Hudson’s Bay Company (HBC), moederbedrijf van het gelijknamige warenhuis, beticht Nederlandse verhuurders van verboden kartelvorming. Dat schrijft Het Parool. Het Canadese bedrijf vindt dat de pandeigenaren hebben samengespannen om het concern te dwingen nog zeven jaar huur te betalen, ook al is het warenhuis hier eind vorig jaar al vertrokken.
De verhuurders van de vijftien voormalige Hudson’s Bay-panden proberen het moederbedrijf nog altijd te houden aan de afspraak om tot 2027 zeker 280 miljoen euro huur door te betalen. Volgens HBC zijn er ‘sterke aanwijzingen dat er onderlinge afspraken over de concerngarantie zijn gemaakt tussen de verhuurders’, in strijd met de Nederlandse en Europese kartelregels.
Het bedrijf wil nu 25 partijen, waaronder verzekeraars ASR, Allianz en Zürich, vastgoedgiganten Kroonenberg Groep, Wereldhave en Unibail-Rodamco, onder ede horen. Ook het vastgoedimperium van de familie Blokker - dat het warenhuismagazijn in Mijdrecht aan de Canadezen verhuurde – is opgeroepen voor de getuigenverhoren. HBC wil zo bewijs verzamelen om vervolgens rechtszaken te starten en klachten bij kartelautoriteiten in te dienen. Als het plan slaagt, wordt de miljoenenafspraak vernietigd en kunnen de pandeigenaren beboet worden.
De verhuurders ontkennen dat er ooit onderling afspraken zijn gemaakt. Een aantal van hen is bewaarprocedures gestart tegen de oproep van HBC. Als het Canadese bedrijf geen gelijk krijgt en zich moet houden aan de oorspronkelijke afspraak, kan de schade oplopen tot bijna 400 miljoen euro – al rekenen de curatoren van de failliete Nederlandse activiteiten op een bedrag van 280 miljoen.
Reacties 0