Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland nemen pas na het zomerreces een besluit over de komst van twee megasportzaken van Decathlon naar Schiedam en Den Haag. Ze kregen van de Raad van State tot medio juli de tijd, maar de kwestie - die al jaren speelt - blijkt erg ingewikkeld te zijn.
Gedeputeerde Staten zien niets in grote winkels buiten steden; detailhandel hoort volgens hen thuis in bestaande winkelgebieden. Den Haag en Schiedam vinden dat er voor Decathlon een uitzondering moet worden gemaakt, net zoals bij auto- en meubelzaken gebeurt. Daarom stapten ze naar de Raad van State om het besluit van de provincie ongedaan te maken. Die bepaalde dat de provincie beter moet onderbouwen waarom ze geen ontheffing heeft verleend. De provincie heeft dat gedaan en blijft bij haar besluit.
Maar begin deze maand bleek er in Provinciale Staten een nipte meerderheid te zijn voor de komst van Decathlon naar Sportplaza Harga in Schiedam. Decathlon zou daar goed op zijn plaats zijn en er zouden geen grote risico's van onaanvaardbare leegstand of verslechtering van de centra zijn. Voor Den Haag willen Provinciale Staten net als Gedeputeerde Staten geen ontheffing verlenen.
Gedeputeerde Staten moeten bekijken hoe ze de motie gaan uitvoeren. Vanwege mogelijk juridisch-beleidsmatige gevolgen, wordt er nog informatie ingewonnen en wordt er gesproken met de gemeenten. Dat neemt meer tijd in beslag dan gedacht. De provincie zal de Raad van State laten weten dat het besluit pas na de zomer komt.
RetailTrends zette eerder deze maand op een rij waarom er al jaren wordt gesteggeld over de komst van Decathlon.
Reacties 0