te stappen.
Het Canadese warenhuisconcern voert verweer. Het bedrijf zegt op korte termijn niet in staat te zijn de concerngarantie voor het filiaal in Zwolle te verschaffen. Hudson's Bay geeft aan gepleit te hebben voor een afwijzing van de vordering van tenminste zes maanden, om dan uiteindelijk alsnog de garantie te verstrekken.
De rechtbank wijst het verweer van Hudson’s Bay Company af. In de uitspraak staat dat het warenhuisconcern al sinds de ingangsdatum van de huurovereenkomst twee jaar geleden verplicht is de concerngarantie aan CBRE af te geven. De kantonrechter stelt dat het erop lijkt dat Hudson’s Bay Company weinig in werking heeft gesteld om deze garantie aan de verhuurder te verstrekken. 'Er is eerder sprake van onwil dan van onmacht', valt te lezen in de uitspraak. De rechter verplicht het warenhuisconcern de garantie binnen zeven dagen alsnog te verstrekken.
Reinder Koornstra 26 jun, 19:39