Door Amnon Vogel
Redactie RetailWatching
Na vijftien jaar werkzaam te zijn geweest bij Men At Work, vindt algemeen directeur Mark Hommelberg het een mooi moment om afscheid te nemen. Op 1 april draagt hij zijn functie over aan zijn nog te benoemen opvolger. Sinds Hommelberg de modeketen in 2012 samen met Peter Roelofs en Marcel van Gelderen terugkocht, is er een hoop veranderd. Zowel Men At Work als de retailbranche als geheel gingen een turbulente tijd tegemoet. Nu de markt volgens Hommelberg weer in een wat rustiger vaarwater komt, durft hij met een gerust hart de deur achter zich dicht te trekken. Niet voor niets blijft hij aandeelhouder, terwijl hij niet meer bij de bedrijfsvoering betrokken zal zijn. âDat vind ik zowel gevoelsmatig een goede keuze als een goede investering met het oog op de toekomst.â Vijf vragen aan de scheidend topman.
Waarom is dit het moment om te vertrekken?
âDe integratie in Varova Fashion, dat in 2013 een belang nam in Men At Work, is nu echt afgerond. Het nieuwe logistiek centrum is in gebruik genomen en de e-commerce is gecentraliseerd. De afgelopen drie jaar waren moeilijk. Midden in zoân lastige tijd, waar zo veel uitdaging in zat, wilde ik het bedrijf niet verlaten. Nog steeds is het klimaat uitdagend, maar met ons eigen specialisme als onderdeel van Varova hebben we een sterke positie. Bovendien zijn veel dure huurcontracten die nog dateren uit betere tijden nu afgelopen, waardoor we veel verliesgevende winkels hebben kunnen sluiten.â
In 2012 is onder uw leiding een duidelijke koerswijziging ingezet. Hoe is Men At Work de moeilijke jaren sindsdien doorgekomen?
âIn 2012 dacht ik in al mijn onwetendheid dat het dieptepunt wel bereikt was, terwijl de moeilijkste periode nog moest komen. Het heeft veel bloed, zweet en tranen gekost, maar het grootste voordeel was dat we onderdeel uitmaken van Varova. Zonder dat sterke moederbedrijf was een heel wat lastiger verhaal geworden. Ik denk dat die grote volumes en expertise noodzakelijk zijn om te overleven, en dat je het als medium-sized partij uiteindelijk niet redt. Binnen de groep wordt veel samengewerkt, waarbij wij veel van de andere modeformules (Open32 en Sissy-Boy, red.) kunnen leren en andersom. Ons sterke punt ligt daarbij vooral op het gebied van innovatie en e-commerce. Daarin zijn wij een voortrekker binnen de groep, onder meer dankzij onze jonge doelgroep. Wij hebben de grootste onlineomzet en blijven investeren in nieuwe technologieën, die dan weer goed naar de andere formules gekopieerd kunnen worden.â
Welke plannen staan er dit jaar nog op de rol?
âIn het eerste kwartaal openen we nieuwe winkels in Utrecht, Leiden en Antwerpen. Die worden voorzien van het nieuwe Start Something-concept dat we sinds vorig jaar in Gent hebben. Dat concept wordt zo snel mogelijk naar alle winkels uitgerold. Van oudsher hebben we altijd geïnvesteerd in fysieke winkels. Dat is onze signature en dat zullen we ook blijven doen.â
Betekent dat ook dat er nog veel ruimte is voor uitbreiding?
âNiet zozeer in het aantal vestigingen, al zie ik nog wel kansen voor nieuwe winkels in België (waar nu drie van 41 filialen gevestigd zijn, red.). Verder gaat het vooral om het optimaliseren van de bestaande vestigingen, bijvoorbeeld door te kiezen voor een ander winkelformaat. Ideaal is tussen de vier- en zeshonderd vierkante meter. Maar in Gent hebben we bijna tweeduizend, omdat we een pand delen met Sissy-Boy, Skins Cosmetics en horecaconcept Le Pain Quoditien. Ook in Magna Plaza in Amsterdam hebben we zoân gecombineerde winkel, die goed loopt. We willen meer van dat soort combinatiewinkels openen.â
Welke uitdagingen liggen er voor uw opvolger?
âEr zijn nog heel veel zaken die beter kunnen, zeker in een markt die zo hard beweegt. Ik denk wel dat die nu rustiger wordt, waardoor we weer echt kunnen focussen op onze creativiteit en het doorontwikkelen van het concept. Marktkennis en het doorzetten van de vernieuwingen zijn de belangrijkste kansen voor mijn opvolger, daarmee kun je lokaal echt het verschil maken. De nieuwe directeur wordt medio volgende maand benoemd, dus kan ik hem of haar nog rustig anderhalve maand inwerken.â
Reacties 0