De zaak tussen Formule 1-coureur Max Verstappen en websuper Picnic moet opnieuw worden bekeken. Dat heeft de Hoge Raad bepaald.
Het gerechtshof in Amsterdam oordeelde eerder dat Picnic geen inbreuk maakte op het portretrecht van Verstappen. De websuper liet in een filmpje uit 2016 een lookalike van de autocoureur boodschappen bezorgen. Het was een reactie op een Jumbo-commercial, waarin Verstappen zelf een rol speelde.
Overduidelijk een parodie, vond het hof. Omdat het om een lookalike ging, zou er geen sprake zijn van inbreuk op het portretrecht. De rechtbank vond eerder van wel en veroordeelde Picnic tot het betalen van een schadevergoeding van 150 duizend euro. Picnic tekende hoger beroep aan en won die zaak.
Verstappen liet het daar niet bij zitten en stapte naar de Hoge Raad. De hoogste rechter geeft de coureur gelijk en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof in Den Haag.
Reacties 0